GEBRUIKERSHANDLEIDING 3300 ICP - 7.0 Inhoudsopgave 1 OVER DE TELEFOON De 5220 IP-telefoon in externe modus gebruiken Functietoegangscodes Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen TIPS TER VERHOGING VAN UW GEMAK EN VEILIGHEID Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders! Bescherm uw oren De weergavehoek wijzigen 3 3 4 4 4 4 5 6 DE TELEFOON AANPASSEN Belsignaal regelen Volumeregelknoppen handset Volumeregeling luidspreker Contrastregeling van de display Functietoetsen Taal wijzigen GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN Een gesprek plaatsen Een oproep beantwoorden Noodoproepen Telefoonboek Opnieuw kiezen Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer Snelgesprektoetsen Verkort kiezen: persoonlijk Handsfree-functie Automatisch beantwoorden Meeluisteren -i- 6 6 6 6 7 7 8 8 8 9 11 11 11 12 13 14 15 15 16 GESPREKKEN AFHANDELEN Wacht Doorschakelen Conferentie Conferentie splitsen Gesprek dat in de wacht staat toevoegen Wisselen Gesprekdoorschakeling Gesprekdoorschakeling: op afstand Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen Gesprekdoorschakeling: gedwongen Gesprekdoorschakeling: negeren Berichten: adviestekst Berichten: terugbellen GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN Accountcodes Terugbellen Wachtstand - Extern ophalen In wacht Gesprek opnemen Achter Niet storen Negeren Paging Directe oproepen Herinnering Hoofdtelefoon Hoofdtelefoon (met functieschakelaar) Muziek Groepsoproep / Meet Me beantw Trunk Flash Een gesprek opnemen Hot Desking Gesprek van label voorzien Gesprekshistorie -ii- 16 16 17 17 17 18 19 21 22 22 22 23 24 26 26 26 27 28 29 29 30 30 30 31 32 32 33 34 34 35 36 38 40 41 DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de Overnamemodus -iii- 43 44 45 OVER DE TELEFOON De MITEL NETWORKS 5220IP -telefoon beschikt over tien toetsen met vaste functies ( Superkey, Doorz./Conf., Kies opn., Bericht, Wachten, Annuleren, Luidspreker, Microfoon, , ), drie softkeys en 14 persoonlijke toetsen met ingebouwde statusindicatoren. De persoonlijke toets rechtsonder is altijd uw hoofdlijn; de overige persoonlijke toetsen kunt u programmeren als functie- of lijnweergavetoets of als toets voor verkort kiezen. Zie Functietoetsen voor instructies voor het programmeren van persoonlijke toetsen. Persoonlijke toetsen kunnen als functietoetsen (bijvoorbeeld de toets Wissel ) worden geprogrammeerd door uzelf of door de beheerder. De telefoon is ook voorzien van beeldschermondersteuning voor het selecteren van functies, de mogelijkheid tot het kiezen van nummers met de hoorn op de haak en een grote berichtindicator. Opmerking: Als u de SuperKey gebruikt, gaat u als u op Annuleren drukt, één menuniveau terug. -1- 1. 2. 3. 4. 5. 6. Display Bericht wachtindicator Softkeys Vaste functietoetsen Volumeregeling Programmeerbare functietoetsen -2- BELANGRIJK VOOR GEBRUIKERS VAN HOOFDTELEFOONS: Hoofdtelefoons van Mitel Networks met functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde hoofdtelefoonaansluiting (de aansluiting het dichtste bij de voorkant van het apparaat). Door installatie wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelle-ontkoppelingsstekker, wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld. Indicatoren voor telefoonstatus De lijn is dan is de indicator Inactief Uit Bezet Aan Gaat over Knippert langzaam In de wacht op uw toestel Knippert snel In de wacht op een ander toestel Knippert langzaam aan/snel uit De 5220 IP-telefoon in externe modus gebruiken Met de externe modus kunt u de 5220 IP-telefoon thuis of elders buiten het kantoor gebruiken. Zie de Remote IP Phones Guide op www.mitel.com voor informatie over het programmeren van de 5020 IP-telefoon voor externe bediening. Functietoegangscodes Voor het gebruik van bepaalde functies is het kiezen van toegangscodes vereist. Deze codes zijn flexibel en kunnen anders zijn dan de codes in deze gids. Vraag de beheerder om een lijst met codes die u moet gebruiken. -3- Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen Als u gedurende een gesprek twee pieptonen hoort die om de 20 seconden worden herhaald, betekent dit dat de telefoon wordt overgeschakeld naar een secundair 3300 ICP-systeem. U kunt het gesprek voortzetten; sommige toetsen en functies op uw telefoon werken nu anders. De telefoon werkt weer normaal nadat deze weer is overgeschakeld naar het primaire systeem. TIPS TER VERHOGING VAN UW GEMAK EN VEILIGHEID Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders! Langdurig gebruik van de hoorn kan nek-, schouder- of rugproblemen veroorzaken, vooral wanneer u de hoorn vasthoudt tussen uw nek en schouders. Als u veel aan de telefoon zit, kan het prettiger zijn om een hoofdtelefoon te gebruiken. Zie het gedeelte over het gebruik van de hoofdtelefoon elders in deze handleiding voor meer informatie. Als de telefoon niet actief is en is overgeschakeld naar het secundaire systeem, ziet u een knipperende indicator op het scherm. Deze indicator blijft aanwezig op het scherm totdat de telefoon weer naar het primaire systeem wordt overgeschakeld. Bescherm uw oren Uw telefoon is uitgerust met een knopje waarmee u het volume van de hoorn en de hoofdtelefoon kunt regelen. Aangezien langdurige blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot een verminderd gehoor, moet u het volume niet al te hard zetten. -4- De weergavehoek wijzigen U kunt de telefoon kantelen met de ingebouwde standaard, zodat u een beter zicht heeft op de toetsen. De telefoon kantelen voor een beter zicht: 1. Druk op de ontgrendelingsnokjes aan de zijkanten van de standaard. 2. Draai de twee voorste haken en schuif de twee achterste haken van de standaard in de bovenste of onderste uitsparingen aan de achterzijde van de telefoon. -5- DE TELEFOON AANPASSEN Belsignaal regelen Het volume van het belsignaal aanpassen wanneer de telefoon overgaat: z Druk op of . De beltoon aanpassen wanneer de telefoon niet actief is: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op op Superkey. de softkey Nee tot "Beltoon?" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Ja. of . Superkey. Volumeregelknoppen handset Het volume van de handset aanpassen wanneer u de handset gebruikt: z Druk op of . Volumeregeling luidspreker Het volume van de luidspreker regelen wanneer u een gesprek voert met de hoorn op de haak of wanneer u naar achtergrondmuziek luistert: z Druk op of . Contrastregeling van de display De contrastregeling van de display aanpassen wanneer de telefoon niet actief is: z Druk op of . -6- Functietoetsen Met de Superkey op uw telefoon en met het bureaubladprogramma kunt u persoonlijke toetsen programmeren. Het bureaubladprogramma is een browserinterface waarin u snel en eenvoudig toetsen kunt programmeren. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het bureaubladprogramma. Informatie over een toets weergeven: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op een persoonlijke toets of op Kies opn. 3. Druk op Superkey. Een persoonlijke toets opnieuw programmeren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Druk Druk Druk Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Pers. toetsen?" verschijnt. de softkey Ja. een persoonlijke toets die geen lijntoets is. de softkey Wijzig de softkey Nee tot de gewenste functie verschijnt. de softkey Ja. Superkey. Taal wijzigen De taal van de display wijzigen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Taal?" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Wijzig de softkey Nee tot de gewenste taal verschijnt. de softkey Ja. -7- GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN Een gesprek plaatsen 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken. 3. Kies het gewenste nummer, - OF Druk op een toets voor verkort kiezen. - OF Druk op Kies opn. Een oproep beantwoorden z Neem de hoorn van de haak. - OF Druk op de knipperende lijnweergavetoets en neem de hoorn van de haak. -8- Noodoproepen Waarschuwing voor het bellen van alarmnummers: Vraag de plaatselijke overheden naar alarmnummers en de beschikbaarheid van 112 of vergelijkbare diensten in uw regio. Alarmnummers kunnen op twee manieren worden gebeld, afhankelijk van de programmering van de 3300 ICP: z z Routering van noodoproepen NIET geprogrammeerd Routering van noodoproepen WEL geprogrammeerd Voorzichtig: Vraag de systeembeheerder hoe u alarmnummers kunt bellen. ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN NOODOPROEPEN NIET IS GEPROGRAMMEERD Als routering van noodoproepen NIET is geprogrammeerd, moet u een alarmnummer kiezen door de hoorn op te nemen en de geprogrammeerde LIM-toets (lijninterfacemodule) te selecteren. Als de privacymodus is ingeschakeld en de lokale lijn van de LIM-toets bezet is, wordt er geen nummer gekozen via de LIM-lijn. Het bellen van een alarmnummer via een IP-verbinding wordt mogelijk niet ondersteund vanwege de configuratie van het ICP-systeem en het land waarin u zich bevindt. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie. Een alarmnummer bellen via de LIM-lijn: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets. Op het toestel verschijnt de mededeling IP FAIL: ANALOG CALL 3. Kies het lokale alarmnummer.. -9- Wanneer er geen IP-verbinding kan worden gemaakt, belt u een alarmnummer als volgt via de LIM-lijn: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets. Op het toestel verschijnt de mededeling IP FAIL: ANALOG CALL. 3. Kies het lokale alarmnummer. ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN NOODOPROEPEN WEL IS GEPROGRAMMEERD Opmerking: Deze procedure geldt als aanvulling op de methoden die hiervoor zijn beschreven. Een alarmnummer bellen terwijl routering van noodoproepen wel is geprogrammeerd: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies het lokale alarmnummer (112 of vergelijkbaar nummer). Raadpleeg De lijninterfacemodule gebruiken voor meer informatie over het gebruik van de LIM-lijn. -10- Telefoonboek Voor elke letter in de naam drukt u op de betreffende toets op het toetsenblok totdat de letter wordt weergegeven. Als u bijvoorbeeld de C nodig heeft, drukt u driemaal op het cijfer 2. Als u een fout maakt, corrigeert u deze met de softkey . Als de volgende letter van de naam bij dezelfde toets hoort als de voorgaande letter, drukt u op de softkey voordat u verdergaat. Gebruik zonodig de softkey om een spatie in te voegen tussen de voor- en achternaam. Het telefoonboek gebruiken: 1. 2. 3. 4. Druk op de softkey Tel.boek. Voer de naam van de gewenste persoon in. Druk op de softkey Opzoeken. Als de naam niet kan worden gevonden, bewerkt u de oorspronkelijke naam. 5. Als de naam niet uniek is, drukt u op de softkey Volgende. 6. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een gesprek wilt voeren, drukt u op de softkey Bel. Als u de invoer wilt bewerken, drukt u op de softkey Herhl. Druk op Superkey om te stoppen. Opnieuw kiezen Het laatste nummer dat u handmatig heeft gekozen, opnieuw kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op Kies opn. Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer Het nummer opslaan dat u het laatst handmatig heeft gekozen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies **79. Een opgeslagen nummer opnieuw kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *6*. -11- Snelgesprektoetsen U kunt toetsen voor verkort kiezen gebruiken om een gesprek te plaatsen of om tijdens een gesprek een reeks cijfers te verzenden (druk bijvoorbeeld tijdens een gesprek op een toets Verkort kiezen om een wachtwoord van meerdere cijfers te verzenden). Een opgeslagen nummer voor verkort kiezen kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op een toets voor verkort kiezen. Een nummer voor verkort kiezen opslaan: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Pers. toetsen?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op een persoonlijke toets die geen lijntoets is. Druk op de softkey Wijzig Druk op de softkey Ja. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een nieuw nummer wilt invoeren, kiest u het nummer. Druk op Wachten tussen de cijfers als u een pauze tijdens het bellen van het nummer wilt invoeren; druk meerdere malen op Wachten als u een langere pauze wilt. Druk op Doorz./Conf. als u een telefoonsignaal (trunk flash) wilt invoeren. (Zie "Trunk Flash" voor meer informatie over het gebruik van deze functie.) Als u het laatst gekozen nummer wilt opgeven, drukt u op Kies opn.. 8. Als u het nummer privé wilt maken, drukt u op de softkey Prive. 9. Druk op de softkey Opslaan. 0. Druk op Superkey. -12- Verkort kiezen: persoonlijk U kiest als volgt een opgeslagen privé-nummer voor verkort kiezen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *58. 3. Voer een indexnummer in tussen 00 en 09. U slaat als volgt een privé-nummer voor verkort kiezen op: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Kies *67. Voer een indexnummer in tussen 00 en 09. Kies het nummer dat u wilt opslaan (druk op Wachten tussen de cijfers als u een pauze tijdens het bellen van het nummer wilt invoeren; druk meerdere malen op Wachten als u een langere pauze wilt). 5. Hang op. -13- Handsfree-functie Met de handsfree-functie gesprekken tot stand brengen: 1. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken. 2. Kies het gewenste nummer. 3. Communiceer via de luidspreker en de microfoon. Met de handsfree-functie gesprekken beantwoorden: 1. Druk op de knipperende lijntoets. 2. Communiceer via de luidspreker en de microfoon. Ophangen tijdens het gebruik van de handsfree-functie: z Druk op Luidspreker. De microfoon tijdelijk uitschakelen terwijl de handsfree-functie is ingeschakeld: z Druk op Microfoon (het lampje van de microfoon gaat uit). U kunt de microfoon als volgt opnieuw inschakelen en doorgaan met de conversatie: z Druk op Microfoon (het lampje van de microfoon gaat aan). De handsfree-functie uitschakelen: z Neem de hoorn van de haak. De handsfree-functie weer inschakelen: 1. Druk op Luidspreker. 2. Hang op. -14- Automatisch beantwoorden Automatisch antwoorden in- of uitschakelen: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op de softkey Nee totdat "AutoBeantw.?" verschijnt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de toets ZetAan om de functie Automatisch beantwoorden in te schakelen. Druk op de toets ZetUit om de functie Automatisch beantwoorden uit te schakelen. Een gesprek beantwoorden wanneer u de terugbeltoon hoort: z Communiceer via de luidspreker en de microfoon. Een gesprek beëindigen: z Druk op Annuleren. - OF Wacht totdat de beller ophangt. Meeluisteren Met de functie Meeluisteren kunt u een gesprek voeren via de hoorn terwijl anderen in de nabije omgeving kunnen meeluisteren naar de gesprekspartner via de luidspreker in de telefoon. Wanneer de functie Meeluisteren is ingeschakeld, staat de handsfree-microfoon in de telefoon uit. U kunt als volgt anderen in de kamer laten meeluisteren naar uw gesprekspartner: z Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren. U kunt als volgt de functie Meeluisteren uitschakelen en weer terugkeren naar een privé-gesprek: z Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren. U kunt als volgt van een 'meeluistergesprek' een handsfree-gesprek maken zodat anderen in de kamer aan het gesprek kunnen deelnemen: z Druk op LUIDSP. -15- GESPREKKEN AFHANDELEN Wacht Een gesprek in de wacht zetten: z Druk op Wachten. Een gesprek uit de wacht halen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de knipperende lijntoets. Een gesprek uit de wacht opnemen op een ander station: z Druk op de knipperende lijntoets. - OF Kies **1 en het nummer van het station waarop het gesprek in de wacht is gezet. Doorschakelen Een actief gesprek doorschakelen: 1. Druk op Doorz./Conf. 2. Kies het nummer van de derde partij. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Hang op om het doorschakelen te voltooien. Kondig het doorschakelen aan door te wachten op antwoord, de derde partij in te lichten en vervolgens op te hangen. Druk op Annuleren als u het doorschakelen wilt annuleren. Een actief gesprek doorschakelen terwijl u de hoofdtelefoon gebruikt: 1. Druk op Doorz./Conf. 2. Kies het nummer van de derde partij. 3. U kunt het doorschakelen voltooien door op de functietoets Vrijgave te drukken. -16- Conferentie Een conferentie tot stand brengen als er al twee personen met elkaar in gesprek zijn, of een andere partij toevoegen aan een bestaande conferentie: 1. 2. 3. 4. Druk op Doorz./Conf. Kies het nummer van de volgende persoon. Wacht op een antwoord. Druk op Doorz./Conf. Een telefonische conferentie verlaten: z Hang op. Conferentie splitsen Een conferentie splitsen en een privé-gesprek voeren met de oorspronkelijke persoon: z Druk op de softkey Splits. Gesprek dat in de wacht staat toevoegen U verplaatst als volgt een gesprek in de wacht naar een andere lijnweergave: 1. Druk op de toets van de beschikbare lijn. 2. Druk op de softkey ToegPrk. 3. Druk op de knipperende lijntoets. U voegt als volgt een bestand in de wacht toe aan een bestaand gesprek of een bestaande conferentie: 1. Druk op de softkey ToegPrk. 2. Druk op de knipperende lijntoets. -17- Wisselen U belt als volgt een andere persoon wanneer u zich bevindt in een gesprek waarbij twee partijen zijn betrokken: 1. Druk op Doorz./Conf. 2. Kies het gewenste nummer. U wisselt als volgt tussen de twee personen: z Druk op de softkey Wissel. -18- Gesprekdoorschakeling Hiermee kunt u inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Bij Altijd worden alle binnenkomende gesprekken altijd doorgestuurd, ongeacht de status van uw telefoon. Bij Int-Bez worden interne gesprekken doorgeschakeld als de telefoon bezet is en bij Ext-Bez worden externe gesprekken doorgestuurd als de telefoon bezet is. Bij GA-Int worden interne gesprekken die u niet beantwoordt na een aantal malen overgaan doorgestuurd, en bij GA-Ext worden externe gesprekken die u niet beantwoordt na een aantal malen overgaan doorgestuurd. Opmerking: Meer informatie over "Ik ben hier" vindt u bij Gesprekdoorschakeling: op afstand. U programmeert Gesprekdoorschakeling als volgt: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op de softkey Volgende totdat het type gesprekdoorschakeling wordt weergegeven (zie hierboven). Druk op de softkey Herzien. Als het nummer al is geprogrammeerd, drukt u op de softkey Wijzig. Druk op de softkey Program. Kies het nummer van het doelstation. Druk op de softkey Opslaan. -19- U schakelt Gesprekdoorschakeling als volgt in of uit (wanneer de functie is ingeprogrammeerd): 1. 2. 3. 4. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op de softkey Volgende totdat het type gesprekdoorschakeling wordt weergegeven. 5. Druk op de softkey Herzien. 6. Druk op de softkey Wijzig 7. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de toets ZetAan om de functie Gesprekdoorschakeling in te schakelen. Druk op de toets ZetUit om de functie Gesprekdoorschakeling uit te schakelen. -20- Gesprekdoorschakeling: op afstand Gesprekken van een station op afstand doorsturen naar uw huidige locatie: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Druk op de softkey Volgende totdat "Ik ben hier" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Kies het extensienummer van het station op afstand. Druk op de softkey Opslaan. Gesprekdoorschakeling annuleren: op afstand vanaf het station waarop dit is ingesteld: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Kies **77. Kies het extensienummer van het station op afstand. Hang op. Gesprekdoorschakeling annuleren: op afstand vanaf het station waarvan de gesprekken worden doorgestuurd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk Druk Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Herzien. de softkey Wijzig de softkey ZetUit. Superkey. -21- Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen Gesprekken niet meer laten doorsturen door het nummer van de doelextensie: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies 64. 3. Hang op. Als u gesprekken weer wilt kunnen laten doorschakelen door het nummer van de doelextensie: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies **73. 3. Hang op. Gesprekdoorschakeling: gedwongen U zorgt er als volgt voor dat een binnenkomend gesprek hoe dan ook wordt doorgestuurd: z Druk op de softkey Omleid. Gesprekdoorschakeling: negeren De opdracht Gesprekdoorschakeling negeren en een station bellen: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *1*. 3. Kies het extensienummer. -22- Berichten: adviestekst Berichten: adviestekst inschakelen: 1. 2. 3. 4. 5. Druk Druk Druk Druk Druk op op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt. de softkey Ja. de softkey Volgende tot het gewenste bericht verschijnt. de softkey ZetAan. Berichten: adviestekst uitschakelen: 1. 2. 3. 4. Druk Druk Druk Druk op op op op Superkey. de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt. de softkey Ja. de softkey ZetUit. -23- Berichten: terugbellen Een indicatie dat een bericht wacht achterlaten op een telefoon wanneer u de ingesprektoon of terugbeltoon hoort: z Druk op Bericht. Reageren op een indicatie dat een bericht wacht op uw telefoon: 1. Druk op Bericht. 2. Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u uw wachtwoord in en drukt u op de softkey Invoer. 3. Druk op de softkey Ja. 4. Voer een of alle van de volgende handelingen uit, indien vereist: Druk op de softkey Meer als u het tijdstip wilt zien waarop het bericht is verzonden. Druk tweemaal op de softkey Meer als u het nummer van de beller wilt zien. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de afzender van het bericht wilt bellen, drukt u op de softkey Bel. Als u het bericht wilt wissen, drukt u op de softkey Wis. Als u het volgende bericht wilt weergeven, drukt u op de opdrachttoets Bericht. Vanaf een station op afstand controleren of er berichten zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Afstands Bericht" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Kies uw extensienummer. Druk op de softkey Invoer. Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u uw wachtwoord in en drukt u op de softkey Invoer. 7. Druk op de softkey Ja. -24- Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen (maximaal 7 cijfers, geen 0): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Nieuw Wachtw?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een nieuw wachtwoord wilt invoeren, voert u een nieuw wachtwoord in. Als u het wachtwoord wilt wijzigen of wissen, voert u het huidige wachtwoord in. Druk op de softkey Invoer. Voer een van de volgende handelingen uit als u het wachtwoord wijzigt of wist: Als u uw wachtwoord wilt wijzigen, voert u een nieuw wachtwoord in en drukt u op de softkey Invoer. Als u het wachtwoord wilt wissen, voert u 0 in. Voer het wachtwoord opnieuw in. Als u een wachtwoord instelt of wijzig, voert u uw wachtwoord in en drukt u op de softkey Invoer. Druk op Superkey. -25- GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN Accountcodes U gebruikt als volgt geforceerde accountcodes: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies de cijfers van de accountcode. 3. Druk op #. U voert als volgt een accountcode in tijdens een gesprek: 1. 2. 3. 4. 5. Druk op Superkey. Druk op de softkey Ja. Kies de cijfers van de accountcode. Druk op de softkey Opslaan. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de softkey Ja voor een gecontroleerde accountcode. Druk op de softkey Nee voor een niet-gecontroleerde accountcode. Terugbellen U verzoekt als volgt om te worden teruggebeld wanneer het station dat u belt bezet is of niet opneemt: z Druk op de softkey Terugbellen. U beantwoordt als volgt een verzoek om terug te bellen: z Neem de hoorn van de haak. Een verzoek om terug te bellen, annuleren: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Kies *1#. Kies het nummer van het gebelde station. Hang op. Alle verzoeken om terug te bellen, annuleren: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies #1. 3. Hang op. -26- Wachtstand - Extern ophalen U kunt als volgt een gesprek ophalen dat in de wachtstand is gezet door de telefonist: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies *23. 3. Kies de console-ID en het nummer van de locatie waar het gesprek in de wacht is gezet. -27- In wacht Met de functie In wacht kunt u een gesprek in de wacht zetten. Vervolgens kunt u of iemand anders het gesprek uit de wacht halen vanaf elk toestel in het systeem. Nadat een gesprek in de wacht is gezet, kunt u automatisch worden verbonden met een oproepsysteem zodat u de gewenste persoon kunt informeren over het gesprek. U kunt als volgt een actief gesprek in de wacht zetten: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de functietoets In wacht (moet zijn geprogrammeerd). Druk op DS./CONF. en kies vervolgens *7#. Op het scherm ziet u WACHT@, gevolgd door de bestemming en de wachtrij-index (indien van toepassing). Voorbeeld: WACHT@ 1234 @ 02. 2. Kies het nummer van de telefoonlijst waarbij u het gesprek in de wacht wilt zetten (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de functietoets In wacht ). 3. Als u een gebruiker wilt laten weten dat een gesprek voor hem of haar in de wacht staat, gaat u op een van de volgende manieren te werk: Als automatisch oproepen is ingeschakeld, kondigt u het gesprek aan, evenals de cijfers op het scherm waarmee het gesprek uit de wacht kan worden gehaald. Als automatisch oproepen niet is ingeschakeld, drukt u op de geprogrammeerde toets Oproep of kiest u **9, gevolgd door het nummer van de oproepzone (indien nodig). Kondig vervolgens de oproep aan evenals de cijfers waarmee het gesprek uit de wacht kan worden gehaald. Deze cijfers worden weergegeven op het scherm. Opmerking: Oproepen via een luidspreker is niet toegestaan als u handsfree belt. U moet de hoorn of de hoofdtelefoon gebruiken. -28- U kunt als volgt een gesprek uit de wacht ophalen: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies *8#. Druk op de functietoets Uit wacht (moet zijn geprogrammeerd). 2. Kies het nummer van de telefoonlijst waarbij het gesprek in de wacht staat (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de functietoets In wacht ). 3. Als er onder het nummer meerdere gesprekken in de wacht staan, kiest u het tweecijferige indexnummer om een specifiek gesprek op te halen. Met # kunt u het gesprek ophalen dat het langste in de wacht staat. Gesprek opnemen Een oproep beantwoorden die binnenkomt op een ander station in uw opneemgroep: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de softkey Overn.. Een oproep beantwoorden die binnenkomt op een station dat niet in uw opneemgroep zit: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Kies **6. 3. Kies het nummer van het station dat overgaat. Achter U wacht als volgt op vrijkomen van een station in gesprek: z Druk op de softkey Wacht. U neemt als volgt een gesprek op wanneer u de toon voor wachten op vrijkomen bij in gesprek hoort: z Druk op de softkey Wissel. -29- Niet storen U schakelt de functie Niet storen als volgt in of uit: z Druk op de functietoets Niet storen. Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand: 1. Neem de hoorn op. 2. Kies **5. 3. Kies het nummer van het station waarvoor u Niet storen wilt inschakelen. 4. Hang op. Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn op. Kies ##5. Kies het nummer van het station waarop Niet storen is ingeschakeld. Hang op. Negeren De functie Negeren gebruiken als u een bezettoon of de toon voor Niet storen krijgt: z Druk op de functietoets Meeluisteren. Paging Paging gebruiken: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn op. Druk op de functietoets Pager. Kies het nummer van de paging zone (indien nodig). Kondig de oproep aan. -30- Directe oproepen Met Directe paging kunt u een persoon pagen via de luidspreker van de telefoon. Als bij de opgeroepen persoon de functie Aankondiging via luidspreker is ingeschakeld, is de oproep hoorbaar, ook wanneer die persoon een gesprek voert via de hoorn of de hoofdtelefoon. Iemand pagen: 1. 2. 3. 4. Neem de hoorn van de haak. Druk op de functietoets Directe oproep. Kies het extensienummer. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort. Als de functie voor handsfree beantwoorden is ingeschakeld op uw telefoon en u een directe paging krijgt terwijl de telefoon niet actief is, of terwijl u een gesprek voert via een hoorn of hoofdtelefoon, wordt automatisch na één signaal een handsfree-gesprek tot stand gebracht. Voor de volgende instructies is er vanuit gegaan dat de functie voor handsfree beantwoorden niet is ingeschakeld op uw telefoon. Een directe paging beantwoorden(wordt aangegeven met één belsignaal): z Neem de hoorn op. - OF Druk op Microfoon. U beantwoordt een page als volgt wanneer u de hoorn gebruikt: z Druk op Microfoon. U schakelt de functie voor handsfree antwoorden als volgt in of uit: z Druk op Microfoon terwijl de telefoon niet actief is. -31- Herinnering U programmeert als volgt een herinnering: 1. 2. 3. 4. 5. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Voer de tijd in in een 24-uursnotatie. Druk op de softkey Opslaan. U kunt als volgt een ingestelde herinnering weergeven, wijzigen en/of annuleren: 1. 2. 3. 4. Druk op Superkey. Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt. Druk op de softkey Ja. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de herinnering wilt wijzigen, drukt u op Wijzig, voert u de nieuwe tijd in en drukt u op de softkey Opslaan. Als u een herinnering wilt annuleren, drukt u op de softkey Wis. Druk op Superkey om te stoppen zonder de herinnering te annuleren. U bevestigt als volgt een herinnering wanneer de telefoon eenmaal overgaat: z Druk op de softkey Bevst.. Hoofdtelefoon U schakelt als volgt de hoofdtelefoon in: z Druk op de functietoets Hoofdtelefoon. U beantwoordt als volgt een gesprek (wanneer Automatisch beantwoorden is uitgeschakeld): z Druk op de knipperende lijntoets. U hangt als volgt op: z Druk op Annuleren. U schakelt als volgt de hoofdtelefoon uit: z Druk op de functietoets Hoofdtelefoon. -32- Hoofdtelefoon (met functieschakelaar) BELANGRIJKE OPMERKING: Hoofdtelefoons van Mitel Networks met functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde hoofdtelefoonaansluiting (de aansluiting het dichtste bij de voorkant van het apparaat). Door installatie wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelleontkoppelingsstekker, wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld. Als u de hoofdtelefoon voor langere tijd moet gebruiken, moet u de telefoon weer instellen op de hoofdtelefoonmodus met de functietoets Hoofdtelefoon. U schakelt als volgt de hoofdtelefoon in: z Druk op de functietoets Hoofdtelefoon. Een oproep beantwoorden: z Druk op de knipperende lijnweergavetoets. - OF Druk snel op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en laat deze weer los. U dempt als volgt de hoofdtelefoonmicrofoon: z Druk op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en houd deze ingedrukt. U hangt als volgt op: z Druk op Annuleren. - OF Druk snel op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en laat deze weer los. U schakelt als volgt de hoofdtelefoon uit: z Druk op de functietoets Hoofdtelefoon. -33- Muziek Muziek in- en uitschakelen wanneer de telefoon niet actief is: 1. Druk op Superkey. 2. Druk op de softkey Nee totdat "Muziek?" verschijnt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk op de softkey ZetAan om de muziek in te schakelen. Druk op de softkey ZetUit om de muziek uit te schakelen. 4. Druk op Superkey. Groepsoproep / Meet Me beantw Met Groep-paging kunt u een groep telefoons oproepen via de ingebouwde luidsprekers. U kunt behoren tot maximaal drie page-groepen, waarbij één groep wordt aangewezen als uw hoofdgroep. Wanneer u moet reageren op een groepspage maar u niet weet wie of welk extensienummer u heeft opgeroepen, gebruikt u de functie Meet Me beantw. U heeft maximaal 15 minuten nadat u een page heeft ontvangen de tijd om de functie Meet Me beantw. te gebruiken. U maakt als volgt een groepspage: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op Directe paging of kies *37. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u uw primaire page-groep wilt pagen, drukt u op #. Als u een specifieke page-groep wilt pagen, kiest u het lijstnummer van de page-groep. 4. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort. U reageert als volgt op een groepspage met Meet Me beantw.: 1. Neem de hoorn op. 2. Kies *88. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt reageren op een page van uw hoofdpage-groep, drukt u op #. Als u wilt reageren op een page van een specifieke page-groep, kiest u het lijstnummer van de page-groep. -34- Trunk Flash Met de functie Trunk Flash heeft u toegang tot de Centrex-functies (voorzover beschikbaar) als u een extern gesprek voert. U voert als volgt een flash van de lijn uit wanneer u een extern gesprek voert: 1. 2. 3. 4. Druk op Doorz./Conf. Kies *57 voor één flash of *56 voor een dubbele flash. Wacht op de kiestoon. Kies de toegangscode voor de Centrex-functie. -35- Een gesprek opnemen Met deze functie kunt u telefoongesprekken opnemen via het voicemailsysteem. Opmerking: in sommige rechtsgebieden bent u wettelijk verplicht om de andere partij op de hoogte te brengen van het feit dat u een gesprek opneemt. Neem contact op met de systeembeheerder voor specifieke instructies. De opname starten tijdens een gesprek met twee partijen: z Druk op de toets Gesprek opnemen. (Zie Functietoetsen elders in deze handleiding voor instructies waarmee u een toets voor het opnemen van gesprekken kunt programmeren op de telefoon.) Opmerking: u kunt het systeem zodanig programmeren dat externe gesprekken automatisch worden opgenomen wanneer u of de andere partij een gesprek aanneemt. Een opname onderbreken: z Druk op de functietoets Pauze. Een onderbroken opname hervatten: z Druk op de functietoets Doorgaan. Een opname stoppen zonder deze op te slaan: z Druk op de functietoets Stoppen & wissen. Een opname stoppen en opslaan: z Druk op de functietoets Stoppen & opslaan. Wanneer u het gesprek in de wacht zet, wordt de opname opgeslagen. Wanneer u het gesprek uit de wacht haalt, wordt een nieuwe opname gestart. Afhankelijk van de programmering van het systeem kan een gesprek ook worden opgeslagen wanneer u op een TRANS/CONF - of een DSS -toets drukt. -36- Een opname beluisteren: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Open de voicemailbox. 3. Volg de aanwijzingen om de opname te zoeken. -37- Hot Desking Via Hot Desking kunt u een flexibele aanmelding bij het telefoonsysteem uitvoeren. U kunt zich dan aanmelden vanaf elke telefoon die als Hot Desk is ingesteld. U krijgt een toestelnummer voor Hot Desking toegewezen waarmee u zich bij een telefoon kunt aanmelden. Uw snelgespreknummers, functietoetsen, doorschakelingsinstellingen, lijnweergaven en taalvoorkeur voor de display zijn dan automatisch op de telefoon beschikbaar. Als u na de aanmelding telefooninstellingen wijzigt (en bijvoorbeeld een snelgespreknummer toevoegt), worden de wijzigingen automatisch opgeslagen in uw persoonlijke profiel. Dit profiel wordt geactiveerd zodra u zich aanmeldt bij een telefoon die ondersteuning biedt voor Hot Desking. Opmerking: In een profiel voor Hot Desking kunnen dertien programmeerbare toetsen worden opgenomen. Als u zich aanmeldt bij een telefoon die minder toetsen heeft, worden de overtollige toetsen 'verborgen'. De functie van deze extra toetsen gaat niet verloren; de toetsen zijn alleen niet beschikbaar. Een aanmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren (het toestel mag niet bezet zijn): 1. 2. 3. 4. Druk op de softkey HotDesk. Druk op de softkey Aanmelden. Voer uw toestelnummer voor Hot Desking in. Druk op de softkey OK. Een afmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren (het toestel mag niet bezet zijn): 1. Druk op de softkey HotDesk. 2. Druk op de softkey Afmelden. 3. Druk op de softkey Bevestigen. Opmerking: Uw profiel kan maar op één toestel tegelijk actief zijn. Als u zich bij een ander toestel aanmeldt zonder dat u zich hebt afgemeld bij het eerste toestel, wordt uw profiel op de eerste telefoon automatisch gedeactiveerd. -38- Externe afmelding voor Hot Desking Als een gebruiker vergeten is zich af te melden bij een Hot Desk, kan deze worden afgemeld vanaf elke telefoon die ondersteuning biedt voor een externe afmelding voor Hot Desking. Een externe afmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren: 1. Kies 111. 2. Kies het toestelnummer voor Hot Desking dat u wilt afmelden. -39- Gesprek van label voorzien Met de functie Gesprek van label voorzien kunt u aangeven dat u het slachtoffer bent van een gesprek met een bedreigend of kwaadwillig persoon. Met dit label kan uw systeembeheerder of telefoonmaatschappij de oorsprong van het gesprek achterhalen en deze informatie doorspelen aan het betreffende personeel of de autoriteiten. VOORZICHTIG: Wanneer een gesprek met een niet-kwaadwillig persoon van een label wordt voorzien, kunnen boetes of andere straffen worden opgelegd. Een gesprek met een kwaadwillig persoon van een label voorzien: z z z Druk op de functietoets Gesprek van label voorzien terwijl het gesprek gaande is. Raadpleeg 'Functietoetsen' elders in deze handleiding voor informatie over het programmeren van een functietoets Gesprek van label voorzien op uw telefoon. -OFDruk op TRANS/CONF. Kies *55. {>Wanneer het gesprek is voorzien van een label, verschijnt 'Thank you!' (Dank u) op het scherm; anders wordt 'Not allowed' (Niet toegestaan) weergegeven. Opmerking: de functie Gesprek van een label voorzien kan alleen worden gebruikt tijdens gesprekken waarbij twee partijen betrokken zijn. Gesprekken die in de wacht staan en conferentiegesprekken kunnen niet van een label worden voorzien. -40- Gesprekshistorie Met Gesprekshistorie kunt u de namen (indien beschikbaar) en de telefoonnummers bijhouden van gemiste gesprekken, uitgaande beantwoorde gesprekken en externe uitgaande gesprekken. Als de functie eenmaal op uw telefoon is ingeschakeld door de systeembeheerder, werkt Gesprekshistorie automatisch. U kunt als volgt de gesprekshistorie weergeven en gespreksgegevens bekijken: 1. Druk op de functietoets Gesprekshistorie. Het totale aantal gemiste gesprekken wordt tussen haakjes ( ) aangegeven en het aantal nieuwe gemiste gesprekken wordt met een * aangegeven. 2. Als u door de lijst met gemiste gesprekken wilt bladeren, drukt u op de functietoets * (Ja), en vervolgens op Omhoog en Omlaag om door de lijst te bladeren. Als u beantwoorde of uitgaande gesprekken wilt weergeven, drukt u eenmaal op de functietoets # (Nee) voor beantwoorde gesprekken en tweemaal voor uitgaande gesprekken. Gebruik de toetsen Omhoog en Omlaag om door de lijst met beantwoorde of uitgaande gesprekken te bladeren. 3. Als u het nummer van het gesprek wilt weergeven, drukt u op de functietoets Detail terwijl de gespreksrecord wordt weergegeven. Druk op de functietoets Volgende tot de tijd en de datum verschijnen. -41- U kunt als volgt een gesprek beantwoorden: 1. Kies het gesprek dat u wilt beantwoorden. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Als het een intern gesprek betreft en de naam van de beller bekend is, drukt u op de functietoets Bel. Bij onbekende nummers wordt de functietoets Bel niet weergegeven. Als het een extern gesprek betreft en u externe gesprekken gewoonlijk vooraf laat gaan door bijvoorbeeld een 9, is het systeem waarschijnlijk zo geprogrammeerd door de systeembeheerder dat de 9 voor u wordt ingevoegd. Als dat het geval is, wordt het gesprek onmiddellijk gestart als u op de functietoets Bel drukt. Soms kan het systeem het nummer niet automatisch kiezen. Als dit gebeurt, kunt u de gekozen cijfers handmatig bewerken door met het functietoetspictogram <-- in het midden van de display de knipperende cursor op de positie van het eerste cijfer te zetten. Gebruik de functietoets --> om de cursor naar het juiste cijfer te verplaatsen en druk op Wissen om het cijfer te verwijderen. Nadat u de gewenste cijfers hebt verwijderd, typt u de juiste cijfers. Nadat u de gewenste cijfers hebt verwijderd, typt u de juiste cijfers. Wanneer u de kiesreeks naar wens hebt aangepast, drukt u op de functietoets Bel om het nummer te bellen. U verwijdert als volgt alle lijsten met gemiste, beantwoorde of uitgaande gesprekken: 1. Nadat u het type logboek hebt geselecteerd dat u wilt verwijderen, drukt u op de functietoets Alles verwijderen. . 2. Bevestig dat u alle items wilt verwijderen door op de functietoets Ja te drukken. U kunt als volgt een bepaald gesprek verwijderen uit het gesprekkenlogboek: z Terwijl het gesprekkenlogboek dat u wilt verwijderen wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Verwijderen. -42- DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN De 5220 IP-telefoon biedt ondersteuning voor de Mitel-lijninterfacemodule (LIM). Met de lijninterfacemodule kunt u oproepen plaatsen en ontvangen via een analoge lijn (LIM-lijn) die op de telefoon is aangesloten. De lijninterfacemodule werkt in een van de twee volgende modi, afhankelijk van de modus die door de systeembeheerder is ingesteld: z z LIM-modus: Op de telefoon kunt u altijd de LIM-lijn gebruiken. Overnamemodus: U kunt de LIM-lijn alleen gebruiken wanneer er geen IP-verbinding kan worden gemaakt. Opmerking: Op de LIM-lijn kunt u geen nummers handsfree of met de hoorn op de haak kiezen. Raadpleeg Noodroepen voor informatie over het bellen van alarmnummers via de lijninterfacemodule. -43- Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog U plaatst als volgt een gesprek via de analoge lijn: 1. Lift the handset. 2. Druk op de toets die als LIM-toets is geprogrammeerd. ANALOG CALL wordt weergegeven. 3. Kies het gewenste nummer. Opmerking: Wanneer u via de analoge lijn een extern gesprek plaatst, hoeft u geen prefix voor het nummer te kiezen. Als voor de LIM-toets van de telefoon de optie Privégesprek is ingeschakeld, hebt u geen toegang tot de analoge lijn wanneer de analoge lijn door een andere telefoon wordt gebruikt (de toets is continu oranje). U krijgt pas toegang tot de analoge lijn als de gebruiker van de andere telefoon heeft opgehangen. Vraag de systeembeheerder of de optie Privégesprek is ingeschakeld. U beantwoordt als volgt een oproep met de analoge lijn: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de gemarkeerde LIM-toets. U beantwoordt als volgt een wachtende oproep met de analoge lijn: Note: Als u een abonnement hebt op een wachtservice voor analoge oproepen, kunt u de haak van de hoorn gebruiken of op Annuleren ( ) drukken om een wachtende analoge oproep te beantwoorden. Wanneer u een gesprek voert op de analoge lijn en er een wachtende analoge oproep binnenkomt, hoort u een pieptoon. Deze functie wordt mogelijk niet in alle regio's ondersteund. U kunt als volgt een wachtende analoge oproep beantwoorden of teruggaan naar het oorspronkelijke analoge gesprek: 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Druk kort op de haak van de hoorn. Druk op Annuleren ( ). 2. Druk op de toets die als LIM-toets is geprogrammeerd. -44- U zet als volgt het huidige gesprek in de wacht om een inkomende analoge oproep te beantwoorden: z Druk op de gemarkeerde LIM-toets. U kunt als volgt schakelen tussen het huidige gesprek en het gesprek in de wacht wanneer voor een van de gesprekken de analoge lijn wordt gebruikt: z z Als u voor het huidige gesprek de analoge lijn gebruikt, drukt u op de knipperende lijntoets van het gesprek in de wacht. Het analoge gesprek wordt automatisch in de wacht gezet. Als u voor het huidige gesprek de IP-lijn gebruikt, drukt u op de gemarkeerde LIM-toets. Het IP-gesprek wordt automatisch in de wacht gezet. U beëindigt als volgt een gesprek wanneer er een analoge oproep binnenkomt: z Druk op Annuleren ( ) en vervolgens op de gemarkeerde LIM-toets. Het huidige gesprek wordt beëindigd en u wordt verbonden met de beller op de analoge lijn. U beëindigt als volgt een analoog gesprek wanneer er een oproep binnenkomt: z Druk op Annuleren ( ). Het huidige analoge gesprek wordt beëindigd en u wordt verbonden met de nieuwe beller. Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de Overnamemodus U brengt als volgt een gesprek via de analoge lijn tot stand wanneer de IP-verbinding niet werkt: 1. Neem de hoorn van de haak. Op de telefoon verschijnt de melding IP FAIL: ANALOG CALL. 2. Kies het gewenste nummer. U beantwoordt als volgt een oproep via de analoge lijn wanneer de IPverbinding niet werkt: z Neem de hoorn van de haak. De oproep wordt beantwoord. Op de telefoon verschijnt de melding IP FAIL: ANALOG CALL. -45- TM, ® Handelsmerk van Mitel Networks Corporation. © Copyright 2006, Mitel Networks Corporation. Alle rechten voorbehouden.