Dutch User's Manual

Gebruikershandleiding
Draadloze TRMS-multimeter en
isolatietester
Model MG302
Introductie
Gefeliciteerd met uw aankoop van de MG300 Echte RMS multimeter en isolatieweerstandtester.
Deze meter meet AC/DC spanning, AC/DC stroom, weerstand, elektrische capaciteit, frequentie
(elektrisch & elektronisch), werkingscyclus, diodetest, isolatieweerstand, continuïteit en
thermokoppel-temperatuur. De MG300 kan meetgegevens opslaan en oproepen en is voorzien van
een waterdicht en stevig design voor zwaar gebruik. Deze meter kan gegevens draadloos
overdragen wanneer aangesloten op een PC. Het juiste gebruik en onderhoud van deze meter zal
resulteren in vele jaren van betrouwbaar gebruik.
Veiligheid
Dit symbool naast een ander symbool, terminal of apparaat duidt aan dat de
gebruiker de uitleg moet lezen in de gebruiksaanwijzing om persoonlijk letsel of
schade aan de meter te vermijden.
WARNING
Dit WARNING symbool duidt een mogelijk gevaarlijke toestand aan, dat indien
niet vermeden, tot de dood of ernstig letsel kan leiden.
CAUTION
Dit CAUTION symbool duidt een mogelijk gevaarlijke toestand aan, die indien niet
vermeden, schade aan het product kan veroorzaken.
MAX 1
000V
Dit symbool raadt de gebruiker aan de gemarkeerde eindpunt(en) niet in contact
te brengen met een circuit, in relatie tot de aarde, groter dan (in dit geval) 1000
VAC of VDC.
Dit symbool in relatie tot een of meerdere aansluitklemmen geeft aan dat het
geassocieerd moet worden met het bereik dat bij normaal gebruik, wordt
onderworpen tot bijzonder gevaarlijke spanningen. Voor maximale veiligheid
zouden de meter en de meetsondes niet gebruikt moeten worden indien deze
onder stroom staan.
Dit symbool duidt aan dat een apparaat door middel van dubbele isolatie of
versterkte isolatie wordt beschermd.
PER IEC1010 OVERSPANNING INSTALLATIECATEGORIE
OVERSPANNINGCATEGORIE l
Uitrusting met OVERSPANNING CATEGORIE l is uitgerust voor aansluiting met circuits waarbij met
ingen worden gehouden tot het uiterste waarbij het kort geschikt is voor een laag niveau te beperke
n.
Opmerking –Voorbeelden omvatten beschermde elektronische circuits.
OVERSPANNING CATEGORIE II
Apparaten met OVERSPANNING CATEGORIE II zijn energie-verbruikende apparaten uitgerust voo
r met een vaste stroominstallatie.
Opmerking –Voorbeelden omvatten huishoud-, kantoor- en laboratorium toestellen.
OVERSPANNING CATEGORIE III
Apparaten met OVERSPANNING CATEGORIE III zijn uitgerust met een vaste stroominstallatie.
Opmerking –Voorbeelden omvatten schakelaars met een vaste stroominstallatie en sommige appar
aten voor industrieel gebruik met een permanente aansluiting naar het vaste stroomnet.
OVERSPANNINGCATEGORIE IV
Uitrusting met OVERSPANNING CATEGORIE IV zijn bedoelt voor de oorspronkelijke delen van de i
nstallatie.
Opmerking –Voorbeelden omvatten elektriciteitsmeters en voornamelijk overmatige
beschermingsuitrusting.
2
MG302-EU-NL V2.0 4/11
VEILIGHEIDS INSTRUCTIES
Deze meter is ontworpen voor veilig gebruik, maar moet met alle voorzichtigheid bediend worden. De
onderstaande instructies dienen in acht genomen te worden voor een veilig gebruik.
1.
Zet NOOIT meer spanning of stroom op de meter dan dat het gespecificeerde maximum aangeeft:
Invoerveiligheidslimieten
Functie
V DC of V AC
Maximale Invoer
1000 VDC/AC rms
mA AC/DC
500 mA 1000 V snelwerkende zekering
A AC/DC
10 A 1000 V snelwerkende zekering
(20 A voor 30 seconden max. elke 15 minuten)
Frequentie, Weerstand, Elektrische capac
iteit, Werkingscyclus, Diodetest,
Continuïteit
1000 VDC/AC rms
Temperatuur
1000 VDC/AC rms
Beveiliging tegen stroomstoten: 8 kV piek per IEC 61010
2.
WEES UITERST VOORZICHTIG wanneer u werkt met hoogspanning.
3.
MEET GEEN spanning indien de spanning op de "COM" ingang stekker, 1000 V overschrijdt
boven aarde.
4.
Hang de meetkabel NOOIT over een spanningsbron terwijl de functieschakelaar in de stroom-,
weerstand- of diodemodus staat. Dit kan de meter beschadigen.
5.
Ontlaad ALTIJD de condensatoren in elektrische apparaten en koppel de elektriciteit los wanneer
u de weerstand- of diodetest uitvoert.
6.
Schakel de stroom ALTIJD uit en koppel de meetkabel los voor het openen van het deksel om
bijvoorbeeld de zekering of batterijen te vervangen.
7.
Bedien NOOIT de meter tenzij de achterzijde en het batterij- en zekeringdeksel op de juiste
plaats en veilig vastgemaakt zijn.
8.
Indien de uitrusting gebruikt wordt op een manier die niet door de fabrikant gespecificeerd is, kan
de bescherming die de apparatuur biedt schade oplopen.
3
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Knoppen en stekkers
1. 40,000 tellingen LCD display
2. MAX/MIN (-) knop
3. STORE (<RECALL) knop
4. RANGE(SETUP) knop
5. INSULATION TEST knop
1
6. MODE knop
7. Functieschakelaar
8. 10 A ingangsaansluiting
2
4
9. mA, µA, isolatie (-) aansluiting
6
10. HOLD(PEAKHOLD>) knop
11. REL (+) knop
3
5
11
10
12
13
7
12. EXIT (AC+DC) knop
13.
Achtergrondverlichtingsknop
8
14
14. Positieve en isolatie (+) ingangsaansluiting 9
15. COM ingangsaansluiting
15
Opmerking: De schuinstand en het batterijvak bevinden zich achteraan het apparaat.
Symbolen en aanduidingen
•)))
n
µ
m
A
k
F
M

Hz
%
AC
DC
ºF
MAX
No.
SET
TRMS
RCL
Continuïteit
Diode test
Batterijstatus
-9
nano (10 ) (Elektrische capaciteit) 
-6
micro (10 ) (amps, cap)
-3
milli (10 ) (volts, amps)
Ampères
3
kilo (10 ) (ohms)
Farad (Elektrische capaciteit)
6
mega (10 ) (ohms)
Ohms
PEAK
Hertz (frequentie)
V
Percent (inschakelfactor)
Wissel stroom
AUTO
Gelijkstroom
HOLD
Graden Fahrenheit
ºC
Maximum
MIN
Serienummer
S
Parameter instellen
AC +DC
Echte RMS
STO
Oproepen
AUTO
Automatische
uitschakeling geactiveerd
RF zender actief
Piek vasthouden
Volts
Relatief
Autoselectie
Beeldscherm bevriezen
Graden Celsius
Minimum
Seconde
Wisselstroom + gelijkstroom
Opslaan
Automatisch bereik
Achtergrondverlichting
Kleinere displays
4
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Risico op elektrocutie. Hoogspanningscircuits, zowel AC als DC, zijn zeer
gevaarlijk en moeten met de grootste voorzichtigheid worden gemeten.
1. Draai de functieschakelaar ALTIJD op de OFF positie wanneer de meter niet in gebruik is.
2. Indien "OL" weergegeven wordt tijdens een meting, overschrijdt de waarde het bereik dat u
geselecteerd hebt. Ga in dit geval naar een hoger bereik.
DC SPANNINGSMETINGEN
WAARSCHUWING: meet geen DC spanningen indien een motor op het circuit wordt IN of
UITgeschakeld. Grote spanningsgolven kunnen de meter beschadigen.
1. Stel de functieschakelaar in op de VDC positie.
2. Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve V contact.
3. Verbind de zwarte meetsonde met de negatieve zijde van het circuit.
Verbind de rode meetsonde met de positieve zijde van het circuit.
4. Lees de spanning af in het display.
AC SPANNINGSMETINGEN (FREQUENTIE, WERKINGSCYCLUS)
WAARSCHUWING: Risico op elektrische schokken. De testpunten zijn mogelijk niet
lang genoeg om de delen waar spanning op staat in sommige 240 V stopcontacten aan te raken,
omdat de contactpunten te diep in het stopcontact gelegen zijn. Daarom kan het zijn dat het
apparaat een voltage van 0 volt aangeeft terwijl er wel spanning op het stopcontact staat.
Controleer dat de testpunten de metalen contacten binnenin het stopcontact aanraken voordat u
aanneemt dat er geen spanning aanwezig is.
VOORZICHTIG: Meet geen wisselspanningen wanneer er een motor op het circuit AAN of UIT
wordt geschakeld. Er kunnen zich hoge spanningspieken voordoen die de meter kunnen
beschadigen.
1.
2.
Stel de functieschakelaar in op de VAC/Hz/% positie.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve V contact.
3. Raak met de zwarte testpunt de negatieve kant van het circuit aan.
Raak met de rode testpunt de positieve kant van het circuit aan.
4. Lees de spanning af in het hoofddisplay en de frequentie in het rechtse, kleiner
display.
5. Druk op de MODE knop en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt om
“Hz” aan te geven.
6. Lees de frequentie af in het hoofddisplay.
7. Druk nogmaals op de MODE knop om “%” aan te geven.
8. Lees het % van het werkingscyclus af in het hoofddisplay.
9. Druk op EXIT om naar het AC volts-display terug te keren.
10. Met ACV in het hoofddisplay, druk op EXIT en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt om
AC+DC te meten.
5
MG302-EU-NL V2.0 4/11
mV SPANNINGSMETINGEN
WAARSCHUWING: meet geen mV spanningen indien een motor op het circuit wordt IN of
UITgeschakeld. Grote spanningsgolven kunnen de meter beschadigen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Stel de functieschakelaar in op de mV positie.
Druk op de MODUS knop om “DC” of “AC” op het display weer te geven.
In AC-modus, druk op EXIT en houd deze gedurende twee seconden
ingedrukt om ”AC+DC” te selecteren.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve V contact.
Verbind de zwarte meetsonde met de negatieve zijde van het circuit.
Verbind de rode meetsonde met de positieve zijde van het circuit.
Lees de mV spanning af in het display.
DC STROOMMETINGEN
WAARSCHUWING: Voer geen 20 A stroommetingen uit die langer dan 30 seconden duren. Het
overschrijden van deze 30 seconden kan schade aan de meter en/of de testsnoeren veroorzaken.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voor gelijkstroommetingen tot aan 4000 µA DC, plaats de functieschakelaar
op de µA positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het
µA/mA contact.
Voor gelijkstroommetingen tot aan 400 mA DC, plaats de functieschakelaar
op de mA positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het
µA/mA contact.
Voor gelijkstroommetingen tot aan 20 A DC, plaats de functieschakelaar op
de 10A/HZ/% positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het
10 A contact.
Druk op de MODE knop om “DC” op het display weer te geven.
Schakel de stroom naar het te meten circuit uit, en open vervolgens het
circuit op het punt waar u de stroom wenst te meten.
Verbind de zwarte meetsonde met de negatieve zijde van het circuit.
Verbind de rode meetsonde met de positieve zijde van het circuit.
Zet het circuit onder spanning.
Lees de stroom af op het display.
AC+DC
In de VAC, mV (AC), 10 A (AC), mA (AC) en uA (AC) meetmodi, druk gedurende 2 seconden op de
EXIT knop om de AC+DC-modus te openen. Het LCD geeft het AC+DC pictogram weer. Druk op
EXIT om deze modus te verlaten.
6
MG302-EU-NL V2.0 4/11
AC STROOMMETINGEN (FREQUENTIE, WERKINGSCYCLUS)
VOORZICHTIG: Meet geen stroom op de 20 Amp-schaal gedurende langer dan 30 seconden. Het
overschrijden van deze 30 seconden kan schade aan de meter en/of de testsnoeren veroorzaken.
1.
2.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voor gelijkstroommetingen tot aan 4000 µA AC, plaats de functieschakelaar
op de µA positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het
µA/mA contact.
3. Voor gelijkstroommetingen tot aan 400 mA AC, plaats de functieschakelaar
op de mA positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het
µA/mA contact.
4. Voor gelijkstroommetingen tot aan 20 A AC, plaats de functieschakelaar op
de 10A/HZ/% positie en voer de rode meetkabel met banaanstekker in het 10
A contact.
5. Druk op de MODE knop om “AC” op het display weer te geven.
6. Druk op EXIT en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt om AC+DC te
selecteren.
7. Schakel de stroom naar het te meten circuit uit, en open vervolgens het
circuit op het punt waar u de stroom wenst te meten.
8. Raak met de zwarte testpunt de negatieve kant van het circuit aan.
Raak met de rode testpunt de positieve kant van het circuit aan.
9. Zet het circuit onder spanning.
10. Lees de stroom af op het display.
11. In het 10 A bereik:
a)
Frequentie wordt in het display rechtsboven weergegeven.
b)
Druk op de MODE knop en houd deze ingedrukt om “Hz” in het hoofddisplay weer te
geven.
c)
Druk nogmaals kort op de MODE knop en houd deze ingedrukt om “%” in het
hoofddisplay weer te geven.
12. Druk op de MODE knop en houd deze ingedrukt om naar de stroommeting terug te keren.
WEERSTANDMETINGEN
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, schakel de spanning uit tijdens het
meten en ontlaad alle condensatoren voordat u de weerstand gaat meten. Verwijder de batterijen
en trek het snoer uit het stopcontact.
1.
2.
3.
4.
5.
Stel de functieschakelaar in op de ΩCAP
positie.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve  contact.
Druk op de MODE knop om Ω op het display weer te geven.
Raak met de testpunten het circuit dat u wilt meten aan. Het is het beste om
één kant van het te meten circuit uit te schakelen, zodat de rest van het circuit
de weerstandstest niet hindert.
Lees de weerstand af op het display.
7
MG302-EU-NL V2.0 4/11
CONTINUÏTEITSCONTROLE
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, meet nooit de continuïteit op circuits
of draden die een spanningspotentieel hebben.
1.
2.
3.
4.
5.
Stel de functieschakelaar in op de ΩCAP
positie.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve  contact.
Druk op de MODE knop om “ ” en “Ω” op het display weer te geven.
Verbind de meetsonde met het circuit of draad dat u wilt meten.
Als de weerstand minder is dan ongeveer 35 , klinkt er een geluidssignaal. Als
het circuit open is verschijnt de aanduiding "OL" op het scherm.
DIODETEST
1.
2.
3.
4.
Stel de functieschakelaar in op de ΩCAP
positie.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve V contact.
Druk op de MODE knop om “ “ “ en “V”  op het display weer te geven.
Verbind de meetsondes met de diode tijdens de test. De tegengestelde
spanning zal waarschijnlijk 0,400 tot 0,700 V. aangeven. De tegengestelde
spanning zal “OL” aangeven. Dichte apparaten zullen in de buurt van 0 V
aangeven en open apparaten zullen “OL” in beide polariteiten aangeven.
ELEKTRISCHE CAPACITEITSMETINGEN
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, haal de stroom van het te meten
apparaat af en ontlaad alle condensatoren voordat u elektrische capaciteitsmetingen uitvoert.
Verwijder de batterijen en trek het snoer uit het stopcontact.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Stel de functieschakelaar in op de Ω CAP
positie.
Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve V contact.
Druk op de MODE knop om “F” op het display weer te geven.
Plaats de meetkabels tegen de te meten condensator.
Lees de elektrische capaciteitswaarde af op het display.
8
MG302-EU-NL V2.0 4/11
TEMPERATUURMETINGEN
1.
Stel de functieschakelaar in op de Temp positie.
2.
Breng de temperatuursonde in de ingangsaansluitingen. Houd hierbij
rekening met de juiste polariteit.
3.
Druk op de MODE knop om “ºF” of “ºC” op het display weer te geven.
4.
Plaats de tip van de temperatuursonde tegen het component waarvan
u de temperatuur wilt opmeten. Houd de sonde tegen het te meten
component totdat de meting stabiliseert.
5.
Lees de temperatuur af op het display.
Opmerking: De temperatuursonde is voorzien van een type K-miniconnector. Een mini-connector
naar de banaanconnectoradapter is meegeleverd voor aansluiting op de
invoerbanaansluitingen.
FREQUENTIE (WERKINGSCYCLUS) METINGEN (ELEKTRONISCH)
1. Stel de functieschakelaar in op de “Hz/%” positie.
2. Voer de zwarte meetkabel met banaanstekker in het negatieve COM contact.
Voer de rode meetkabel met banaanstekker in het positieve Hz contact.
3. Plaats de meetsondetips tegen het te meten circuit.
4. Lees de frequentie af op het display.
5. Druk op de MODE knop om “%” op het display weer te geven.
6. Lees het % van het werkingscyclus af op het display.
9
MG302-EU-NL V2.0 4/11
% 4 – 20mA METINGEN
1. Stel in en sluit de meter aan zoals beschreven voor DC mA-metingen.
2. Stel de functieschakelaar in op de 4-20mA% positie.
3. De meter geeft de lusstroom als een % weer met 0mA=-25%, 4mA=0%, 20mA=100% en
24mA=125%.
ISOLATIEWEERSTANDSMETINGEN
Opmerking: Koppel het te meten apparaat van alle voedingsbronnen los en isoleer deze van
mogelijke parasitaire weerstand.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Stel de functieschakelaar in op de INSULATION positie.
Druk op de RANGE knop om de meetspanning, zoals aangegeven in het display linksboven, te
selecteren.
Sluit de rode meetkabel aan op de INSULATION ( + ) aansluiting en de zwarte meetkabel op
de INSULATION ( - ) aansluiting van de meter. Sluit het sonde-uiteinde van de meetkabels aan
op het te meten circuit.
Druk en houd de TEST knop ingedrukt om te meten (of druk en houd de LOCK toets ingedrukt
totdat het display LOCK weergeeft en druk dan kort op de TEST knop om een handenvrije
meting uit te voeren).
Opmerking: Als het te meten circuit onder spanning staat en deze een spanningspotentieel
(AC/DC) hoger dan 30 V heeft, zal de meter geen meting uitvoeren (het display geeft ">30 V"
weer, het symbool knippert en de zoemer gaat af). Als het circuit niet onder spanning staat of
de spanning lager dan 30 V is, zal de meter hoogspanning op het te meten circuit aanbrengen.
Het hoofddisplay en de analoge staafdiagram geven de isolatieweerstand in MΩ weer.
De meetspanningswaarde (VDC) wordt in het uiterst rechtse kleiner display weergegeven, het
symbool knippert en de zoemer gaat af.
7.
Laat de TEST knop los om de meting te stoppen (om een handenvrije LOCK meting te
stoppen, druk op de release-knop en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt). De
hoogspanning wordt uitgeschakeld en de weerstandswaarden die in het hoofddisplay worden
weergegeven worden vastgezet.
8. De meter zal vervolgens de balans van de isolatiemeetspanning intern ontladen.
Opmerking: De functieschakelaar op een andere meetpositie instellen of op de EXIT knop drukken
zal de isolatieweerstandsmeting annuleren.
RANGE
10
MG302-EU-NL V2.0 4/11
AUTOSELECTIE/HANDMATIGE BEREIKSELECTIE
Wanneer de meter voor de eerste keer wordt ingeschakeld wordt de AUTO RANGE modus
automatisch geopend. Deze functie selecteert automatisch het beste bereik voor de metingen die
op dat moment gemaakt worden en is in het algemeen de beste modus voor de meeste metingen.
Voor metingen waarbij het bereik handmatig geselecteerd dient te worden, voer de volgende
handelingen uit:
1.
2.
3.
Druk op de RANGE knop. Het "AUTO" weergavesymbool wordt uitgeschakeld.
Druk op de RANGE knop om de beschikbare bereiken te doorlopen.
Om de MANUAL RANGE modus te verlaten, druk op EXIT.
Opmerking: MANUAL RANGE is niet beschikbaar voor de temperatuurfuncties.
MAX/MIN
1. Druk op de MAX-MIN knop de MAX/MIN registratiemodus te activeren. Het displaysymbool
"MAX” zal verschijnen. Het uiterst linkse kleiner display toont en houdt de maximum aflezing
vast en wordt alleen bijgewerkt wanneer een nieuw “MAX" wordt geregistreerd. Het
displaysymbool "MIN” zal vervolgens verschijnen. Het uiterst rechtse kleiner display geeft de
minimum aflezing weer en houdt deze vast. Deze waarde wordt alleen bijgewerkt wanneer een
nieuwe “MIN” wordt geregistreerd.
2.
Om de MAX/MIN modus te verlaten, druk op EXIT.
RELATIEVE MODUS
De relatieve meetmodus geeft metingen ten opzichte van een opgeslagen referentiewaarde weer.
Een referentiespanning, referentiestroom, enz. kan worden opgeslagen en de metingen kunnen met
deze waarde worden vergeleken. De weergegeven waarde is het verschil tussen de
referentiewaarde en de opgemeten waarde.
1.
2.
3.
4.
5.
Voer de meting uit zoals beschreven in de gebruikershandleiding.
Druk op de REL knop om een referentiemeting op te slaan en de “▲” indicator verschijnt op
het display.
Het rechter kleiner display geeft de initiële meting weer (de opgeslagen waarde).
Het linker kleiner display geeft de actueel gemeten waarde weer.
Het hoofddisplay geeft de relatieve waarde weer (actueel gemeten waarde min de opgeslagen
waarde).
AC+DC
In de VAC, mV (AC), 10A (AC), mA (AC) en uA (AC) meetmodi, druk gedurende 2 seconden op de
EXIT knop om de AC+DC-modus te openen. Het LCD geeft het AC+DC pictogram weer. Druk op
EXIT om deze modus te verlaten.
11
MG302-EU-NL V2.0 4/11
ACHTERGRONDVERLICHTING DISPLAY
Druk op de
toets om de achtergrondverlichting in te schakelen. De achtergrondverlichting wordt
automatisch na de INGESTELDE tijd uitgeschakeld. Druk op de EXIT knop om de
achtergrondverlichtingsmodus te verlaten.
HOLD
De hold functie bevriest de weergave in het display. Druk kort op de HOLD knop om deze functie te
activeren of om de HOLD functie te verlaten.
PIEK VASTHOUDEN
De piekvasthoudfunctie registreert de piek van de AC of DC spanning of stroom. De meter kan
zowel negatieve als positieve pieken, met een tijdspanne van 1 milliseconde, registreren. Druk kort
op de PEAK knop, "PEAK" en “MAX” verschijnen in het linker kleiner display. “MIN” verschijnt in
het rechter kleiner display. Het display wordt bijgewerkt telkens een grotere waarde wordt
geregistreerd.
Druk op de EXIT knop om de PEAK HOLD modus te verlaten.
De automatische uitschakelfunctie wordt in deze modus automatisch uitgeschakeld.
GEGEVENSOPSLAG
1. Stel de functieschakelaar in op de gewenste meetfunctie.
2. Druk op de STORE knop om de instelfunctie van de registratie-intervaltijd te openen.
3. Het linker kleiner display geeft 0000 S aan, dit is de meetsnelheid van de registratie; gebruik
de + & - knop om de gewenste meetsnelheid (0 tot 255 seconden) te kiezen.
4. Stel de meetsnelheid in op 0000 S voor manuele registratie. In deze modus, elke druk op de
STORE knop slaat één meting op.
5. Stel de meetsnelheid in (van 1 tot 255 S) voor automatische registratie. In deze modus, als u
op de STORE knop drukt, start de registratie van gegevens aan de ingestelde meetsnelheid.
6. Het linker kleiner display geeft de actuele opslaglocatie aan (0000 tot 9999). Nieuwe metingen
worden opgeslagen in de volgende beschikbare locatie.
7. Druk op de STORE knop en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt om de RECALL
modus te openen of druk op EXIT om naar de normale werkingsmodus terug te keren.
OPROEPEN VAN OPGESLAGEN GEGEVENS
1. Druk op de STORE knop en houd deze gedurende twee seconden ingedrukt (indien nog niet
gebeurd zoals bevolen in stap 7 in bovenstaande procedure) om de RECALL functie te openen.
2. Het linker kleiner display geeft XXXX weer (actuele opslaglocatie). Het rechter kleiner display
geeft XXXX weer (aantal gebruikte opslaglocaties).
3. Gebruik de + en - knop om de opslaglocaties te doorlopen. De waarde voor de geselecteerde
locatie wordt in het hoofddisplay aangegeven.
4. Druk op de EXIT knop om de oproepingssessie te beëindigen.
ALLE GEGEVENS WISSEN
1. Vanuit de OFF positie, druk en houd de RANGE knop ingedrukt terwijl de functieschakelaar op
een willekeurige ON positie wordt ingesteld.
2. Laat de RANGE knop los. Het geheugen is gewist.
12
MG302-EU-NL V2.0 4/11
DRAADLOZE PC-COMMUNICATIE
1. Installeer en start de PC-software (zie de HELP-sectie in de software voor meer informatie)
2. Druk op de achtergrondverlichting/USB-knop en houd deze gedurende twee seconden
ingedrukt om de RF-draadloze overdrachtsmodus te openen.
3.
4.
5.
6.
Het RF-pictogram
verschijnt op het display.
Zodra de communicatie is gemaakt knippert het RF-pictogram op het display en het LEDcontrolelampje op de ontvanger begint te knipperen.
Eenmaal per seconde worden de gegevens op het PC-scherm weergegeven ( zowel op een
grafiek als in een gegevenslijst).
Houd de achtergrondverlichtingsknop gedurende 2 seconden ingedrukt om de RF-draadloze
overdrachtsmodus te verlaten.
OPGESLAGEN GEGEVENS NAAR DE PC STUREN
1. Start de PC-software.
2. Druk gedurende twee seconden op de STORE knop om de gegevens RECALL functie te
openen.
3. Druk gedurende twee seconden op de HOLD knop. Het RF-overdrachtpictogram knippert
terwijl de opgeslagen gegevens naar de pc worden gestuurd.
OPMERKING: Zie de HELP-sectie in het meegeleverd softwareprogramma voor de volledige
software-instructies.
INSTELLEN
1. Druk en houd de RANGE/SETUP knop gedurende twee seconden ingedrukt om de SET
functie te openen. De eerste van de vijf instelbare functies verschijnt.
2. Druk op de RANGE knop om de functies te doorlopen.
a: Zoemer Alarm bovengrens
OFF of Waarde
b: Zoemer Alarm ondergrens
OFF of Waarde
b: Tijd automatische uitschakeling
OFF, 10 tot 30 sec
d: Beeper knop
OFF/ON
e: Tijd achtergrondverlichting
OFF, 10 tot 30 sec
3. Gebruik de +, - ◄ en◄ knop om de voorwaarden en cijfers te kiezen en te wijzigen.
4. Druk op de RANGE/SETUP knop totdat de meter naar het normale display terugkeert om deze
modus te verlaten.
ALARMGRENZEN
1. Druk en houd de SETUP knop gedurende twee seconden ingedrukt om de bovengrensfunctie
te openen.
2. Druk op de ► knop om een cijfer die u wilt aanpassen te selecteren.
3. Druk op de + of – knop om de waarde van het cijfer aan te passen.
4.
5.
6.
7.
Druk op de ◄ knop om het alarm uit te schakelen.
Druk op de SETUP knop en herhaal de procedure om de ondergrens in te stellen.
Druk op de SETUP knop om de andere functies te doorlopen en naar de normale
werkingsmodus terug te keren.
De meter zal “piepen” als de gemeten waarde hoger dan de bovengrens en lager dan de
ondergrens is.
INDICATIE LAGE SPANNING BATTERIJEN
Als het
pictogram in het display verschijnt moet de batterij worden vervangen.
13
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Onderhoud
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, koppel de meetkabels los van een
spanningsbron voordat u de achterzijde of het batterij- of zekeringdeksel verwijdert.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, voer geen metingen uit totdat het
batterij- en zekeringdeksel op zijn plaats zit en juist vastgemaakt is.
Deze multimeter is ontworpen voor jarenlange trouwe dienst, mits de volgende onderhoudsinstructies
uitgevoerd worden:
1. HOUD DE METER DROOG. Indien het apparaat nat wordt moet u het afvegen.
2. GEBRUIK EN BERG DE METER OP IN RUIMTEN MET NORMALE TEMPERATUREN.
Temperatuur uitersten kunnen de levensduur van de elektronische onderdelen verkorten en
kunnen leiden tot vervorming of smelting van de plastic onderdelen.
3. BEHANDEL DE METER MET ZORG EN VOORZICHTIG. Het laten vallen kan resulteren in
beschadiging van de elektrische delen.
4. HOUD DE METER SCHOON. Maak de buitenkant regelmatig schoon met een vochtige doek.
Gebruik GEEN chemische middelen, oplosmiddelen of schoonmaakmiddelen.
5. GEBRUIK ENKEL NIEUWE BATTERIJEN VAN GELIJKSOORTIGE GROOTTE EN TYPE.
Verwijder oude of uitgeputte batterijen zodat deze niet lekken en het apparaat beschadigen.
6. INDIEN DE METER VOOR EEN LANGE PERIODE OPGESLAGEN WORDT, moeten de
batterijen verwijderd worden om schade aan het product te voorkomen.
INSTALLATIE VAN DE BATTERIJ
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, dient u eerst het apparaat los te
koppelen van de spanningsbron voordat u het batterijdeksel opent..
1. Zet het apparaat uit en koppel de meetkabels los van de meter.
2. Open het batterijdeksel achteraan door de vier schroeven met behulp van een
kruiskopschroevendraaier te verwijderen.
3. Plaats de batterij in de batterijhouder en houd hierbij rekening met de juiste polariteit.
4. Plaats het batterijdeksel terug. Maak deze met de schroeven vast.
U, als de eindgebruiker, bent wettelijk verbonden (EG batterij-voorschrift) om alle
gebruikte batterijen in te leveren; deze weggooien met het huishoudelijk afval is
verboden! U kunt uw gebruikte batterijen / accumulatoren inleveren bij de inzamelpunten
van uw gemeente of overal waar batterijen / accumulatoren worden verkocht!
Verwijdering: Volg de geldige wettelijke aanwijzingen wat betreft de verwijdering van het
toestel aan het einde van zijn levensduur.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, gebruik de meter niet totdat het
batterijdeksel op zijn plaats zit en juist vastgemaakt is.
14
MG302-EU-NL V2.0 4/11
VERVANGING VAN ZEKERINGEN
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden, ontkoppel de meetkabels van om het
even welke spanningsbron voordat u het deksel van de meter verwijdert.
1. Koppel de testsnoeren los van de meter.
2. Om alleen de 500 mA zekering te vervangen, verwijder het batterijdeksel (vier schroeven) en de
500 mA zekering wordt zichtbaar en toegankelijk.
3. Om de 10 A zekering te vervangen, verwijder de zes schroeven die het achterdeksel vasthouden
en haal vervolgens het achterdeksel af.
4. Verwijder de zekering voorzichtig en plaats de nieuwe zekering in de houder.
5. Gebruik altijd zekeringen van het juiste formaat en met de juiste waarde (0,5 A/1000 V
snelsmeltzekering voor het 400 mA bereik [SIBA 70-172-40], 10 A/1000 V snelsmeltzekering voor
het 20 A bereik [SIBA 50-199-06]).
6. Plaats de klep aan de achterkant, de batterijen en de klep van het batterijcompartiment weer terug
en schroef deze weer vast.
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te vermijden, gebruik de meter niet totdat het
batterijdeksel op zijn plaats zit en juist vastgemaakt is.
15
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Specificaties
Functie
Bereik
Resolutie
DC Spanning
400 mV
4V
40 V
400 V
1000 V
0,01 mV
0,0001 V
0,001 V
0,01 V
0,1 V
Nauwkeurigheid
(0,06% Lezen + 4 cijfers)
(0,1% Lezen + 5 cijfers)
AC Spanning 400 mV
0,1 mV
(1,0% Lezen + 7 cijfers)
(AC+DC)
4V
0,001 V
50 tot 1000 Hz 40 V
0,01 V
400 V
0,1 V
(1,0% Lezen +5 cijfers)
1000 V
1V
Alle AC spanningen zijn gespecificeerd vanaf 5% tot 100% van het bereik.
DC Huidig
400 A
0,01 A
4000 A
0,1 A
(1,0% Lezen + 3 cijfers)
40 mA
0,001 mA
400 mA
0,01 mA
10 A
0,001 A
(20 A: 30 sec max met een verminderde nauwkeurigheid)
AC Huidig
400 A
0,1 A
(AC+DC)
4000 A
1 A
50 tot 1000 Hz 40 mA
(1,5% Lezen +7 cijfers)
0,01 mA
400 mA
0,1 mA
10 A
0,01 A
(20 A: 30 sec max met een verminderde nauwkeurigheid)
Alle AC spanningen zijn gespecificeerd vanaf 5% tot 100% van het bereik.
o
o
OPMERKING: De nauwkeurigheid van 65 tot aan 83 (18 C tot 28 C) en minder dan 75%.
16
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Functie
Bereik
Resolutie
Weerstand
400 
0,01 
4 k
0,0001 k
40 k
0,001 k
400 k
0,01 k
Elektrische
capaciteit
Frequentie
(elektronisch)
Frequentie
(elektrisch)
Werkingscyclus
4 M
0,0001 M
40 M
40 nF
400 nF
0,001 M
0,001 nF
0,01 nF
4 F
0,0001 F
40 F
0,001 F
Nauwkeurigheid
(0,3% Lezen + 9 cijfers)
(0,3% Lezen + 4 cijfers)
(2,0% Lezen + 10 cijfers)
(3,5% Lezen + 40 cijfers)
(3,5% Lezen + 10 cijfers)
400 F
0,01 F
4 mF
0,0001 mF
(5% Lezen + 10 cijfers)
40 mF
0,001 mF
40 Hz
0,001 Hz
400 Hz
0,01 Hz
4 kHz
0,0001 kHz
40 kHz
0,001 kHz
(0,1% Lezen + 1 cijfers)
400 kHz
0,01 kHz
4 MHz
0,0001 MHz
40 MHz
0,001 MHz
100 MHz
0,01 MHz
onbepaald
Gevoeligheid: 0,8 V rms min. @ 20% tot 80% werkingscyclus en <100 kHz; 5
Vrms min @ 20% tot 80% werkingscyclus en > 100 kHz.
40,00 HZ - 4
0,01 HZ tot
(0,5% cijfers)
KHz
0,001 KHz
Gevoeligheid: 5 Vrms
0,1 tot 99,90% 0,01%
(1,2% Lezen + 2 cijfers)
Pulsbreedte: 100 µs – 100 ms, Frequentie: 5 Hz tot 150 kHz
(1,0% Lezen + 4.5°F)
(1,0% Lezen + 2.5°C)
(sondenauwkeurigheid niet inbegrepen)
4-20 mA%
-25 tot 125%
0,01%
±50 cijfers
0 mA = -25%, 4 mA = 0%, 20 mA = 100%, 24 mA = 125%
Opmerking: Nauwkeurigheidspecificaties bestaan uit twee onderdelen:
 (% aflezing) - Dit is de nauwkeurigheid van het meetcircuit.
 (+cijfers) - Dit is de nauwkeurigheid van de analoog-digitaalomzetter.
Temp
(type-K)
-58 tot 1832F
0,1F
-50 tot 1000C
0,1C
17
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Meg OHMS
Spanning
Bereik
Resolutie
aansluitklem
125
(0%~+10%)
250
(0%~+10%)
500
(0%~+10%)
1000 V
(0%~+10%)
Nauwkeurig
heid
Meetstroom
+(2%+10)
1mA @
4,001~40,00 MΩ 0,01 MΩ
+(2%+10)
lading 125
kΩ
40,01~400,0 MΩ 0,1 MΩ
+(4%+5)
400,1~4000 MΩ
+(5%+5)
V 0,125~4,000 MΩ 0,001 MΩ
1 MΩ
+(2%+10)
1 mA @
4,001~40,00 MΩ 0,01 MΩ
+(2%+10)
lading 250
kΩ
40,01~400,0 MΩ 0,1 MΩ
+(3%+5)
400,1~4000 MΩ
+(4%+5)
V 0,250~4,000 MΩ 0,001 MΩ
1 MΩ
+(2%+10)
1 mA @
4,001~40,00 MΩ 0,01 MΩ
+(2%+10)
lading 500
kΩ
40,01~400,0 MΩ 0,1 MΩ
+(2%+5)
400,1~4000 MΩ
+(4%+5)
V 0,500~4,000 MΩ 0,001 MΩ
1 MΩ
1,000~4,000 MΩ 0,001 MΩ
+(3%+10)
4,001~40,00 MΩ 0,01 MΩ
+(2%+10)
40,01~400,0 MΩ 0,1 MΩ
+(2%+5)
400,1~4000 MΩ
+(4%+5)
1 MΩ
Kortsluitings
stroom
1 mA @
≤1 mA
≤1 mA
≤1 mA
≤1 mA
lading 1 MΩ
Opmerking: Nauwkeurigheidspecificaties bestaan uit twee onderdelen:
 (% aflezing) - Dit is de nauwkeurigheid van het meetcircuit.
 (+cijfers) - Dit is de nauwkeurigheid van de analoog-digitaalomzetter.
18
MG302-EU-NL V2.0 4/11
Bijgesloten
Schok (valtest)
Diodetest
Opslagcapaciteit
Afstand RF-overdracht
Frequentie zender
Continuïteitstest
Piek
Temperatuursensor
Ingangsimpedantie
Wisselstroom reactie
ACV Bandbreedte
Amplitudefactor
Scherm
Over bereik indicatie
Automatisch uitschakel
functie
Polariteit
Meetfrequentie
Indicatie lage spanning
Dubbel gegoten, waterdicht (IP67)
2 meter (6,5 feet)
Meetstroom 0,9mA maximum, open circuit spanning 2,8 V DC typisch
8000 registraties
10 meter (circa)
433 MHz
Er klinkt een geluidssignaal als de weerstand minder dan (ca.) 35  is,
teststroom <0,35 mA.
Registreert pieken >1ms
Heeft type K thermokoppel nodig
>10 MΩ VDC & >9 MΩ VAC
Echte rms
50 Hz tot 1000 Hz
≤3 bij vollast tot 500 V, vermindert lineair tot ≤1,5 aan 1000 V
40,000 tellingen liquid crystal display met achtergrondverlichting en
balkgrafiek
“OL” wordt weergegeven
15 minuten (circa) met uitschakelfunctie
Automatisch (geen aanwijzing voor hostiliteit); Minus (-) staat voor
negatief
Normaal 2 keer per seconde
batterij
“
” wordt weergegeven wanneer batterijspanning tot onder de
werkspanning daalt.
Batterij
Zes (6) 1,5 V ‘AA’ batterijen
Zekeringen
mA, µA bereik; 0,5 A/1000 V keramisch. (SIBA 70-172-40)
Een bereik van; 10 A/1000 V keramisch. (SIBA 50-199-06)
Bedrijfstemperatuur
5ºC tot 40ºC (41ºF tot 104ºF)
o
o
o
o
Opslagtemperatuur
-20 C tot 60 C -4 F tot 140 F)
Gebruik luchtvochtigheid Max 80% tot 31ºC (87ºF) lineair afnemend met 50% tot 40ºC (104ºF)
Opslagluchtvochtigheid
<80%
Bedrijfshoogte
2000 meter (7000 ft) maximum
Gewicht
582 g. (20.5 oz)
Afmetingen
200 x 92 x 50 mm (7,8” x 3,6” x 1,9”)
Veiligheid
Deze meter is bedoeld voor gebruik bij het voedingspunt van een
installatie en beschermd met dubbele isolatie, tegen de gebruikers, per
EN61010-1 en IEC61010-1 2e editie (2001) tot categorie IV 600 V en
categorie III 1000 V; Vervuilingsgraad 2.
Copyright © 2011 Extech Instruments Corporation (a FLIR company)
Alle rechten zijn voorbehouden inclusief de rechten van namaak in zijn geheel of gedeeltelijk.
www.extech.com
19
MG302-EU-NL V2.0 4/11