Whitepaper Management Summary Met een aandeel van 15,9 procent in de wereldhandel is de Duitse machine- en installatiebouw wereldwijd leider op de markt van aanbieders van machines, nog voor de VS en China. In zestien van 32 internationaal vergelijkbare bedrijfstakken is de Duitse machine- en installatiebouw volgens de brancheorganisatie VDMA wereldmarktleider. De Duitse industriële ondernemingen rusten op deze koppositie echter niet op hun lauweren – in het desbetreffende onderzoek geeft 54 procent van de ondervraagde ondernemingen aan, het terugbrengen van de kosten als de grootste uitdaging voor de toekomst te zien. Dit is gekoppeld aan het streven de groei verder te laten toenemen en de productiviteit te laten stijgen. De oplossingen daarvoor bestaan uit veel afzonderlijke componenten en maatregelen. Eén daarvan is de aansluittechniek: de voortschrijdende automatiseringsgraad, steeds meer decentrale intelligentie in de installaties en modulaire machineconcepten vereisen een grote hoeveelheid aan bedrading. In het voorliggende onderzoek wordt gekeken naar welke aansluittechnieken daarbij momenteel worden toegepast. Het zwaartepunt van de peiling ligt daarbij op de push-in-aansluittechniek, waarmee massieve aders of aders met adereindhuls zonder gereedschap kunnen worden aangesloten. Volgens de resultaten van de peiling worden bij bijna 70 procent van de ondervraagde ondernemingen hoofdzakelijk veerdrukaansluitingen toegepast, gevolgd door schroefaansluitingen (54 procent) en connectoren (47 procent). Hoewel de push-in-aansluittechniek bij deze vraag naar de hoofdzakelijk toegepaste aansluittechnieken slechts zelden wordt genoemd, wordt die techniek toch door ongeveer 62 procent van de ondervraagde bedrijven gebruikt. De push-in-aansluitingen worden echter alleen bij bepaalde toepassingen gebruikt. Op basis van de gegevens van de deelnemers blijkt uit het berekende gemiddelde dat de ondervraagde ondernemingen de push-in-aansluittechniek bij circa 35 procent van hun toepassingen gebruiken. Voornaamste toepassingsgebied is daarbij de bedrading in de schakelkast: bijna 82 procent van de push-in-gebruikers past deze aansluittechniek hier toe. De op één na belangrijkste toepassing is de bedrading van de besturing, die door 58 procent van de gebruikers wordt genoemd; kort daarachter volgt de toepassing in verdeelkasten (50 procent). Bovendien is 14 procent van de ondervraagde ondernemingen van plan de push-in-aansluittechniek in de toekomst te gebruiken. Vooral de geringe bedradingstijd, de eenvoudige handling en de gereduceerde proceskosten bij het installeren worden in de peiling als argumenten voor de push-inaansluittechniek genoemd. Daar staat volgens de ondervraagden de hogere prijs van de klemmen tegenover – rond de 23 procent voert de prijs als argument tegen het gebruik van de push-inaansluitingen aan. Prijsonderzoek toont echter aan dat componenten met push-in-aansluitingen geenszins duurder zijn dan componenten met andere aansluitingen. Vooral ook met het oog op de minimalisering van de bedradings- en proceskosten, waar zo veel waarde aan wordt gehecht. Over de hele breedte geldt dat bij de keuze van de aanbieder van aansluittechniek vooral de productkwaliteit, de betrouwbaarheid en de eenvoudige handling in het dagelijkse gebruik van de producten doorslaggevend zijn. 1 | Whitepaper Whitepaper Onderzoeksmethode De peiling werd uitgevoerd door Vogel Business Media in opdracht van Phoenix Contact. Er zijn ondernemingen uit verschillende branches ondervraagd; in totaal namen 1428 personen deel aan het onderzoek. Een deel reageerde via mail en banners op een oproep die gepubliceerd was in de media elektronikpraxis, konstruktionspraxis en elektrotechnik (805 personen ofwel 56,4 procent), voor de rest respondeerden mensen uit het vak waarvan de contactgegevens door Phoenix Contact werden verstrekt (623 personen ofwel 43,6 procent). Bij die laatste groep gaat het zowel om klanten van de onderneming als om algemene "leads". De deelnemers aan de peiling zijn werkzaam in de volgende branches: machinebouw elektronische bedrijven gebouweninstallatietechniek energie chemische en kunststofverwerkende industrie voertuig-, scheeps- en vliegtuigbouw metaalbe- en -verwerking voedings- en genotsmiddelenbranche hout-, papier- en drukindustrie overige branches 35,2% 23,4% 16,2% 15,8% 9,2% 7,8% 7,4% 6,8% 5,1% 19,7% De grootte van de deelnemende bedrijven weerspiegelt duidelijk de structuur van de Duitse industrie met middelgrote ondernemingen: meer dan 57 procent van de deelnemers is werkzaam bij ondernemingen met minder dan 500 medewerkers, 18,6 procent bij kleine bedrijven met minder dan 20 medewerkers. Maar ook grote ondernemingen met meer dan 10.000 medewerkers zijn in de peiling vertegenwoordigd (10 procent). Aantal medewerkers % t/m 19 20 t/m 49 50 t/m 99 100 t/m 499 500 t/m 999 1.000 t/m 4.999 5.000 t/m 9.999 10.000 of meer weet niet/niet aangegeven aantal respondenten 265 116 114 324 140 219 64 145 41 % 18,6 8,1 8,0 22,7 9,8 15,3 4,5 10,2 2,9 Tabel 1: Omvang van de aan de peiling deelnemende bedrijven 2 | Whitepaper Whitepaper De meerderheid van de deelnemers werkt op het gebied van research en development, constructie resp. de engineering. Aantal % aantal % bedrijfsleiding / technisch management 287 20,1 inkoop 195 13,7 research / development / constructie 708 49,6 engineering 450 31,5 productie 212 14,8 onderhoud 239 16,7 dienstverlening 121 8,5 ander taakgebied 157 11,0 Tabel 2: Taakgebieden van de aan de peiling deelnemende personen Resultaten Ondernemingen willen groeien en efficiënter worden Op de vraag naar de drie grootste uitdagingen voor de onderneming in de eerstvolgende twaalf tot 24 maanden gaven de deelnemers verregaand hetzelfde antwoord: bijna overal werd kostenreductie als grootste uitdaging gezien (54,2 procent). Alleen bij deelnemers die in elektronische bedrijven en in de hout-, papier- en drukindustrie werkzaam zijn, wordt aan verdere groei een hogere prioriteit gegeven. In alle branches tezamen wordt de doelstelling "groei bevorderen" daarentegen maar door 40,4 procent van de deelnemers genoemd en staat daarmee op de tweede plaats in de prioriteitenlijst. Bovendien wordt de doelstelling "kosten reduceren" vaak genoemd in combinatie met de uitdaging de productiviteit verder te laten toenemen (38,4 procent). kostenbeperking 54,2 groei stimuleren 40,4 verhoging van de productiviteit 38,4 ontsluiten van nieuwe markten 33,3 harmonisering van processen 26,1 verbetering van de innovatiekracht 22,9 verhoging van de klantenbinding 19,2 verhoging van de flexibiliteit 17,7 optimalisering van de verkoop 12,5 geen 2,5 overige 2,2 Afbeelding 1: De grootste uitdagingen voor de deelnemende bedrijven 3 | Whitepaper Whitepaper Veerdrukaansluitingen domineren in de praktijk In alle branches hebben veerdrukaansluitingen het hoogste aandeel bij de bedrading. 67,9 procent van de deelnemers gebruikt hoofdzakelijk deze aansluittechniek in hun onderneming. Schroefaansluitingen worden door 54,1 procent van de deelnemers genoemd, met kort daaropvolgend de connectoren (47,6 procent). De veerdrukaansluitingen domineren in vrijwel alle soorten toepassing, alleen maken eigenaren van installaties of productielocaties iets vaker gebruik van schroefaansluitingen (64,9 procent tegen 64,4 procent voor veerdrukaansluitingen). Ook de deelnemers uit de branche voor metaalbe- en -verwerking wijken hiervan af: deze noemen connectoren als hun voornaamste aansluittechniek (66,2 procent), veerdrukaansluitingen volgen met 64,6 procent van de vermeldingen. veerdrukaansluitingen 67,9 schroefaansluitingen 54,1 connectoren 47,6 aansluitingen voor kabelschoenen 17,6 snijaansluittechniek 15,1 Afbeelding 2: De in de deelnemende ondernemingen voornamelijk ingezette aansluittechnieken Vooral bij de aansluittechnieken die op de tweede of derde plaats worden genoemd zijn verschillen zichtbaar: in de energiebranche, de chemische en kunststofverwerkende industrie, de voedings- en genotmiddelenbranche en de gebouweninstallatietechniek komt na de veerdrukaansluitingen de toepassing van schroefaansluitingen op de tweede plaats. In de machine-, voertuig-, scheeps- en vliegtuigbouw alsmede in de hout-, papier- en drukindustrie bezetten daarentegen connectoren de tweede plaats. Datzelfde geldt voor elektronische bedrijven, waarbij bovendien de snijaansluittechniek en kabelschoenen een relatief belangrijke rol spelen (elk 20,4 procent). Adereindhulzen zijn standaard geworden Uit de peiling blijkt dat onafhankelijk van de branche kan worden gezegd dat bij de bedrading soepele aders met adereindhulzen standaard zijn geworden. Van de deelnemers gebruikt 77 procent dergelijke aders. Alleen in de voertuig-, scheeps- en vliegtuigbouw worden vaker soepele aders zonder adereindhuls dan aders met adereindhuls toegepast (58,3 tegen 51,7 procent). Soepele aders zonder adereindhuls worden daarentegen gemiddeld over alle branches door slechts 44,8 procent van de deelnemers gebruikt. Gestripte massieve aders worden echter door slechts 28,9 procent van de deelnemers genoemd. Alleen in de gebouweninstallatietechniek is het aandeel hiervan bovengemiddeld hoog – 46,8 procent van de deelnemers uit deze branche geeft aan dat ze hun bedradingen ook met massieve aders uitvoeren. 4 | Whitepaper Whitepaper soepele aders met adereindhuls soepele aders zonder adereindhuls gestripte massieve aders overige weet niet / niet aangegeven 77,0 44,8 28,9 0,8 1,5 Afbeelding 3: In de ondernemingen toegepaste adersoorten Kwaliteit en betrouwbaarheid bepalen de keuze van de leverancier Bij de keuze van de aanbieder voor aansluittechniek kijken de deelnemers aan de peiling vooral naar de kwaliteit en betrouwbaarheid. Op de derde plaats wordt de eenvoudige handling van de aansluittechniek in de dagelijkse praktijk genoemd. Interessant is dat certificeringen veeleer een ondergeschikte rol spelen – snelle levertijden, onderhoudszekerheid voor de lange termijn en ook de prijs worden hoger gewaardeerd. productkwaliteit betrouwbaarheid eenvoudige handling in dagelijks gebruik onderhoudszekerheid op lange termijn prijs compatibiliteit snelle levertijden certificering uniformiteit – alles uit één hand technische innovatie reductie van de logistieke complexiteit dienstverlening van de aanbieder bekendheid van de onderneming 1,24 1,29 1,32 1,63 1,70 1,75 1,79 2,07 2,07 2,14 2,31 2,32 3,12 Tabel 3: Criteria voor de keuze van aanbieders van aansluittechniek (1=heel belangrijk, 5=niet belangrijk) Push-in-aansluittechniek wordt vaak gebruikt Phoenix Contact heeft enkele jaren geleden de push-in-aansluittechniek op de markt gebracht, waarmee massieve aders of aders met adereindhuls direct en zonder gereedschap in de aderaansluiting kunnen worden gestoken. De peiling toont aan dat deze techniek in de ondernemingen inmiddels algemeen is geworden: 62,2 procent van de ondervraagde bedrijven maakt er tegenwoordig gebruik van. 14,1 procent van de ondervraagde bedrijven gebruiken de push-inaansluittechniek weliswaar nu nog niet, maar zijn dit in de toekomst wel van plan. Daarnaast worden in de afzonderlijke ondernemingen zeker ook systemen van verschillende aanbieders toegepast zoals uit de meervoudige antwoorden bij de desbetreffende vraag blijkt. 5 | Whitepaper Whitepaper ja, zulke techniek wordt toegepast 62,2 nee, push-in-aansluittechniek wordt in onze onderneming niet toegepast en dat zit ook niet in de planning 14,4 nee, maar toepassing zit in de planning 14,1 weet niet / niet aangegeven 9,3 Afbeelding 4: Wordt de push-in-aansluittechniek toegepast? Vooral in de energiebranche wordt de push-in-aansluittechniek vaak gebruikt: 68,4 procent van de deelnemers uit deze branche bevestigt de toepassing van deze aansluittechniek. Vrijwel gelijk daarmee opgaand is het gebruik ervan in de gebouweninstallatietechniek met 68,1 procent. Aanmerkelijk zeldzamer is het gebruik bij ondernemingen uit de voertuig-, scheeps- en vliegtuigbouw – ook al past toch 54,1 procent van de deelnemers uit deze branche de push-in-techniek toe. Tegelijkertijd geeft echter ook 22,5 procent van de deelnemers uit deze branche aan de push-inaansluittechniek niet toe te passen en ook in de toekomst niet van plan te zijn dit te doen. Door alle branches heen wordt de push-in-aansluittechniek gemiddeld bij 35 procent van de toepassingen gebruikt. In de meeste van de ondervraagde ondernemingen (47,7 procent) wordt bij minder dan 50 procent van de toepassingen van deze aansluittechniek gebruik gemaakt. Maar toch – 10,6 procent van de ondervraagde ondernemingen maakt gebruik van de push-in-aansluittechniek in 75 tot 100 procent van de toepassingen, waarbij de deelnemers uit de machinebouw het grootste aandeel hierin hebben (13,7 procent). Bovendien gebruikt 1 procent van de deelnemers de push-inaansluittechniek zelfs bij al hun toepassingen. De desbetreffende ondernemingen zijn in verschillende branches actief: in de energiebranche, machinebouw, elektronicabedrijven, in de voertuig-, scheepsen vliegtuigbouw alsmede in de gebouweninstallatietechniek. bij alle toepassingen 1,0 bij 75 tot 100% 10,6 bij 50 tot 75% 16,9 bij 25 tot 50% 18,8 bij 5 tot 25% 31,5 bij minder dan 5% 16,2 weet niet / niet aangegeven 5,0 Afbeelding 5: Aandelen van de toepassingen waarbij van de push-in-aansluittechniek gebruik wordt gemaakt 6 | Whitepaper Whitepaper Toepassingen in de schakelkast domineren Ondernemingen die de push-in-aansluittechniek gebruiken, passen die vooral toe in de schakelkast (81,9 procent). Het aantal toepassingen in de bedrading van de besturing (58,1 procent) en in verdeelkasten (50,1 procent) is duidelijk geringer. Bij de vermogensbedrading wordt deze aansluittechniek met 20,5 procent veeleer zelden toegepast. Interessant is ook dat de chemische en kunststofverwerkende industrie de push-in-aansluittechniek relatief vaak ook in het veld inzet – 32,9 procent uit deze branche noemt dit toepassingsgebied, terwijl gemiddeld over alle branches slechts 16,8 procent de aansluittechniek ook in het veld gebruikt. in de schakelkast 81,9 in de bedrading van de besturing 58,1 in de verdeelkast 50,1 op de printplaat 22,1 in de vermogensbedrading 20,5 in het veld 16,8 Afbeelding 6: Toepassingsgebieden van de push-in-aansluittechniek De antwoorden op de vraag waar in de toekomst de push-in-aansluittechniek toegepast zal worden, leveren een vergelijkbaar beeld op: ook hier domineren de toepassingen in de schakelkast, gevolgd door de bedrading van besturingen en aansluitingen in de verdeelkast. Minder benodigde tijd voor de aansluiting Uit de peiling blijkt dat de geringe bedradingstijd het belangrijkste argument is voor het gebruik van de push-in-aansluittechniek – 89 procent van de deelnemers zien daarin het grootste voordeel van deze aansluittechniek. Vlak daarachter volgt de eenvoudige handling, die voor 87,6 procent van de deelnemers een argument voor de push-in-aansluittechniek is. Samen met de geringere proceskosten bij het installeren en een geringere benodigde tijd bij onderhoudswerkzaamheden worden vooral argumenten genoemd die voor een rationalisering van de bedrading spreken. In de kwaliteit van de verbinding en de techniek zelf ziet maar ongeveer de helft van de deelnemers een voordeel van de push-in-aansluittechniek. Tegenover de argumenten op het gebied van de efficiëntie van de push-in-aansluittechniek staat naar mening van enkele deelnemers de prijs van deze aansluittechniek: voor 22,9 procent is de prijs een argument tegen gebruik van de push-in-techniek. Verrassend is dat deelnemers ook in de beveiliging tegen verkeerd aansluiten een nadeel van de push-in-aansluittechniek zien (17,8 procent). Hier bestaat duidelijk nog behoefte aan voorlichting door de aanbieders van push-in-aansluitsystemen. Deze getallen kunnen echter worden gerelativeerd door naar het deel van de deelnemers te kijken dat bij beide argumenten een goede reden voor de push-in-techniek ziet: 26,8 procent beoordeelt deze aansluittechniek wat prijs betreft positief, voor 21,6 procent is de beveiliging tegen verkeerd aansluiten een goed argument voor de push-in-techniek. 7 | Whitepaper Whitepaper bedradingstijd handling proceskosten (bij de installatie) benodigde tijd bij onderhoud kwaliteit van de elektrische aansluiting kwaliteit prijs beveiliging tegen verkeerd aansluiten argument voor argument tegen weet niet / kan ik niet beoordelen 89,0 87,6 70,9 61,0 52,7 51,5 26,8 21,6 3,5 3,9 6,1 7,4 9,8 6,2 22,9 17,8 7,5 8,5 23,0 31,6 37,5 42,2 50,4 60,6 Afbeelding 7: Door deelnemers genoemde argumenten voor en tegen de push-in-aansluittechniek Lange gebruiksperioden van de aansluittechniek Bij de invoering van een nieuwe aansluittechniek respectievelijk overgang op een nieuw systeem tellen echter niet alleen technische argumenten – ook de component "tijd" speelt een belangrijke rol: de meerderheid van de deelnemers (42,2 procent) geeft immers aan een eenmaal ingevoerd systeem meer dan tien jaar te gebruiken, 32,8 procent van de deelnemers gebruikt een systeem altijd nog vijf tot tien jaar. Daarbij is het interessant dat deelnemers die op het gebied van onderhoud werkzaam zijn, de tendens hebben van langere gebruiksperioden uit te gaan: 55,2 procent rekent hier op een gebruiksduur van meer dan 10 jaar. Opvallend is ook dat de voedings- en genotsmiddelenindustrie "jachtiger" is: hier noemt immers 11,3 procent van de deelnemers als typische gebruiksperiode één tot twee jaar – het gemiddelde van alle antwoorden bedraagt slechts 5,4 procent. Daarentegen ligt de duur van een moderniseringscyclus bij 32,9 procent van de deelnemers bij 2 tot 5 jaar. Alleen de branche van de voertuig- scheeps- en vliegtuigbouw valt hier op door langere cycli – 41,4 procent van de deelnemers uit deze branche geeft aan dat bij hen een moderniseringscyclus 5 tot 10 jaar duurt. In overeenkomst met de lange gebruiksduur van de aansluittechniek verwachten de deelnemende ondernemingen ook een lange periode waarin de compatibiliteit voor de aansluitcomponenten gegarandeerd is. 41,9 procent geeft aan een gegarandeerde compatibiliteit voor een periode van meer dan 10 jaar te verwachten. 1-2 jaar 2-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar typische gebruikstijd duur van de moderniseringscyclus periode van de gegarandeerde compatibiliteit 1-2 jaar 5,4 20,7 7,1 Tabel 4: Eisen aan de aansluittechniek betreffende de tijdsduur 8 | Whitepaper 2-5 jaar 19,7 32,9 19,0 5-10 jaar 32,8 27,3 31,9 >10 jaar 42,2 19,1 41,9 Whitepaper Conclusie Het onderzoek toont aan dat de push-in-aansluittechniek tegenwoordig in alle branches vaste voet heeft weten te krijgen. Dankzij de eenvoudige handling en de hoge efficiëntie bij de bedrading ondersteunt deze aansluittechniek ondernemingeneffectief bij het halen van hun doelstellingen wat betreft kostenbesparing en rationalisering van de processen. Tegelijkertijd heeft de push-in-aansluittechniek echter nog steeds groeipotentieel: ondernemingen die de push-in-aansluitingen al gebruiken, kunnen het systeem bij nog meer toepassingen inzetten – vooral aansluitingen in het veld bieden hier nog mogelijkheden. Tegelijkertijd is ook de marktpenetratie van de push-in-aansluittechniek nog niet compleet – dat blijkt alleen al uit het feit dat meer dan 14 procent van de ondervraagde ondernemingen van plan zijn deze aansluittechniek in de toekomst te gebruiken. Het onderzoek laat echter ook zien dat er gereserveerdheid tegenover deze techniek bestaat: hier worden vooral de prijs en de beveiliging tegen verkeerd aansluiten genoemd. Daarbij kunnen deze beide argumenten welbeschouwd relatief eenvoudig worden ontkracht: een prijsvergelijking laat zien dat push-in-klemmen niet per se duurder zijn dan klemmen die met andere aansluittechnieken zijn uitgevoerd. Bovendien biedt toepassing van de push-in-aansluittechniek in de gehele procesketen van de bedrading duidelijke kostenvoordelen, die eventuele meerkosten voor de afzonderlijke klemmen snel compenseren. Bij het thema "veiligheid" laten de talrijke tests en certificeringen al zien, dat de push-inaansluittechniek op dit gebied geen nadelen kent. Alleen door de eenvoudige handling van deze aansluittechniek al zal de kans op verkeerd aansluiten extra worden verkleind. Wanneer de producenten deze argumenten intensiever communiceren, zal dat eventuele twijfels snel wegnemen en extra groeipotentieel voor de push-in-aansluittechniek aanboren. ■ 9 | Whitepaper