5220 IP-telefoon Gebruikershandleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING
3300 ICP - 7.0
Inhoudsopgave
1
OVER DE TELEFOON
De 5220 IP-telefoon in externe modus gebruiken
Functietoegangscodes
Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen
TIPS TER VERHOGING VAN UW GEMAK EN VEILIGHEID
Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders!
Bescherm uw oren
De weergavehoek wijzigen
3
3
4
4
4
4
5
6
DE TELEFOON AANPASSEN
Belsignaal regelen
Volumeregelknoppen handset
Volumeregeling luidspreker
Contrastregeling van de display
Functietoetsen
Taal wijzigen
GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN
Een gesprek plaatsen
Een oproep beantwoorden
Noodoproepen
Telefoonboek
Opnieuw kiezen
Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer
Snelgesprektoetsen
Verkort kiezen: persoonlijk
Handsfree-functie
Automatisch beantwoorden
Meeluisteren
-i-
6
6
6
6
7
7
8
8
8
9
11
11
11
12
13
14
15
15
16
GESPREKKEN AFHANDELEN
Wacht
Doorschakelen
Conferentie
Conferentie splitsen
Gesprek dat in de wacht staat toevoegen
Wisselen
Gesprekdoorschakeling
Gesprekdoorschakeling: op afstand
Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen
Gesprekdoorschakeling: gedwongen
Gesprekdoorschakeling: negeren
Berichten: adviestekst
Berichten: terugbellen
GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Accountcodes
Terugbellen
Wachtstand - Extern ophalen
In wacht
Gesprek opnemen
Achter
Niet storen
Negeren
Paging
Directe oproepen
Herinnering
Hoofdtelefoon
Hoofdtelefoon (met functieschakelaar)
Muziek
Groepsoproep / Meet Me beantw
Trunk Flash
Een gesprek opnemen
Hot Desking
Gesprek van label voorzien
Gesprekshistorie
-ii-
16
16
17
17
17
18
19
21
22
22
22
23
24
26
26
26
27
28
29
29
30
30
30
31
32
32
33
34
34
35
36
38
40
41
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de
Overnamemodus
-iii-
43
44
45
OVER DE TELEFOON
De MITEL NETWORKS 5220IP -telefoon beschikt over tien toetsen met vaste
functies ( Superkey, Doorz./Conf., Kies opn., Bericht, Wachten,
Annuleren, Luidspreker, Microfoon,
,
), drie softkeys en 14
persoonlijke toetsen met ingebouwde statusindicatoren. De persoonlijke
toets rechtsonder is altijd uw hoofdlijn; de overige persoonlijke toetsen kunt
u programmeren als functie- of lijnweergavetoets of als toets voor verkort
kiezen. Zie Functietoetsen voor instructies voor het programmeren van
persoonlijke toetsen.
Persoonlijke toetsen kunnen als functietoetsen (bijvoorbeeld de toets
Wissel ) worden geprogrammeerd door uzelf of door de beheerder.
De telefoon is ook voorzien van beeldschermondersteuning voor het
selecteren van functies, de mogelijkheid tot het kiezen van nummers met de
hoorn op de haak en een grote berichtindicator.
Opmerking: Als u de SuperKey gebruikt, gaat u als u op Annuleren drukt,
één menuniveau terug.
-1-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Display
Bericht wachtindicator
Softkeys
Vaste functietoetsen
Volumeregeling
Programmeerbare functietoetsen
-2-
BELANGRIJK VOOR GEBRUIKERS VAN HOOFDTELEFOONS:
Hoofdtelefoons van Mitel Networks met functieschakelaar moeten worden
aangesloten op de daarvoor bestemde hoofdtelefoonaansluiting (de
aansluiting het dichtste bij de voorkant van het apparaat). Door installatie
wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de
hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelle-ontkoppelingsstekker,
wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld.
Indicatoren voor telefoonstatus
De lijn is
dan is de indicator
Inactief
Uit
Bezet
Aan
Gaat over
Knippert langzaam
In de wacht op uw toestel
Knippert snel
In de wacht op een ander toestel Knippert langzaam aan/snel uit
De 5220 IP-telefoon in externe modus gebruiken
Met de externe modus kunt u de 5220 IP-telefoon thuis of elders buiten het
kantoor gebruiken. Zie de Remote IP Phones Guide op www.mitel.com voor
informatie over het programmeren van de 5020 IP-telefoon voor externe
bediening.
Functietoegangscodes
Voor het gebruik van bepaalde functies is het kiezen van toegangscodes
vereist. Deze codes zijn flexibel en kunnen anders zijn dan de codes in deze
gids. Vraag de beheerder om een lijst met codes die u moet gebruiken.
-3-
Voor gebruikers van resilient 3300 ICP-systemen
Als u gedurende een gesprek twee pieptonen hoort die om de 20 seconden
worden herhaald, betekent dit dat de telefoon wordt overgeschakeld naar
een secundair 3300 ICP-systeem. U kunt het gesprek voortzetten; sommige
toetsen en functies op uw telefoon werken nu anders. De telefoon werkt
weer normaal nadat deze weer is overgeschakeld naar het primaire systeem.
TIPS TER VERHOGING VAN UW GEMAK EN
VEILIGHEID
Klem de hoorn niet tussen uw hoofd en schouders!
Langdurig gebruik van de hoorn kan nek-, schouder- of rugproblemen
veroorzaken, vooral wanneer u de hoorn vasthoudt tussen uw nek en
schouders. Als u veel aan de telefoon zit, kan het prettiger zijn om een
hoofdtelefoon te gebruiken. Zie het gedeelte over het gebruik van de
hoofdtelefoon elders in deze handleiding voor meer informatie. Als de
telefoon niet actief is en is overgeschakeld naar het secundaire systeem, ziet
u een knipperende indicator op het scherm. Deze indicator blijft aanwezig op
het scherm totdat de telefoon weer naar het primaire systeem wordt
overgeschakeld.
Bescherm uw oren
Uw telefoon is uitgerust met een knopje waarmee u het volume van de
hoorn en de hoofdtelefoon kunt regelen. Aangezien langdurige blootstelling
aan harde geluiden kan leiden tot een verminderd gehoor, moet u het
volume niet al te hard zetten.
-4-
De weergavehoek wijzigen
U kunt de telefoon kantelen met de ingebouwde standaard, zodat u een
beter zicht heeft op de toetsen.
De telefoon kantelen voor een beter zicht:
1. Druk op de ontgrendelingsnokjes aan de zijkanten van de standaard.
2. Draai de twee voorste haken en schuif de twee achterste haken van de
standaard in de bovenste of onderste uitsparingen aan de achterzijde van
de telefoon.
-5-
DE TELEFOON AANPASSEN
Belsignaal regelen
Het volume van het belsignaal aanpassen wanneer de telefoon
overgaat:
z
Druk op
of
.
De beltoon aanpassen wanneer de telefoon niet actief is:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee tot "Beltoon?" verschijnt.
de softkey Ja.
de softkey Ja.
of
.
Superkey.
Volumeregelknoppen handset
Het volume van de handset aanpassen wanneer u de handset
gebruikt:
z
Druk op
of
.
Volumeregeling luidspreker
Het volume van de luidspreker regelen wanneer u een gesprek voert
met de hoorn op de haak of wanneer u naar achtergrondmuziek
luistert:
z
Druk op
of
.
Contrastregeling van de display
De contrastregeling van de display aanpassen wanneer de telefoon
niet actief is:
z
Druk op
of
.
-6-
Functietoetsen
Met de Superkey op uw telefoon en met het bureaubladprogramma kunt u
persoonlijke toetsen programmeren. Het bureaubladprogramma is een
browserinterface waarin u snel en eenvoudig toetsen kunt programmeren.
Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het
bureaubladprogramma.
Informatie over een toets weergeven:
1. Druk op Superkey.
2. Druk op een persoonlijke toets of op Kies opn.
3. Druk op Superkey.
Een persoonlijke toets opnieuw programmeren:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee totdat "Pers. toetsen?" verschijnt.
de softkey Ja.
een persoonlijke toets die geen lijntoets is.
de softkey Wijzig
de softkey Nee tot de gewenste functie verschijnt.
de softkey Ja.
Superkey.
Taal wijzigen
De taal van de display wijzigen:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee totdat "Taal?" verschijnt.
de softkey Ja.
de softkey Wijzig
de softkey Nee tot de gewenste taal verschijnt.
de softkey Ja.
-7-
GESPREKKEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN
Een gesprek plaatsen
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken.
3. Kies het gewenste nummer,
- OF Druk op een toets voor verkort kiezen.
- OF Druk op Kies opn.
Een oproep beantwoorden
z
Neem de hoorn van de haak.
- OF Druk op de knipperende lijnweergavetoets en neem de hoorn van de haak.
-8-
Noodoproepen
Waarschuwing voor het bellen van alarmnummers: Vraag de
plaatselijke overheden naar alarmnummers en de beschikbaarheid van 112
of vergelijkbare diensten in uw regio.
Alarmnummers kunnen op twee manieren worden gebeld, afhankelijk van de
programmering van de 3300 ICP:
z
z
Routering van noodoproepen NIET geprogrammeerd
Routering van noodoproepen WEL geprogrammeerd
Voorzichtig: Vraag de systeembeheerder hoe u alarmnummers kunt bellen.
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN
NOODOPROEPEN NIET IS GEPROGRAMMEERD
Als routering van noodoproepen NIET is geprogrammeerd, moet u
een alarmnummer kiezen door de hoorn op te nemen en de
geprogrammeerde LIM-toets (lijninterfacemodule) te selecteren. Als
de privacymodus is ingeschakeld en de lokale lijn van de LIM-toets
bezet is, wordt er geen nummer gekozen via de LIM-lijn. Het bellen
van een alarmnummer via een IP-verbinding wordt mogelijk niet
ondersteund vanwege de configuratie van het ICP-systeem en het land
waarin u zich bevindt. Neem contact op met de systeembeheerder voor
meer informatie.
Een alarmnummer bellen via de LIM-lijn:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets.
Op het toestel verschijnt de mededeling IP FAIL: ANALOG CALL
3. Kies het lokale alarmnummer..
-9-
Wanneer er geen IP-verbinding kan worden gemaakt, belt u een
alarmnummer als volgt via de LIM-lijn:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de geprogrammeerde LIM-toets.
Op het toestel verschijnt de mededeling IP FAIL: ANALOG CALL.
3. Kies het lokale alarmnummer.
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTERING VAN
NOODOPROEPEN WEL IS GEPROGRAMMEERD
Opmerking: Deze procedure geldt als aanvulling op de methoden die
hiervoor zijn beschreven.
Een alarmnummer bellen terwijl routering van noodoproepen wel is
geprogrammeerd:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies het lokale alarmnummer (112 of vergelijkbaar nummer).
Raadpleeg De lijninterfacemodule gebruiken voor meer informatie over het
gebruik van de LIM-lijn.
-10-
Telefoonboek
Voor elke letter in de naam drukt u op de betreffende toets op het
toetsenblok totdat de letter wordt weergegeven. Als u bijvoorbeeld de C
nodig heeft, drukt u driemaal op het cijfer 2. Als u een fout maakt, corrigeert
u deze met de softkey
. Als de volgende letter van de naam bij dezelfde
toets hoort als de voorgaande letter, drukt u op de softkey
voordat u
verdergaat. Gebruik zonodig de softkey
om een spatie in te voegen
tussen de voor- en achternaam.
Het telefoonboek gebruiken:
1.
2.
3.
4.
Druk op de softkey Tel.boek.
Voer de naam van de gewenste persoon in.
Druk op de softkey Opzoeken.
Als de naam niet kan worden gevonden, bewerkt u de oorspronkelijke
naam.
5. Als de naam niet uniek is, drukt u op de softkey Volgende.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u een gesprek wilt voeren, drukt u op de softkey Bel.
„ Als u de invoer wilt bewerken, drukt u op de softkey Herhl.
„ Druk op Superkey om te stoppen.
Opnieuw kiezen
Het laatste nummer dat u handmatig heeft gekozen, opnieuw kiezen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op Kies opn.
Opnieuw kiezen: opgeslagen nummer
Het nummer opslaan dat u het laatst handmatig heeft gekozen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies **79.
Een opgeslagen nummer opnieuw kiezen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies *6*.
-11-
Snelgesprektoetsen
U kunt toetsen voor verkort kiezen gebruiken om een gesprek te plaatsen of
om tijdens een gesprek een reeks cijfers te verzenden (druk bijvoorbeeld
tijdens een gesprek op een toets Verkort kiezen om een wachtwoord van
meerdere cijfers te verzenden).
Een opgeslagen nummer voor verkort kiezen kiezen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op een toets voor verkort kiezen.
Een nummer voor verkort kiezen opslaan:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Pers. toetsen?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Druk op een persoonlijke toets die geen lijntoets is.
Druk op de softkey Wijzig
Druk op de softkey Ja.
Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u een nieuw nummer wilt invoeren, kiest u het nummer. Druk op
Wachten tussen de cijfers als u een pauze tijdens het bellen van het
nummer wilt invoeren; druk meerdere malen op Wachten als u een
langere pauze wilt.
„ Druk op Doorz./Conf. als u een telefoonsignaal (trunk flash) wilt
invoeren. (Zie "Trunk Flash" voor meer informatie over het gebruik
van deze functie.)
„ Als u het laatst gekozen nummer wilt opgeven, drukt u op Kies opn..
8. Als u het nummer privé wilt maken, drukt u op de softkey Prive.
9. Druk op de softkey Opslaan.
0. Druk op Superkey.
-12-
Verkort kiezen: persoonlijk
U kiest als volgt een opgeslagen privé-nummer voor verkort kiezen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies *58.
3. Voer een indexnummer in tussen 00 en 09.
U slaat als volgt een privé-nummer voor verkort kiezen op:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn van de haak.
Kies *67.
Voer een indexnummer in tussen 00 en 09.
Kies het nummer dat u wilt opslaan (druk op Wachten tussen de cijfers
als u een pauze tijdens het bellen van het nummer wilt invoeren; druk
meerdere malen op Wachten als u een langere pauze wilt).
5. Hang op.
-13-
Handsfree-functie
Met de handsfree-functie gesprekken tot stand brengen:
1. Druk op een lijnweergavetoets als u geen hoofdlijn wilt gebruiken.
2. Kies het gewenste nummer.
3. Communiceer via de luidspreker en de microfoon.
Met de handsfree-functie gesprekken beantwoorden:
1. Druk op de knipperende lijntoets.
2. Communiceer via de luidspreker en de microfoon.
Ophangen tijdens het gebruik van de handsfree-functie:
z
Druk op Luidspreker.
De microfoon tijdelijk uitschakelen terwijl de handsfree-functie is
ingeschakeld:
z
Druk op Microfoon (het lampje van de microfoon gaat uit).
U kunt de microfoon als volgt opnieuw inschakelen en doorgaan met
de conversatie:
z
Druk op Microfoon (het lampje van de microfoon gaat aan).
De handsfree-functie uitschakelen:
z
Neem de hoorn van de haak.
De handsfree-functie weer inschakelen:
1. Druk op Luidspreker.
2. Hang op.
-14-
Automatisch beantwoorden
Automatisch antwoorden in- of uitschakelen:
1. Druk op Superkey.
2. Druk op de softkey Nee totdat "AutoBeantw.?" verschijnt.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk op de toets ZetAan om de functie Automatisch beantwoorden in
te schakelen.
„ Druk op de toets ZetUit om de functie Automatisch beantwoorden uit
te schakelen.
Een gesprek beantwoorden wanneer u de terugbeltoon hoort:
z
Communiceer via de luidspreker en de microfoon.
Een gesprek beëindigen:
z
Druk op Annuleren.
- OF Wacht totdat de beller ophangt.
Meeluisteren
Met de functie Meeluisteren kunt u een gesprek voeren via de hoorn terwijl
anderen in de nabije omgeving kunnen meeluisteren naar de
gesprekspartner via de luidspreker in de telefoon. Wanneer de functie
Meeluisteren is ingeschakeld, staat de handsfree-microfoon in de telefoon
uit.
U kunt als volgt anderen in de kamer laten meeluisteren naar uw
gesprekspartner:
z
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren.
U kunt als volgt de functie Meeluisteren uitschakelen en weer
terugkeren naar een privé-gesprek:
z
Druk op de toets die u hebt geprogrammeerd voor Meeluisteren.
U kunt als volgt van een 'meeluistergesprek' een handsfree-gesprek
maken zodat anderen in de kamer aan het gesprek kunnen
deelnemen:
z
Druk op LUIDSP.
-15-
GESPREKKEN AFHANDELEN
Wacht
Een gesprek in de wacht zetten:
z
Druk op Wachten.
Een gesprek uit de wacht halen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de knipperende lijntoets.
Een gesprek uit de wacht opnemen op een ander station:
z
Druk op de knipperende lijntoets.
- OF Kies **1 en het nummer van het station waarop het gesprek in de wacht
is gezet.
Doorschakelen
Een actief gesprek doorschakelen:
1. Druk op Doorz./Conf.
2. Kies het nummer van de derde partij.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Hang op om het doorschakelen te voltooien.
„ Kondig het doorschakelen aan door te wachten op antwoord, de derde
partij in te lichten en vervolgens op te hangen.
„ Druk op Annuleren als u het doorschakelen wilt annuleren.
Een actief gesprek doorschakelen terwijl u de hoofdtelefoon gebruikt:
1. Druk op Doorz./Conf.
2. Kies het nummer van de derde partij.
3. U kunt het doorschakelen voltooien door op de functietoets Vrijgave te
drukken.
-16-
Conferentie
Een conferentie tot stand brengen als er al twee personen met elkaar
in gesprek zijn, of een andere partij toevoegen aan een bestaande
conferentie:
1.
2.
3.
4.
Druk op Doorz./Conf.
Kies het nummer van de volgende persoon.
Wacht op een antwoord.
Druk op Doorz./Conf.
Een telefonische conferentie verlaten:
z
Hang op.
Conferentie splitsen
Een conferentie splitsen en een privé-gesprek voeren met de
oorspronkelijke persoon:
z
Druk op de softkey Splits.
Gesprek dat in de wacht staat toevoegen
U verplaatst als volgt een gesprek in de wacht naar een andere
lijnweergave:
1. Druk op de toets van de beschikbare lijn.
2. Druk op de softkey ToegPrk.
3. Druk op de knipperende lijntoets.
U voegt als volgt een bestand in de wacht toe aan een bestaand
gesprek of een bestaande conferentie:
1. Druk op de softkey ToegPrk.
2. Druk op de knipperende lijntoets.
-17-
Wisselen
U belt als volgt een andere persoon wanneer u zich bevindt in een
gesprek waarbij twee partijen zijn betrokken:
1. Druk op Doorz./Conf.
2. Kies het gewenste nummer.
U wisselt als volgt tussen de twee personen:
z
Druk op de softkey Wissel.
-18-
Gesprekdoorschakeling
Hiermee kunt u inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander
nummer. Bij Altijd worden alle binnenkomende gesprekken altijd
doorgestuurd, ongeacht de status van uw telefoon. Bij Int-Bez worden
interne gesprekken doorgeschakeld als de telefoon bezet is en bij Ext-Bez
worden externe gesprekken doorgestuurd als de telefoon bezet is. Bij GA-Int
worden interne gesprekken die u niet beantwoordt na een aantal malen
overgaan doorgestuurd, en bij GA-Ext worden externe gesprekken die u niet
beantwoordt na een aantal malen overgaan doorgestuurd.
Opmerking: Meer informatie over "Ik ben hier" vindt u bij
Gesprekdoorschakeling: op afstand.
U programmeert Gesprekdoorschakeling als volgt:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Druk op de softkey Volgende totdat het type gesprekdoorschakeling
wordt weergegeven (zie hierboven).
Druk op de softkey Herzien.
Als het nummer al is geprogrammeerd, drukt u op de softkey Wijzig.
Druk op de softkey Program.
Kies het nummer van het doelstation.
Druk op de softkey Opslaan.
-19-
U schakelt Gesprekdoorschakeling als volgt in of uit (wanneer de
functie is ingeprogrammeerd):
1.
2.
3.
4.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Druk op de softkey Volgende totdat het type gesprekdoorschakeling
wordt weergegeven.
5. Druk op de softkey Herzien.
6. Druk op de softkey Wijzig
7. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk op de toets ZetAan om de functie Gesprekdoorschakeling in te
schakelen.
„ Druk op de toets ZetUit om de functie Gesprekdoorschakeling uit te
schakelen.
-20-
Gesprekdoorschakeling: op afstand
Gesprekken van een station op afstand doorsturen naar uw huidige
locatie:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Druk op de softkey Volgende totdat "Ik ben hier" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Kies het extensienummer van het station op afstand.
Druk op de softkey Opslaan.
Gesprekdoorschakeling annuleren: op afstand vanaf het station
waarop dit is ingesteld:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn van de haak.
Kies **77.
Kies het extensienummer van het station op afstand.
Hang op.
Gesprekdoorschakeling annuleren: op afstand vanaf het station
waarvan de gesprekken worden doorgestuurd:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee totdat "Gesprek doorsch?" verschijnt.
de softkey Ja.
de softkey Herzien.
de softkey Wijzig
de softkey ZetUit.
Superkey.
-21-
Gesprekdoorschakeling: keten beëindigen
Gesprekken niet meer laten doorsturen door het nummer van de
doelextensie:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies 64.
3. Hang op.
Als u gesprekken weer wilt kunnen laten doorschakelen door het
nummer van de doelextensie:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies **73.
3. Hang op.
Gesprekdoorschakeling: gedwongen
U zorgt er als volgt voor dat een binnenkomend gesprek hoe dan ook
wordt doorgestuurd:
z
Druk op de softkey Omleid.
Gesprekdoorschakeling: negeren
De opdracht Gesprekdoorschakeling negeren en een station bellen:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies *1*.
3. Kies het extensienummer.
-22-
Berichten: adviestekst
Berichten: adviestekst inschakelen:
1.
2.
3.
4.
5.
Druk
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt.
de softkey Ja.
de softkey Volgende tot het gewenste bericht verschijnt.
de softkey ZetAan.
Berichten: adviestekst uitschakelen:
1.
2.
3.
4.
Druk
Druk
Druk
Druk
op
op
op
op
Superkey.
de softkey Nee totdat "Gepr. Berichten" verschijnt.
de softkey Ja.
de softkey ZetUit.
-23-
Berichten: terugbellen
Een indicatie dat een bericht wacht achterlaten op een telefoon
wanneer u de ingesprektoon of terugbeltoon hoort:
z
Druk op Bericht.
Reageren op een indicatie dat een bericht wacht op uw telefoon:
1. Druk op Bericht.
2. Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u uw wachtwoord in en drukt
u op de softkey Invoer.
3. Druk op de softkey Ja.
4. Voer een of alle van de volgende handelingen uit, indien vereist:
„ Druk op de softkey Meer als u het tijdstip wilt zien waarop het bericht
is verzonden.
„ Druk tweemaal op de softkey Meer als u het nummer van de beller
wilt zien.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u de afzender van het bericht wilt bellen, drukt u op de softkey
Bel.
„ Als u het bericht wilt wissen, drukt u op de softkey Wis.
„ Als u het volgende bericht wilt weergeven, drukt u op de
opdrachttoets Bericht.
Vanaf een station op afstand controleren of er berichten zijn:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Afstands Bericht" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Kies uw extensienummer.
Druk op de softkey Invoer.
Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u uw wachtwoord in en drukt
u op de softkey Invoer.
7. Druk op de softkey Ja.
-24-
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen (maximaal 7 cijfers, geen
0):
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Nieuw Wachtw?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u een nieuw wachtwoord wilt invoeren, voert u een nieuw
wachtwoord in.
„ Als u het wachtwoord wilt wijzigen of wissen, voert u het huidige
wachtwoord in.
Druk op de softkey Invoer.
Voer een van de volgende handelingen uit als u het wachtwoord wijzigt of
wist:
„ Als u uw wachtwoord wilt wijzigen, voert u een nieuw wachtwoord in
en drukt u op de softkey Invoer.
„ Als u het wachtwoord wilt wissen, voert u 0 in.
Voer het wachtwoord opnieuw in.
Als u een wachtwoord instelt of wijzig, voert u uw wachtwoord in en
drukt u op de softkey Invoer.
Druk op Superkey.
-25-
GEAVANCEERDE FUNCTIES GEBRUIKEN
Accountcodes
U gebruikt als volgt geforceerde accountcodes:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies de cijfers van de accountcode.
3. Druk op #.
U voert als volgt een accountcode in tijdens een gesprek:
1.
2.
3.
4.
5.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Ja.
Kies de cijfers van de accountcode.
Druk op de softkey Opslaan.
Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk op de softkey Ja voor een gecontroleerde accountcode.
„ Druk op de softkey Nee voor een niet-gecontroleerde accountcode.
Terugbellen
U verzoekt als volgt om te worden teruggebeld wanneer het station
dat u belt bezet is of niet opneemt:
z
Druk op de softkey Terugbellen.
U beantwoordt als volgt een verzoek om terug te bellen:
z
Neem de hoorn van de haak.
Een verzoek om terug te bellen, annuleren:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn van de haak.
Kies *1#.
Kies het nummer van het gebelde station.
Hang op.
Alle verzoeken om terug te bellen, annuleren:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies #1.
3. Hang op.
-26-
Wachtstand - Extern ophalen
U kunt als volgt een gesprek ophalen dat in de wachtstand is gezet
door de telefonist:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies *23.
3. Kies de console-ID en het nummer van de locatie waar het gesprek in de
wacht is gezet.
-27-
In wacht
Met de functie In wacht kunt u een gesprek in de wacht zetten. Vervolgens
kunt u of iemand anders het gesprek uit de wacht halen vanaf elk toestel in
het systeem.
Nadat een gesprek in de wacht is gezet, kunt u automatisch worden
verbonden met een oproepsysteem zodat u de gewenste persoon kunt
informeren over het gesprek.
U kunt als volgt een actief gesprek in de wacht zetten:
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk op de functietoets In wacht (moet zijn geprogrammeerd).
„ Druk op DS./CONF. en kies vervolgens *7#.
Op het scherm ziet u WACHT@, gevolgd door de bestemming en de
wachtrij-index (indien van toepassing). Voorbeeld: WACHT@ 1234 @
02.
2. Kies het nummer van de telefoonlijst waarbij u het gesprek in de wacht
wilt zetten (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de
functietoets In wacht ).
3. Als u een gebruiker wilt laten weten dat een gesprek voor hem of haar in
de wacht staat, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
„ Als automatisch oproepen is ingeschakeld, kondigt u het gesprek aan,
evenals de cijfers op het scherm waarmee het gesprek uit de wacht
kan worden gehaald.
„ Als automatisch oproepen niet is ingeschakeld, drukt u op de
geprogrammeerde toets Oproep of kiest u **9, gevolgd door het
nummer van de oproepzone (indien nodig). Kondig vervolgens de
oproep aan evenals de cijfers waarmee het gesprek uit de wacht kan
worden gehaald. Deze cijfers worden weergegeven op het scherm.
Opmerking: Oproepen via een luidspreker is niet toegestaan als u
handsfree belt. U moet de hoorn of de hoofdtelefoon gebruiken.
-28-
U kunt als volgt een gesprek uit de wacht ophalen:
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Kies *8#.
„ Druk op de functietoets Uit wacht (moet zijn geprogrammeerd).
2. Kies het nummer van de telefoonlijst waarbij het gesprek in de wacht
staat (niet nodig als het nummer is geprogrammeerd onder de
functietoets In wacht ).
3. Als er onder het nummer meerdere gesprekken in de wacht staan, kiest u
het tweecijferige indexnummer om een specifiek gesprek op te halen.
Met # kunt u het gesprek ophalen dat het langste in de wacht staat.
Gesprek opnemen
Een oproep beantwoorden die binnenkomt op een ander station in uw
opneemgroep:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de softkey Overn..
Een oproep beantwoorden die binnenkomt op een station dat niet in
uw opneemgroep zit:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies **6.
3. Kies het nummer van het station dat overgaat.
Achter
U wacht als volgt op vrijkomen van een station in gesprek:
z
Druk op de softkey Wacht.
U neemt als volgt een gesprek op wanneer u de toon voor wachten op
vrijkomen bij in gesprek hoort:
z
Druk op de softkey Wissel.
-29-
Niet storen
U schakelt de functie Niet storen als volgt in of uit:
z
Druk op de functietoets Niet storen.
Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand:
1. Neem de hoorn op.
2. Kies **5.
3. Kies het nummer van het station waarvoor u Niet storen wilt
inschakelen.
4. Hang op.
Niet storen uitschakelen vanaf een station op afstand:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn op.
Kies ##5.
Kies het nummer van het station waarop Niet storen is ingeschakeld.
Hang op.
Negeren
De functie Negeren gebruiken als u een bezettoon of de toon voor Niet
storen krijgt:
z
Druk op de functietoets Meeluisteren.
Paging
Paging gebruiken:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn op.
Druk op de functietoets Pager.
Kies het nummer van de paging zone (indien nodig).
Kondig de oproep aan.
-30-
Directe oproepen
Met Directe paging kunt u een persoon pagen via de luidspreker van de
telefoon. Als bij de opgeroepen persoon de functie Aankondiging via
luidspreker is ingeschakeld, is de oproep hoorbaar, ook wanneer die persoon
een gesprek voert via de hoorn of de hoofdtelefoon.
Iemand pagen:
1.
2.
3.
4.
Neem de hoorn van de haak.
Druk op de functietoets Directe oproep.
Kies het extensienummer.
Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort.
Als de functie voor handsfree beantwoorden is ingeschakeld op uw telefoon
en u een directe paging krijgt terwijl de telefoon niet actief is, of terwijl u
een gesprek voert via een hoorn of hoofdtelefoon, wordt automatisch na één
signaal een handsfree-gesprek tot stand gebracht.
Voor de volgende instructies is er vanuit gegaan dat de functie voor
handsfree beantwoorden niet is ingeschakeld op uw telefoon.
Een directe paging beantwoorden(wordt aangegeven met één
belsignaal):
z
Neem de hoorn op.
- OF Druk op Microfoon.
U beantwoordt een page als volgt wanneer u de hoorn gebruikt:
z
Druk op Microfoon.
U schakelt de functie voor handsfree antwoorden als volgt in of uit:
z
Druk op Microfoon terwijl de telefoon niet actief is.
-31-
Herinnering
U programmeert als volgt een herinnering:
1.
2.
3.
4.
5.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Voer de tijd in in een 24-uursnotatie.
Druk op de softkey Opslaan.
U kunt als volgt een ingestelde herinnering weergeven, wijzigen en/of
annuleren:
1.
2.
3.
4.
Druk op Superkey.
Druk op de softkey Nee totdat "Herinnering?" verschijnt.
Druk op de softkey Ja.
Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u de herinnering wilt wijzigen, drukt u op Wijzig, voert u de
nieuwe tijd in en drukt u op de softkey Opslaan.
„ Als u een herinnering wilt annuleren, drukt u op de softkey Wis.
„ Druk op Superkey om te stoppen zonder de herinnering te
annuleren.
U bevestigt als volgt een herinnering wanneer de telefoon eenmaal
overgaat:
z
Druk op de softkey Bevst..
Hoofdtelefoon
U schakelt als volgt de hoofdtelefoon in:
z
Druk op de functietoets Hoofdtelefoon.
U beantwoordt als volgt een gesprek (wanneer Automatisch
beantwoorden is uitgeschakeld):
z
Druk op de knipperende lijntoets.
U hangt als volgt op:
z
Druk op Annuleren.
U schakelt als volgt de hoofdtelefoon uit:
z
Druk op de functietoets Hoofdtelefoon.
-32-
Hoofdtelefoon (met functieschakelaar)
BELANGRIJKE OPMERKING: Hoofdtelefoons van Mitel Networks met
functieschakelaar moeten worden aangesloten op de daarvoor bestemde
hoofdtelefoonaansluiting (de aansluiting het dichtste bij de voorkant van het
apparaat). Door installatie wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld.
Wanneer u de hoofdtelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelleontkoppelingsstekker, wordt de hoofdtelefoon weer ingeschakeld. Als u de
hoofdtelefoon voor langere tijd moet gebruiken, moet u de telefoon weer
instellen op de hoofdtelefoonmodus met de functietoets Hoofdtelefoon.
U schakelt als volgt de hoofdtelefoon in:
z
Druk op de functietoets Hoofdtelefoon.
Een oproep beantwoorden:
z
Druk op de knipperende lijnweergavetoets.
- OF Druk snel op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en laat deze weer
los.
U dempt als volgt de hoofdtelefoonmicrofoon:
z
Druk op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en houd deze
ingedrukt.
U hangt als volgt op:
z
Druk op Annuleren.
- OF Druk snel op de functieschakelaar van de hoofdtelefoon en laat deze weer
los.
U schakelt als volgt de hoofdtelefoon uit:
z
Druk op de functietoets Hoofdtelefoon.
-33-
Muziek
Muziek in- en uitschakelen wanneer de telefoon niet actief is:
1. Druk op Superkey.
2. Druk op de softkey Nee totdat "Muziek?" verschijnt.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk op de softkey ZetAan om de muziek in te schakelen.
„ Druk op de softkey ZetUit om de muziek uit te schakelen.
4. Druk op Superkey.
Groepsoproep / Meet Me beantw
Met Groep-paging kunt u een groep telefoons oproepen via de ingebouwde
luidsprekers. U kunt behoren tot maximaal drie page-groepen, waarbij één
groep wordt aangewezen als uw hoofdgroep.
Wanneer u moet reageren op een groepspage maar u niet weet wie of welk
extensienummer u heeft opgeroepen, gebruikt u de functie Meet Me beantw.
U heeft maximaal 15 minuten nadat u een page heeft ontvangen de tijd om
de functie Meet Me beantw. te gebruiken.
U maakt als volgt een groepspage:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op Directe paging of kies *37.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u uw primaire page-groep wilt pagen, drukt u op #.
„ Als u een specifieke page-groep wilt pagen, kiest u het lijstnummer
van de page-groep.
4. Spreek met de gekozen persoon nadat u de toon hoort.
U reageert als volgt op een groepspage met Meet Me beantw.:
1. Neem de hoorn op.
2. Kies *88.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als u wilt reageren op een page van uw hoofdpage-groep, drukt u op
#.
„ Als u wilt reageren op een page van een specifieke page-groep, kiest
u het lijstnummer van de page-groep.
-34-
Trunk Flash
Met de functie Trunk Flash heeft u toegang tot de Centrex-functies
(voorzover beschikbaar) als u een extern gesprek voert.
U voert als volgt een flash van de lijn uit wanneer u een extern
gesprek voert:
1.
2.
3.
4.
Druk op Doorz./Conf.
Kies *57 voor één flash of *56 voor een dubbele flash.
Wacht op de kiestoon.
Kies de toegangscode voor de Centrex-functie.
-35-
Een gesprek opnemen
Met deze functie kunt u telefoongesprekken opnemen via het
voicemailsysteem.
Opmerking: in sommige rechtsgebieden bent u wettelijk verplicht om de
andere partij op de hoogte te brengen van het feit dat u een gesprek
opneemt. Neem contact op met de systeembeheerder voor specifieke
instructies.
De opname starten tijdens een gesprek met twee partijen:
z
Druk op de toets Gesprek opnemen. (Zie Functietoetsen elders in deze
handleiding voor instructies waarmee u een toets voor het opnemen
van gesprekken kunt programmeren op de telefoon.)
Opmerking: u kunt het systeem zodanig programmeren dat externe
gesprekken automatisch worden opgenomen wanneer u of de andere partij
een gesprek aanneemt.
Een opname onderbreken:
z
Druk op de functietoets Pauze.
Een onderbroken opname hervatten:
z
Druk op de functietoets Doorgaan.
Een opname stoppen zonder deze op te slaan:
z
Druk op de functietoets Stoppen & wissen.
Een opname stoppen en opslaan:
z
Druk op de functietoets Stoppen & opslaan.
Wanneer u het gesprek in de wacht zet, wordt de opname opgeslagen.
Wanneer u het gesprek uit de wacht haalt, wordt een nieuwe opname
gestart. Afhankelijk van de programmering van het systeem kan een
gesprek ook worden opgeslagen wanneer u op een TRANS/CONF - of een
DSS -toets drukt.
-36-
Een opname beluisteren:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Open de voicemailbox.
3. Volg de aanwijzingen om de opname te zoeken.
-37-
Hot Desking
Via Hot Desking kunt u een flexibele aanmelding bij het telefoonsysteem
uitvoeren. U kunt zich dan aanmelden vanaf elke telefoon die als Hot Desk is
ingesteld. U krijgt een toestelnummer voor Hot Desking toegewezen
waarmee u zich bij een telefoon kunt aanmelden. Uw snelgespreknummers,
functietoetsen, doorschakelingsinstellingen, lijnweergaven en taalvoorkeur
voor de display zijn dan automatisch op de telefoon beschikbaar. Als u na de
aanmelding telefooninstellingen wijzigt (en bijvoorbeeld een
snelgespreknummer toevoegt), worden de wijzigingen automatisch
opgeslagen in uw persoonlijke profiel. Dit profiel wordt geactiveerd zodra u
zich aanmeldt bij een telefoon die ondersteuning biedt voor Hot Desking.
Opmerking: In een profiel voor Hot Desking kunnen dertien
programmeerbare toetsen worden opgenomen. Als u zich aanmeldt bij een
telefoon die minder toetsen heeft, worden de overtollige toetsen 'verborgen'.
De functie van deze extra toetsen gaat niet verloren; de toetsen zijn alleen
niet beschikbaar.
Een aanmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren (het
toestel mag niet bezet zijn):
1.
2.
3.
4.
Druk op de softkey HotDesk.
Druk op de softkey Aanmelden.
Voer uw toestelnummer voor Hot Desking in.
Druk op de softkey OK.
Een afmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren (het toestel
mag niet bezet zijn):
1. Druk op de softkey HotDesk.
2. Druk op de softkey Afmelden.
3. Druk op de softkey Bevestigen.
Opmerking: Uw profiel kan maar op één toestel tegelijk actief zijn. Als u
zich bij een ander toestel aanmeldt zonder dat u zich hebt afgemeld bij het
eerste toestel, wordt uw profiel op de eerste telefoon automatisch
gedeactiveerd.
-38-
Externe afmelding voor Hot Desking
Als een gebruiker vergeten is zich af te melden bij een Hot Desk, kan deze
worden afgemeld vanaf elke telefoon die ondersteuning biedt voor een
externe afmelding voor Hot Desking.
Een externe afmelding bij een telefoon voor Hot Desking uitvoeren:
1. Kies 111.
2. Kies het toestelnummer voor Hot Desking dat u wilt afmelden.
-39-
Gesprek van label voorzien
Met de functie Gesprek van label voorzien kunt u aangeven dat u het
slachtoffer bent van een gesprek met een bedreigend of kwaadwillig
persoon. Met dit label kan uw systeembeheerder of telefoonmaatschappij de
oorsprong van het gesprek achterhalen en deze informatie doorspelen aan
het betreffende personeel of de autoriteiten.
VOORZICHTIG: Wanneer een gesprek met een niet-kwaadwillig
persoon van een label wordt voorzien, kunnen boetes of andere
straffen worden opgelegd.
Een gesprek met een kwaadwillig persoon van een label voorzien:
z
z
z
Druk op de functietoets Gesprek van label voorzien terwijl het gesprek
gaande is.
Raadpleeg 'Functietoetsen' elders in deze handleiding voor informatie over
het programmeren van een functietoets Gesprek van label voorzien op uw
telefoon.
-OFDruk op TRANS/CONF.
Kies *55.
{>Wanneer het gesprek is voorzien van een label, verschijnt 'Thank
you!' (Dank u) op het scherm; anders wordt 'Not allowed' (Niet toegestaan)
weergegeven.
Opmerking: de functie Gesprek van een label voorzien kan alleen worden
gebruikt tijdens gesprekken waarbij twee partijen betrokken zijn.
Gesprekken die in de wacht staan en conferentiegesprekken kunnen niet van
een label worden voorzien.
-40-
Gesprekshistorie
Met Gesprekshistorie kunt u de namen (indien beschikbaar) en de
telefoonnummers bijhouden van gemiste gesprekken, uitgaande
beantwoorde gesprekken en externe uitgaande gesprekken. Als de functie
eenmaal op uw telefoon is ingeschakeld door de systeembeheerder, werkt
Gesprekshistorie automatisch.
U kunt als volgt de gesprekshistorie weergeven en gespreksgegevens
bekijken:
1. Druk op de functietoets Gesprekshistorie. Het totale aantal gemiste
gesprekken wordt tussen haakjes ( ) aangegeven en het aantal nieuwe
gemiste gesprekken wordt met een * aangegeven.
2. Als u door de lijst met gemiste gesprekken wilt bladeren, drukt u op de
functietoets * (Ja), en vervolgens op Omhoog en Omlaag om door de
lijst te bladeren. Als u beantwoorde of uitgaande gesprekken wilt
weergeven, drukt u eenmaal op de functietoets # (Nee) voor
beantwoorde gesprekken en tweemaal voor uitgaande gesprekken.
Gebruik de toetsen Omhoog en Omlaag om door de lijst met
beantwoorde of uitgaande gesprekken te bladeren.
3. Als u het nummer van het gesprek wilt weergeven, drukt u op de
functietoets Detail terwijl de gespreksrecord wordt weergegeven. Druk
op de functietoets Volgende tot de tijd en de datum verschijnen.
-41-
U kunt als volgt een gesprek beantwoorden:
1. Kies het gesprek dat u wilt beantwoorden.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Als het een intern gesprek betreft en de naam van de beller bekend
is, drukt u op de functietoets Bel. Bij onbekende nummers wordt de
functietoets Bel niet weergegeven.
„ Als het een extern gesprek betreft en u externe gesprekken
gewoonlijk vooraf laat gaan door bijvoorbeeld een 9, is het systeem
waarschijnlijk zo geprogrammeerd door de systeembeheerder dat de
9 voor u wordt ingevoegd. Als dat het geval is, wordt het gesprek
onmiddellijk gestart als u op de functietoets Bel drukt. Soms kan het
systeem het nummer niet automatisch kiezen. Als dit gebeurt, kunt u
de gekozen cijfers handmatig bewerken door met het
functietoetspictogram <-- in het midden van de display de
knipperende cursor op de positie van het eerste cijfer te zetten.
Gebruik de functietoets --> om de cursor naar het juiste cijfer te
verplaatsen en druk op Wissen om het cijfer te verwijderen. Nadat u
de gewenste cijfers hebt verwijderd, typt u de juiste cijfers. Nadat u
de gewenste cijfers hebt verwijderd, typt u de juiste cijfers. Wanneer
u de kiesreeks naar wens hebt aangepast, drukt u op de functietoets
Bel om het nummer te bellen.
U verwijdert als volgt alle lijsten met gemiste, beantwoorde of
uitgaande gesprekken:
1. Nadat u het type logboek hebt geselecteerd dat u wilt verwijderen, drukt
u op de functietoets Alles verwijderen. .
2. Bevestig dat u alle items wilt verwijderen door op de functietoets Ja te
drukken.
U kunt als volgt een bepaald gesprek verwijderen uit het
gesprekkenlogboek:
z
Terwijl het gesprekkenlogboek dat u wilt verwijderen wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Verwijderen.
-42-
DE LIJNINTERFACEMODULE GEBRUIKEN
De 5220 IP-telefoon biedt ondersteuning voor de Mitel-lijninterfacemodule
(LIM). Met de lijninterfacemodule kunt u oproepen plaatsen en ontvangen
via een analoge lijn (LIM-lijn) die op de telefoon is aangesloten. De
lijninterfacemodule werkt in een van de twee volgende modi, afhankelijk van
de modus die door de systeembeheerder is ingesteld:
z
z
LIM-modus: Op de telefoon kunt u altijd de LIM-lijn gebruiken.
Overnamemodus: U kunt de LIM-lijn alleen gebruiken wanneer er geen
IP-verbinding kan worden gemaakt.
Opmerking: Op de LIM-lijn kunt u geen nummers handsfree of met de
hoorn op de haak kiezen.
Raadpleeg Noodroepen voor informatie over het bellen van alarmnummers
via de lijninterfacemodule.
-43-
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de toets Analoog
U plaatst als volgt een gesprek via de analoge lijn:
1. Lift the handset.
2. Druk op de toets die als LIM-toets is geprogrammeerd.
ANALOG CALL wordt weergegeven.
3. Kies het gewenste nummer.
Opmerking: Wanneer u via de analoge lijn een extern gesprek plaatst,
hoeft u geen prefix voor het nummer te kiezen. Als voor de LIM-toets van de
telefoon de optie Privégesprek is ingeschakeld, hebt u geen toegang tot de
analoge lijn wanneer de analoge lijn door een andere telefoon wordt gebruikt
(de toets is continu oranje). U krijgt pas toegang tot de analoge lijn als de
gebruiker van de andere telefoon heeft opgehangen. Vraag de
systeembeheerder of de optie Privégesprek is ingeschakeld.
U beantwoordt als volgt een oproep met de analoge lijn:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de gemarkeerde LIM-toets.
U beantwoordt als volgt een wachtende oproep met de analoge lijn:
Note: Als u een abonnement hebt op een wachtservice voor analoge
oproepen, kunt u de haak van de hoorn gebruiken of op Annuleren (
)
drukken om een wachtende analoge oproep te beantwoorden. Wanneer u
een gesprek voert op de analoge lijn en er een wachtende analoge oproep
binnenkomt, hoort u een pieptoon. Deze functie wordt mogelijk niet in alle
regio's ondersteund.
U kunt als volgt een wachtende analoge oproep beantwoorden of
teruggaan naar het oorspronkelijke analoge gesprek:
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
„ Druk kort op de haak van de hoorn.
„ Druk op Annuleren (
).
2. Druk op de toets die als LIM-toets is geprogrammeerd.
-44-
U zet als volgt het huidige gesprek in de wacht om een inkomende
analoge oproep te beantwoorden:
z
Druk op de gemarkeerde LIM-toets.
U kunt als volgt schakelen tussen het huidige gesprek en het gesprek
in de wacht wanneer voor een van de gesprekken de analoge lijn
wordt gebruikt:
z
z
Als u voor het huidige gesprek de analoge lijn gebruikt, drukt u op de
knipperende lijntoets van het gesprek in de wacht. Het analoge gesprek
wordt automatisch in de wacht gezet.
Als u voor het huidige gesprek de IP-lijn gebruikt, drukt u op de
gemarkeerde LIM-toets. Het IP-gesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
U beëindigt als volgt een gesprek wanneer er een analoge oproep
binnenkomt:
z
Druk op Annuleren (
) en vervolgens op de gemarkeerde LIM-toets.
Het huidige gesprek wordt beëindigd en u wordt verbonden met de beller
op de analoge lijn.
U beëindigt als volgt een analoog gesprek wanneer er een oproep
binnenkomt:
z
Druk op Annuleren (
). Het huidige analoge gesprek wordt beëindigd
en u wordt verbonden met de nieuwe beller.
Gesprekken plaatsen en beantwoorden met de Overnamemodus
U brengt als volgt een gesprek via de analoge lijn tot stand wanneer
de IP-verbinding niet werkt:
1. Neem de hoorn van de haak.
Op de telefoon verschijnt de melding IP FAIL: ANALOG CALL.
2. Kies het gewenste nummer.
U beantwoordt als volgt een oproep via de analoge lijn wanneer de IPverbinding niet werkt:
z
Neem de hoorn van de haak. De oproep wordt beantwoord.
Op de telefoon verschijnt de melding IP FAIL: ANALOG CALL.
-45-
TM, ® Handelsmerk van Mitel Networks Corporation.
© Copyright 2006, Mitel Networks Corporation.
Alle rechten voorbehouden.