PG-C30XE

Belangrijke
informatie
GEBRUIKSAANWIJZING
Opstellen en
aansluiten
Gebruik
Handige
eigenschappen
PG-C30XE
Onderhoud en het
oplossen van problemen
MODEL
LCD-PROJECTOR
Aanhangsel
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC
and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/
EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/
336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/
23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC
med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e
73/23/EEC, come emendata dalla direttiva 93/68/EEC.
« „ͷًÛÙ·ÛÁ ·ıÙfi ·ÌÙ·ÔÍÒflÌÂÙ·È ÛÙÈÚ ··ÈÙfiÛÂÈÚ Ù˘Ì Ô‰Á„È˛Ì
ÙÁÚ EıÒ˘·˙ÍfiÚ EÌ˘ÛÁÚ 89/336/EOK Í·È 73/23/EOK, ¸˘Ú ÔÈ
Í·ÌÔÌÈÛÏÔfl ·ıÙÔfl ÛıÏÎÁÒ˛ËÁÍ·Ì ·¸ ÙÁÌ Ô‰Á„fl· 93/68/EOK.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e
73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y
73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/
23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/
23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset,
joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 13A fuse. Should
the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked
or
and of the same rating as
above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used.
Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the
mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in
a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket outlet, as a serious
electric shock may occur.
To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
IMPORTANT:
The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code:
Blue: Neutral
Brown: Live
As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings
identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
• The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured black.
• The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or coloured red.
Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug.
Before replacing the plug cover make sure that:
• If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug.
• The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian,
Dutch, Chinese, Korean and Arabic. Carefully read through the operation instructions before operating the LCD
projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch,
Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Chinesisch, Koreanisch und Arabisch. Bitte lesen Sie die
Bedienungsanleitung vor der Verwendung des LCD-Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois,
espagnol, italien, néerlandais, chinois, coréen et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire
fonctionner le projecteur LCD.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska,
italienska, holländska, kinesiska, koreanska och arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn
tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español,
italiano, holandés, chino, coreano y árabe. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar
el proyector LCD.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano,
olandese, cinese, coreano e arabo. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore LCD.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans,
Nederlands, Chinees, Koreaans en Arabisch. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de LCD projector in
gebruik neemt.
Leest u alstublieft deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voor u de LCD projector gaat gebruiken.
Belangrijke
informatie
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
BELANGRIJK
Vul hier het serienummer in, dat staat aangegeven op
het achterpaneel van de kleuren LCD projector. Bewaar
deze informatie goed, in geval van verlies of diefstal.
Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals
beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op
bladzijde 10 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad
in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recycled.
Modelnummer: PG-C30XE
Serienummer:
WAARSCHUWING:
Sterke lichtbron, kijk niet rechtstreeks in de laserstraal. Let vooral op dat kinderen niet
rechtstreeks in de laserstraal kijken.
WAARSCHUWING:
Verminder de kans op brand of een elektrische schok en stel het apparaat derhalve
niet aan vocht bloot.
VOORZICHTIG:
Verminder de kans op een elektrische schok. Verwijder derhalve de behuizing van
het apparaat niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen
binnenin het apparaat. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving
radiointerferentie veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient
te nemen.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector uit
gezet is. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets op de
projector of afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker
uit het stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE
LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen
van de lamp
Zie “Vervangen van de projectielamp” op bladzijde 48 en 49.
1
LAMP REPLACEMENT CAUTION
VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT
POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE ALLOW
1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE
LAMP. SEE OPERATION MANUAL.
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN
HETE ONDERDELEN IN HET INWENDIGE. LAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP
TE VERVANGEN. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Belangrijke
informatie
VOORZICHTIG: Lees al deze veiligheidsvoorschriften alvorens de LCD projector voor het
eerst in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsvoorschiften zodat u er later een
beroep op kunt doen.
Voor uw eigen veiligheid en een lange levensduur van de LCD projector dient u de volgende belangrijke
veiligheidsvoorschriften te lezen alvorens de LCD projector te gebruiken.
Bij het ontwerp en de productie van deze LCD projector stond uw persoonlijke veiligheid centraal. EEN ONJUIST
GEBRUIK KAN ECHTER ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND VEROORZAKEN. Om de veiligheidsvoorzieningen
ingebouwd in deze LCD projector niet teniet te doen, neemt u de volgende simpele regels goed in acht bij de
installatie, het gebruik en het onderhoud van de LCD projector.
1. Trek de stekker van het netsnoer van de LCD projector uit
het stopcontact alvorens het apparaat te reinigen.
2. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays.
Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
3. Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet
door de fabrikant van de LCD projector worden
aanbevolen.
4. Gebruik de LCD projector niet in de buurt van water;
bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht,
wasmachine, zwembad of een vochtige kelder, enz. Wees
voorzichtig dat geen vloeistof in de LCD projector komt.
5. Plaats de LCD projector niet op een wankel rek, tafel of
kar. De LCD projector zou namelijk kunnen vallen en een
kind of volwassene ernstig kunnen verwonden en/of het
apparaat ernstig kunnen beschadigen.
6. Muur- of plafondbevestiging—Het bevestigen van de LCD
projector tegen een muur of aan het plafond mag
uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant
worden gedaan.
7. In het geval de LCD projector op
een verplaatsbaar rek is geplaatst,
dient deze voorzichtig te worden
verplaatst. Het rek zou namelijk om
kunnen vallen in geval van
plotseling stoppen, overmatige druk en verplaatsing over
ongelijke oppervlakken.
8. Gleuven en openingen in het achter- en onderpaneel van
de behuizing dienen voor ventilatie. Voor een veilige
werking van de LCD projector en bescherming tegen
overhitting, mogen de ventilatieopeningen nooit worden
geblokkeerd of afgedekt. De ventilatieopeningen mogen
nooit met een doek of dergelijke worden geblokkeerd.
9. De LCD projector mag nooit in de buurt van of boven een
verwarmingstoestel of luchtuitlaatrooster worden
geplaatst. De LCD projector mag niet in een kast of
dergelijke, zoals een boekenkast, worden ingebouwd,
tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd.
10. De LCD projector mag uitsluitend met de
stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het
achterpaneel van de LCD projector is aangegeven of
zoals in de technische gegevens is vermeld. Raadpleeg
uw LCD projector dealer of uw plaatselijk
elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type
stroomvoorziening in uw huis.
11. Plaats de LCD projector niet op een plaats waar personen
gemakkelijk op het snoer kunnen gaan staan.
12. Volg alle waarschuwingen en aanwijzigingen op die op
de LCD projector zijn aangegeven.
13. Voorkom beschadiging van de LCD projector door
blikseminslag en spanningsfluctuaties in de stroomleiding
door de stekker uit het stopcontact te trekken wanneer u
de LCD projector niet gebruikt.
14. Overbelast stopcontacten en verlengsnoeren niet door
er te veel apparaten op aan te sluiten. Dit kan elektrische
schokken of brand veroorzaken.
15. Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing
van de LCD projector naar binnen, omdat deze
onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken
of kortsluiting kunnen veroorzaken. Hierdoor kan
elektrische schokken of brand worden veroorzaakt.
16. Probeer de LCD projector niet zelf te repareren. U stelt
zichzelf mogelijk aan gevaarlijke stroomstoten en andere
problemen bloot wanneer de afdekplaten worden
verwijderd of geopend. Laat reparatie over aan erkend
onderhoudspersoneel.
17. Trek onder de volgende omstandigheden de stekker van
de LCD projector uit het stopcontact en laat reparatie over
aan erkend onderhoudspersoneel:
a. Indien het netsnoer of de stekker is beschadigd of
gerafeld.
b. Indien er vloeistof in de LCD projector is gekomen.
c. Indien de LCD projector is bloot gesteld aan regen
of water.
d. Indien de normale aanwijzigingen worden gevolgd
maar de LCD projector niet juist functioneert.
Gebruik
alleen de bedieningsorganen die in de
gebruiksaanwijzing voor gebruik worden
beschreven. Onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kunnen het apparaat mogelijk
beschadigen met het gevolg dat
reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking
van de LCD projector door erkend
onderhoudspersoneel moeilijker en duurder
kunnen worden.
e. Indien de LCD projector is gevallen of de behuizing
is beschadigd.
f. Indien de LCD projector duidelijk minder goed
functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is voor
onderhoud.
18. Controleer dat het onderhoudspersoneel tijdens het
vervangen van onderdelen alleen de door de fabrikant
aanbevolen onderdelen gebruikt, met dezelfde
karakteristieken als de originele onderdelen. Het gebruik
van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok
of andere problemen veroorzaken.
19. De LCD projector is uitgerust met een van de volgende
typen stekkers. Raadpleegt u alstublieft uw elektricien als
deze stekker niet past in uw stopcontact.
Maak de veiligheidsvoorzieningen van de stekker niet
onklaar.
a. Tweedraads type netstroomstekker.
b. Driedraads geaard type netstroomstekker met
aardcontact.
Deze stekker zal alleen passen in een geaard
stopcontact.
2
Belangrijkste eigenschappen
Belangrijke
informatie
1. VERREGAANDE COMPATIBILITEIT MET HOOGSTAANDE
WERKSTATIONS EN PC’S
Dit apparaat is geschikt voor weergave van signalen met een verticale verversingsfrequentie
van 200 Hz, op groen gesynchroniseerde en composiet signalen zodat het gebruikt kan worden
met een grote verscheidenheid aan hoogstaande werkstations en PC’s. (Bladzijde 11)
X
L
H
2. VOOR GEBRUIK MET DTV*
Stelt u in staat DTV beelden en 16:9 breedbeeld beelden te projecteren mits aangesloten op een
DTV decoder of vergelijkbaar videosysteem. (Bladzijde 12)
3. GEAVANCEERDE VIDEO CIRCUITS
Levert beelden van hoge kwaliteit met minimale beeldpuntmigratie en kleurinterferentie.
4. 3D DIGITALE UNIFORMITEIT
Toepassing van nieuw ontwikkelde 3D digitale uniformiteit-technologie voor een helder en gelijkmatig beeld.
5. ANTI-ALIASING DIGITALE PERSPECTIVISCHE CORRECTIE
Een digitale correctie wordt toegepast wanneer het beeld onder een hoek op het scherm
geprojecteerd wordt terwijl de beeldkwaliteit en de helderheid behouden blijven. (Bladzijde 20)
6. DIGITALE BEELDVERSCHUIVINGSFUNCTIE
Met deze functie kunnen 16:9 beelden digitaal naar boven of beneden verschoven worden zodat
de beelden beter bekeken kunnen worden. (Bladzijde 20)
7. GEMAKKELIJK
TE
GEBRUIKEN
GEBRUIKERSINTERFACE (GUI)
GRAFISCHE
Een veelkleurig menusysteem met iconen stelt u in staat om op een gemakkelijke manier het
beeld in te stellen. (Bladzijde 23)
8. GEBRUIKSVRIENDELIJK ONTWERP
Het tweekleurige ontwerp en de intuïtieve Grafische gebruikersinterface (GUI) zorgen ervoor dat
deze projector zeer gemakkelijk gebruiksklaar te maken en in te stellen is.
9. AUTOMATISCHE SYNCHRONISATIE TECHNOLOGIE VOOR AUTOMATISCH PERFECTE
BEELDEN
De projector verricht automatisch de nodige instellingen voor het verkrijgen van perfect gesynchroniseerde computerbeelden.
(Bladzijde 32)
10. INTELLIGENTE COMPRESSIE EN EXPANSIE
Door middel van intelligente vergroting en verkleining van het beeld kan deze projector beelden van hogere of lagere resoluties
in detail weergeven zonder de kwaliteit in het geding te laten komen. (Bladzijde 36)
11. XGA RESOLUTIE VOOR PRESENTATIES MET EEN HOOG OPLOSSEND VERMOGEN
Met zijn XGA (1.024 768) resolutie kan deze projector zelfs de meest gedetailleerde presentatie gegevens weergeven.
12. GESCHIKT VOOR UXGA
Beelden met een UXGA (1.600 1.200) resolutie worden op intelligente wijze aangepast tot 1.024 768 voor weergave op
het gehele scherm of via uw standaardinstellingen.
13. AANPASBAAR OPSTARTBEELD
Stelt u in staat een aangepast beeld (bv. het logo van uw bedrijf) weer te geven terwijl de projector aan het opwarmen is.
(Bladzijde 38)
14. INGEBOUWDE PRESENTATIE HULPMIDDELEN
Een aantal nuttige presentatie hulpmiddelen zijn ingebouwd om uw presentaties te verbeteren. Hieronder vallen onder meer
de “Stempel” functie, de “Pauze-timer” en de “Digitale beeldvergroting”. (Bladzijde 43)
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
3
Inhoud
Belangrijke veiligheidsvoorschriften …………
Belangrijkste eigenschappen ……………………
Inhoud ………………………………………………
Richtlijnen voor het gebruik ……………………
Toegang krijgen tot de PDF handleidingen
(voor Windows en Macintosh) ………………
Benaming van onderdelen ………………………
Handige eigenschappen
2
3
4
5
6
7
Meegeleverde accessoires ……………………… 10
Aansluiten van de projector …………………… 11
Gebruik
16
18
41
41
42
43
44
Onderhoud en het oplossen van problemen
21
23
25
Aanhangsel
Transporteren van de projector …………………
Toekenning van de aansluitpinnen ……………
Technische gegevens van de RS-232C
poort ……………………………………………
Tabel met compatibele computers ……………
Technische gegevens ……………………………
Afmetingen …………………………………………
Gids voor doeltreffende presentaties …………
Verklarende woordenlijst …………………………
Index …………………………………………………
50
51
52
54
55
56
57
61
62
Onderhoud en het
oplossen van problemen
29
29
30
31
31
32
32
46
47
48
49
49
Handige
eigenschappen
25
26
26
27
27
28
28
Onderhoud van het luchtfilter …………………
Lamp en waarschuwingsindicators ……………
Vervangen van de projectielamp ………………
Gebruik van het Kensington slot ………………
Oplossen van problemen …………………………
Gebruik
Basisbediening ……………………………………
Opstellen van het scherm ………………………
Bedienen van de draadloze muis via de
afstandsbediening ……………………………
Gebruik van de GUI (Grafische
gebruikersinterface) menuscherm …………
Kiezen van de In-beeld-display taal ……………
Kiezen van de Videosysteem functie
(Alleen in de INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO) functie) ………………………………
Instellen van het beeld ……………………………
Instellen van het beeld …………………………
Instellen van de kleurtemperatuur ……………
Kiezen van het signaaltype ……………………
G/P Conversie …………………………………
Instellen van het geluid …………………………
Instellen van computerbeelden (Alleen in de
INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) …………
Instellen van het computerbeeld ……………
Opslaan en selecteren van instellingen ………
Speciale functie instelling ……………………
Controleren van het ingangssignaal …………
Automatische synchronisatie instelling ………
Automatische synchronisatie display functie …
33
34
35
36
37
37
38
38
39
40
Opstellen en
aansluiten
Opstellen en aansluiten
Stilstaand beeld functie …………………………
Digitale uitvergroting ……………………………
Gamma correctie …………………………………
Kiezen van de weergavefunctie …………………
De zwartscherm-functie …………………………
Uitschakelen van de In-beeld-display functie …
Kiezen van een achtergrondbeeld ………………
Selecteren van een opstartbeeld ………………
Spaarfunctie ………………………………………
Wachtwoord ………………………………………
Kiezen van het niveau voor de
toetsvergrendeling ……………………………
Controleren van de gebruikduur van de
lamp ………………………………………………
De spiegel- en omgekeerd-beeldfunctie ………
Gebruik van de presentatie hulpmiddelen ……
Statusfunctie ………………………………………
Belangrijke
informatie
Belangrijke informatie
Aanhangsel
4
Richtlijnen voor het gebruik
Belangrijke
informatie
Veiligheidsvoorschriften voor de laseraanwijzer
LASERSTRALING
NIET DIRECT IN DE STRAAL
KIJKEN KLASSE 2
LASERAPPARAAT
LASERSTRAHLUNG
NICHT IN DEN STRAHL DER
LASERVORRICHTUNG DER
KLASSE II BLICKEN
LASERSTRÅLAR
TITTA INTE IN I LASERSTRÅLEN
KLASS 2 LASER PRODUKT.
LASERSÄTEILYÄ ÄLÄKATSO
SOURAAN SÄTEESEEN
LUOKAN 2 LASERTUOTE
De afstandsbediening is uitgerust met een laseraanwijzer die een laserstraal
uitzendt vanachter het laservenster. Deze Klasse II laserstraal kan uw
gezichtsvermogen beschadigen als hij in de ogen gestraald wordt. De twee
stickers links zijn waarschuwingen met betrekking tot de laserstraal.
• Kijk niet rechtstreeks in de laserstraal en richt de laserstraal niet op uzelf of op
anderen (De in dit product gebruikte laser is onschuldig wanneer hij op de
huid gericht wordt. Richt de straal echter niet direct in iemands ogen.)
• Gebruik de laseraanwijzer alleen bij temperaturen tussen 5°C en 40°C.
• Gebruik van bedieningsorganen, instellingen of procedures anders dan
beschreven in deze gebruiksaanwijzing kan resulteren in een mogelijk
gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
Laseraanwijzervenster
Belangrijke informatie betreffende de lampeenheid
Als de lamp springt, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie
veroorzaken. Indien de lamp springt, moet u een erkende Sharp LCD-projector
dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen.
CAUTION LAMP MAY RUPTURE.
POTENTIAL HAZARD OF GLASS
PARTICLES. SEE OPERATION MANUAL.
ATTENTION RUPTURE POSSIBLE DE LA
VOORZICHTIG DE
LAMP KAN
SPRINGEN. GEVAAR VAN GLASSPLINTERS.
ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
LAMPE. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE
VERRE. SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI.
Veiligheidsvoorschriften voor het opstellen van de projector
40˚C
5˚C
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt
SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffig en
rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de lens en het filter
vaker dan normaal moeten worden gereinigd (of het filter moeten worden
vervangen) en zal het toestel tevens van tijd tot tijd intern moeten worden gereinigd.
Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector
niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het
inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkend Sharp
LCD-projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd.
Opmerkingen voor de bediening
• De ventilatie-uitlaat, het lamphuisdeksel en omliggende onderdelen kunnen
tijdens het gebruik van de projector zeer heet worden. Voorkom letsel en
brandwonden en raak deze onderdelen niet aan voordat ze voldoende
afgekoeld zijn.
• Laat tenminste 10 cm ruimte tussen de koelventilator (uitlaatopening) en de
dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
• Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening
automatisch de projectorlamp uitschakelen. Dit duidt niet op een storing. Trek
de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten.
Doe dan de stekker er weer in. De projector zal vervolgens weer normaal
functioneren.
5
Richtlijnen voor het gebruik
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een problematische opstelling of
een vervuild luchtfilter, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de
aanduidingen “TEMPERATUUR” en “ ” gaan knipperen. Als de temperatuur nog
verder oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan en zal de temperatuurindicatie
op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal na een afkoelperiode van 90
seconden de projector zichzelf automatisch uitschakelen. Zie “Lamp en
waarschuwingsindicators” op bladzijde 47 in het geval “TEMPERATUUR” in beeld
verschijnt.
Belangrijke
informatie
Temperatuur-verklikkerfunctie
• De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid
van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat.
Lamp-verklikkerfunctie
Als de projector wordt ingeschakeld terwijl de lamp meer dan 1.400 uur is gebruikt,
zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “LAMP” en “ ”
gaan knipperen om u erop attent te maken dat de lamp vervangen moet worden.
Zie de bladzijden 48 en 49 voor het vervangen van de lamp. Als de lamp 1.500
uur is gebruikt, zal de stroom naar de projector automatisch worden uitgeschakeld
en komt het apparaat in de ruststand (standby) te staan. Zie “Lamp en
waarschuwingsindicators” op bladzijde 47 voor nadere bijzonderheden.
Toegang krijgen tot de PDF handleidingen (voor Windows en Macintosh)
Er staan PDF handleidingen in diverse talen op de meegeleverde CD-ROM. Om deze handleiding te kunnen gebruiken,
moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat Reader nog niet
heeft geïnstalleerd, kunt u de laatste versie downloaden van het Internet (http://www.adobe.com) of kunt u de versie van
de CD-ROM installeren.
Installeren van Acrobat Reader van de CD-ROM
Voor Windows:
1
2
3
4
5
6
7
Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler.
Dubbelklik op de “My Computer” icoon.
Dubbelklik op de “CD-ROM” speler.
Dubbelklik op de “manuals” map.
Dubbelklik op de “acrobat” map.
Dubbelklik op de “windows” map.
Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor Macintosh:
1
2
3
4
5
6
Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler.
Dubbelklik op de “CD-ROM” icoon.
Dubbelklik op de “manuals” map.
Dubbelklik op de “acrobat” map.
Dubbelklik op de “mac” map.
Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader van het Internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u daze van
het Internet halen.
Openen van de PDF handleidingen
Voor Windows:
1
2
3
4
5
6
Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler.
Dubbelklik op de “My Computer” icoon.
Dubbelklik op de “CD-ROM” speler.
Dubbelklik op de “manuals” map.
Dubbelklik op de “pg-c30xe” map.
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
7 Dubbelklik op het “c30” pdf-bestand om toegang
te krijgen tot de handleidingen voor de projector.
Dubbelklik op het “saps” pdf-bestand om toegang
te krijgen tot de handleiding van de Sharp
Advanced Presentation Software.
8 Dubbelklik op het pdf-bestand.
Voor Macintosh:
1
2
3
4
5
Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler.
Dubbelklik op de “CD-ROM” icoon.
Dubbelklik op de “manuals” map.
Dubbelklik op de “pg-c30xe” map.
Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
6 Dubbelklik op het “c30” pdf-bestand om toegang
te krijgen tot de handleidingen voor de projector.
Dubbelklik op het “saps” pdf-bestand om toegang
te krijgen tot de handleiding van de Sharp
Advanced Presentation Software.
7 Dubbelklik op het pdf-bestand.
• Als u het gewenste pdf bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het Acrobat Reader programma op te
starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het “File”, “Open” menu.
• Zie het “readme.txt” bestand op de CD-ROM voor belangrijke informatie over de CD-ROM zelf die niet in deze handleiding vermeld staat.
6
Benaming van onderdelen
Belangrijke
informatie
De nummers naast de namen van de onderdelen verwijzen naar de bladzijde in deze handleiding waar het
betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
Geluiddempingstoets (MUTE)
17
47
Lampindicator (LAMP)
Bedrijfsindicator (POWER)
16
47
Temperatuurindicator (TEMP.)
Aan-/uittoetsen (ON/OFF)
16
17
Volumetoetsen (VOLUME/)
20
23
Menutoets (MENU)
17
32
Automatische synchronisatietoets (AUTO SYNC)
Stilstaand beeldtoets (FREEZE)
33
36
RESIZE toets
Vergrotingstoets (ENLARGE)
34
35
GAMMA toets
Zwartscherm-toets
(BLACK SCREEN)
37
20
Toets voor ongedaan maken
(UNDO)
Insteltoetsen (∂ /ƒ/ß / ©)
23
23
Entertoets (ENTER)
Zoomknop
17
50
Draaghandvat
Afstandsbedieningssensor
21
49
Kensington standaard
veiligheidsaansluiting
19
Ontgrendeling
hoogteverstelling
Perspectivische correctietoets
(KEYSTONE)
Ingangsfunctie-keuzetoets
(INPUT)
Scherpstelknop
17
Voor- en bovenaanzicht
Luidspreker
Zij- en Achteraanzicht
Koelventilator (uitlaatopening)
46
Luchtfilter/Koelventilator
(inlaatopening)
21
Afstandsbedieningssensor
11
INPUT 2 poort (HD 15)
5
INPUT 1 poort (HD 15) 11
RS-232C poort
(9-pens Mini DIN aansluiting) 14
AUDIO OUTPUT
13 uitgangsaansluiting
(3,5 mm stereo ministekker)
AUDIO INPUT aansluiting voor
OUTPUT poort voor INPUT 1, 2 (HD 15)
AUDIO INPUT 3
ingangsaansluitingen (RCA; tulp) 12
Netingang 11
7
11 INPUT 1, 2
12
(3,5 mm stereo ministekker)
S-VIDEO INPUT
ingangsaansluiting
(4-pens Mini DIN aansluiting)
INPUT 3
12 VIDEO
ingangsaansluiting (RCA; tulp)
Benaming van onderdelen
Vooraanzicht
Belangrijke
informatie
Afstandsbediening
Achteraanzicht
Geluiddempingstoets (MUTE) 17
Aan/uit-toetsen
(ON/OFF) 16
Volumetoetsen
17 (VOL /)
Perspectivische
correctie-/Zwartscherm- 20
toets (KEYSTONE/ 37
BLACK SCREEN)
Linksklik-toets
22 (L-CLICK)
22 Laseraanwijzer/
Menutoets (LASER/
23 MENU)
22 Muis-/insteltoetsen
23 (∂/ƒ/ß/©)
Rechtsklik-/Entertoets 22
(R-CLICK/ENTER) 23
Ingangsfunctiekeuzetoets (INPUT) 17
Toets voor ongedaan
20 maken (UNDO)
Automatische
Stilstaand beeldtoets
(FREEZE) 33
Vergrotingstoets
(ENLARGE) 34
32 synchronisatie-toets
(AUTO SYNC)
36 RESIZE toets
Hulpmiddelentoets
(TOOLS) 43
Muis-/instelkeuzeschakelaar 21
(MOUSE/ADJ.)
35 GAMMA toets
22 Toetsverlichtingstoets
(LIGHT)
Bovenaanzicht
Top View
Zender van de
afstandsbediening
5
Laseraanwijzervenster
Plaatsen van de batterijen
1
Druk op de pijl en schuif
het deksel dan in de
richting van de pijl om het
batterijdeksel te openen.
2
Plaats twee AA-formaat
batterijen en let erop dat
de + en - tekens op de
batterijen overeenkomen
met de aanduidingen in
het batterijvak.
Batterijdeksel
3
Zet het batterijdeksel met
zijn uitstekende randen
in de sleuven aan de rand
van het batterijvak en
druk en schuif het deksel
op zijn plaats.
Batterijdeksel
Batterijvak
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
8
Opstellen en
aansluiten
Opstellen en aansluiten
9
Meegeleverde accessoires
Afstandsbediening
Twee AA-formaat batterijen
Voor Europa, Hongkong en Singapore
(Voor Europa, behalve Groot-Brittannië)
Voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië
Opstellen en
aansluiten
Netsnoer
(Voor Groot-Brittannië, Hongkong en
Singapore)
• De uitvoering van het stopcontact verschilt van land tot land. Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw
land.
Computer RGB-kabel
Computer audiokabel
DIN-D-sub RS-232C kabel
Muis-ontvanger
PS/2 muiskabel
USB muiskabel
Extra luchtfilter
Lensdop
CD-ROM
Snelle referentiegids LCD projector
Gebruiksaanwijzing LCD
projector
Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced
Presentation Software
10
Aansluiten van de projector
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het meegeleverde netsnoer in de netingang aan de achterkant van de projector.
Opstellen en
aansluiten
Netsnoer
• De uitvoering van het stopcontact verschilt van land tot land. Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw
land.
Aansluiten van de projector op de computer
U kunt uw projector aansluiten op de computer voor het weergeven van kleurrijke computerbeelden.
Naar een computer via de standaard 15-pens ingangsaansluiting
Computer RGB-kabel
Computer audiokabel
1 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde computer RGBkabel aan op de INPUT 1 of 2 ingangsaansluiting van de
projector.
2 Sluit het andere uiteinde aan op de monitor
uitgangsaansluiting van de computer. Zet de stekkers vast
met de schroeven.
3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient
u het ene uiteinde van de meegeleverde computer audiokabel
aan te sluiten op de AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1,
2 van de projector.
4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting
van de computer.
VOORZICHTIG
• Voor u de verschillende verbindingen legt, moet u er zeker van
zijn dat zowel de projector als de computer uitgeschakeld zijn.
Nadat u alle verbindingen gemaakt hebt, doet u eerst de
projector en dan pas de computer aan. U moet altijd als laatste
de computer aan doen.
• Leest u, voordat u begint, zorgvuldig de handleiding van de
computer door.
• Zie de “Tabel met compatibele computers” op bladzijde 54 voor
een lijst met computers die op de projector kunnen worden
aangesloten. Wanneer u computersignalen gebruikt die niet op
de lijst voorkomen, is het mogelijk dat sommige functies niet
werken.
Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u
op het GUI menu bij “Signaaltype” “Computer/RGB” te kiezen.
(Zie bladzijde 27.)
• Het is mogelijk dat u een Macintosh adapter zult moeten
gebruiken om sommige Macintosh computers te kunnen
gebruiken. Neem hiervoor contact op met uw dichtst bijzijnde
erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum.
11
Aansluiten van de projector
Aansluiten van andere compatibele computers
Wanneer u de projector aansluit op een geschikte computer anders dan een IBM-PC (VGA/SVGA/XGA/SXGA/
UXGA) of Macintosh (bijv. een werkstation), heeft u mogelijk een aparte kabel nodig. Neemt u alstublieft contact
op met uw dealer voor meer informatie hieromtrent.
Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” “Computer/RGB” te kiezen.
(Zie bladzijde 27.)
“Plug and Play” functie
• Deze projector is compatibel met de VESA DDC 1 en DDC 2B standaarden. Deze projector en een VESA DDC
compatibele computer zullen hun insteleisen aan elkaar doorgeven voor een snelle en gemakkelijke setup.
• Voor u de “Plug and Play” functie gaat gebruiken dient u eerst de projector aan te zetten en dan pas de computer.
Opstellen en
aansluiten
• Aansluiten van computers anders dan de aanbevolen types kan leiden tot schade aan de projector, de computer of beide.
• AUDIO INPUT voor INPUT 1, 2 kan gebruikt worden voor ontvangst van audio die correspondeert met de INPUT 1 en 2
video.
• De DDC “Plug and Play” functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC compatibele computer.
Aansluiten van de projector op video-apparatuur
U kunt uw projector aansluiten op een videorecorder, laserdisc-speler, DVD-speler, DTV* decoder en andere
audio-visuele apparatuur.
VOORZICHTIG
• Zet de projector altijd uit wanneer u deze op video-apparatuur gaat aansluiten, om zowel de projector en de aan te sluiten
apparatuur te beschermen.
Naar een video signaalbron (videorecorder, laserdisc-speler, DTV decoder of DVD-speler) via de
standaard video ingangsaansluiting
1 Sluit de gele tulpstekkers aan op de corresponderende gele
VIDEO INPUT 3 aansluiting van de projector en de Video
uitgangsaansluiting van de video-signaalbron.
2 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient
u de rode en de witte tulpstekkers aan te sluiten op de
corresponderende rode en witte AUDIO INPUT 3 aansluitingen
van de projector en op de Audio uitgangsaansluitingen van
de video-signaalbron.
De S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting gebruikt een video signaal
waarbij het beeld wordt opgesplitst in een kleursignaal en een
luminantiesignaal om een beeld van een hogere kwaliteit te
verkrijgen.
Wanneer zowel op de S-VIDEO INPUT als op de VIDEO INPUT 3
aansluitingen kabels zijn aangesloten, hebben de beelden die
via de S-VIDEO INPUT aansluiting binnenkomen voorrang boven
de beelden die via de VIDEO INPUT 3 aansluiting binnenkomen.
• Voor video van een hogere kwaliteit kunt u gebruik maken van
de S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting van de projector. De Svideokabel is los verkrijgbaar.
• Als uw video-apparatuur geen S-video uitgangsaansluiting heeft,
dient u de composiet video uitgangsaansluiting te gebruiken.
2 Audiokabel (los verkrijgbaar)
Naar de audio uitgangsaansluitingen
1 Videokabel (los verkrijgbaar)
Naar de video uitgangsaansluiting
Videorecorder
of
laserdisc-speler
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar de S-video uitgangsaansluiting
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
12
Aansluiten van de projector
Naar een DTV decoder of DVD-speler
1 Sluit het ene uiteinde van de HD-15-RGB kabel aan op de
INPUT 1 of 2 poort van de projector.
2 Sluit het andere uiteinde aan op de corresponderende
uitgangsaansluiting van de video signaalbron.
3 Om gebruik te maken van het ingebouwde audiosysteem,
dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer
audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT
ingangsaansluiting voor INPUT 1, 2 van de projector.
Sluit het andere uiteinde aan op de Audio uitgangsaansluiting
van de video signaalbron.
Opstellen en
aansluiten
Kies “Computer/RGB” of “Component” bij “Signaaltype” in
het GUI menusysteem, afhankelijk van de gebruikte video
signaalbron.
HD-15-RGB kabel (los verkrijgbaar)
2 Naar de video ingangsaansluitingen
DTV decoder
of
DVD-speler
Audiokabel (los verkrijgbaar)
Naar de audio uitgangsaansluitingen
Aansluiten van een versterker en andere audio- componenten
VOORZICHTIG
• Zet de projector altijd uit wanneer u deze op audio-apparatuur
gaat aansluiten, om zowel de projector en de aan te sluiten
apparatuur te beschermen.
• Door externe audio-componenten te gebruiken kan het volume
worden verhoogd en het geluid verbeterd.
• Via de AUDIO OUTPUT aansluiting kunt u de audiosignalen
van de gekozen AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1, 2 of
de AUDIO INPUT 3 aansluitingen die verbonden zijn met de
audio-visuele apparatuur, uitsturen naar de audio-componenten.
Audiokabel (los verkrijgbaar)
Naar de audio ingangsaansluitingen
Versterker
13
Aansluiten van de projector
Aansluiten via de RS-232C poort
Wanneer de RS-232C poort van de projector is aangesloten op een computer via een RS-232C kabel (nullmodem, cross-type, los verkrijgbaar), kunt u de computer gebruiken om de projector aan te sturen en de toestand
van de projector te controleren. Zie de bladzijden 52 en 53 voor details.
Computer RGB-kabel
DIN-D-sub RS-232C
kabel
Computer audiokabel
2 RS-232C kabel
(null-modem cross type, los verkrijgbaar)
Opstellen en
aansluiten
1 Sluit de meegeleverde DIN-D-sub RS-232C kabel aan op de RS-232C poort van de projector.
2 Sluit een RS-232C kabel (null-modem, cross-type, los verkrijgbaar) aan op het andere uiteinde van de DIN-Dsub RS-232C kabel en op de seriële poort van de computer.
1 DIN-D-sub RS-232C
kabel
VOORZICHTIG
• Sluit de RS-232C kabel niet aan en maak deze ook niet los van de computer terwijl deze aan staat. Uw computer kan
hierdoor beschadigd raken.
• De draadloze muis of de RS-232C functies werken mogelijk niet goed als uw computer niet correct is opgezet. Raadpleeg
de handleiding van de computer omtrent details die het installeren van de juiste muis-driver betreffen.
• De pijltjes (→, ↔) geven de richting van de signalen aan.
• Het is mogelijk dat u een Macintosh adapter zult moeten gebruiken om sommige Macintosh computers te kunnen gebruiken.
Neem hiervoor contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum.
14
Aansluiten van de projector
Aansluiten van de draadloze muis-ontvanger
U kunt de afstandsbediening als een draadloze muis gebruiken.
Opstellen en
aansluiten
Aansluiten op de USB poort van een PC of Macintosh
1 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde USB muiskabel aan op de corresponderende aansluiting van de
PC.
2 Sluit het andere uiteinde aan op de USB poort van de draadloze muis-ontvanger.
USB muiskabel
Muis-ontvanger
USB poort
Gebruik de USB
poort (PC of
Macintosh) om de
meegeleverde USB
muiskabel op de
draadloze muisontvanger aan te
sluiten.
Aansluiten op de PS/2 poort van een PC
1 Schakel de PC uit.
2 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde PS/2 muiskabel aan op de corresponderende aansluiting van de
PC.
3 Sluit het andere uiteinde aan op de PS/2 poort van de draadloze muis-ontvanger.
4 Schakel de PC in.
PS/2 muiskabel
Muis-ontvanger
PS/2 poort
Gebruik de PS/2
poort (PC) om de
meegeleverde PS/2
muiskabel op de
draadloze muisontvanger aan te
sluiten.
VOORZICHTIG
• Sluit de muiskabels niet aan en maak deze ook niet los van de computer terwijl deze aan staat. Uw computer kan hierdoor
beschadigd raken.
• Sluit niet zowel de PS/2 als de USB muiskabel op de draadloze muis-ontvanger aan.
• De draadloze muis kan computers aansturen die compatibel zijn met PS/2 of USB muissystemen.
15
Gebruik
Gebruik
Basisbediening
1 Maak de noodzakelijke aansluitingen voordat u
verder gaat.
Steek de stekker in een stopcontact. De
bedrijfsindicator licht rood op en de projector staat
in de ruststand.
• Als het onderste luchtfilter niet goed vast zit, zal de
bedrijfsindicator knipperen.indicator flashes.
2 Druk op ON.
2
• Als de lampindicator groen knippert, betekent dit dat de
lamp aan het opwarmen is. Wacht met gebruik van de
projector totdat de indicator stopt met knipperen.
• Als u het apparaat uitzet en direct weer aandoet, kan het
even duren totdat de lamp aangaat.
• Als het toetsvergrendelingsniveau op “Niveau A” of “Niveau
B” is ingesteld, kunnen alleen de ON en OFF toetsen van
de afstandsbediening gebruikt worden. (Zie bladzijde 41.)
• Als de projector uitgepakt is en voor het eerst gebruikt
wordt, kan er een luchtje uit de koelventilator komen. Deze
geur verdwijnt nadat het apparaat een tijdje in gebruik is.
Wanneer de stroom is ingeschakeld, zal de lampindicator
oplichten en de gebruikstoestand van de lamp aangeven.
Groen: De lamp is gereed voor gebruik.
Groen knipperend: De lamp is aan het opwarmen.
Rood: Vervang de lamp.
16
Basisbediening
3 Verschuif de zoomknop. Het beeld kan, binnen het
zoombereik, op de gewenste grootte worden
ingesteld.
4
4 Verschuif de scherpstelknop totdat het beeld op
het scherm scherp is.
3
6
7
8
Gebruik
5
5 Druk op INPUT en kies de gewenste
ingangsfunctie.
Druk nog een keer op INPUT om de functie te
wijzigen.
VOORBEELD
5
INGANGSSIGNAAL 1
functie
f
f
6
7
8
17
INGANGSSIGNAAL 2
functie
INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO) functie
• “GEEN SIGN” wordt getoond indien er geen signalen
worden ontvangen. “ONGELDIG” wordt getoond wanneer
er een signaal wordt ontvangen waarvoor deze projector
niet geschikt is.
6 Druk op VOLUME / om het volume te regelen.
7 Druk op MUTE om het geluid tijdelijk uit te
schakelen.
Druk nog een keer op MUTE om het geluid weer
aan te zetten.
8 Druk op OFF.
Druk nog een keer op OFF terwiji deze melding op
het scherm staat.
• Als u per ongeluk op OFF heeft gedrukt maar de stroom
niet echt wilt uitschakelen, dient u te wachten totdat het
uitschakelscherm weer verdwijnt.
• Als er twee keer op OFF gedrukt is, zal de bedrijfsindicator
rood oplichten en de koelventilator zal ongeveer 90
seconden blijven draaien. Daarna zal de projector in de
ruststand gaan.
• Wacht tot de koelventilator gestopt is voor u de stekker uit
het stopcontact haalt.
• U kunt de stroom weer inschakelen door op ON te drukken.
Na het weer inschakelen zullen de bedrijfsindicator en de
lampindicator groen oplichten.
• De bedrijfsindicator knippert wanneer het onderste
filterdeksel niet goed vastzit.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90
seconden lopen nadat de projector uit gezet is. Zet daarom
bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets
op de projector of afstandsbediening. Controleer eerst of
de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het
stopcontact haalt.
SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM
VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN
ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, dient u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm te
plaatsen met alle voetjes plat en horizontaal op de ondergrond. Als de randen van het beeld vervormd zijn, dient
u de projector naar voren of naar achteren te verplaatsen.
• De lens van de projector hoort voor het midden van het scherm geplaatst te worden. Als de lens niet loodrecht ten opzichte van het scherm
geplaatst is, zal het beeld vervormd worden weergegeven, wat het moeilijk maakt om het beeld goed te kunnen bekijken.
• Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt zal de kleuren doen
verbleken wat het bekijken van het beeld bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een
zonnige of helder verlichte ruimte.
• U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Standaard methode (Frontprojectie)
X
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u
gewenste schermgrootte (zie de tabel hieronder).
L
Breedbeeld
weergavefunctie
(BREEDBEELD, 16:9)
Beeldformaat
(diagonaal) (X)
762 cm (300 inches)
508 cm (200 inches)
381 cm (150 inches)
254 cm (100 inches)
213 cm (84 inches)
183 cm (72 inches)
152 cm (60 inches)
102 cm (40 inches)
Beeldformaat
(diagonaal) (X)
762 cm (300 inches)
508 cm (200 inches)
381 cm (150 inches)
338 cm (133 inches)
269 cm (106 inches)
254 cm (100 inches)
234 cm (92 inches)
213 cm (84 inches)
183 cm (72 inches)
152 cm (60 inches)
102 cm (40 inches)
Projectie-afstand (L)
Maximaal
14,0 m
9,3 m
7,0 m
4,7 m
4,0 m
3,4 m
2,8 m
1,9 m
Minimaal
10,8 m
7,2 m
5,4 m
3,6 m
3,0 m
2,6 m
2,2 m
1,4 m
Projectie-afstand (L)
Maximaal
15,1 m
10,1 m
7,6 m
6,7 m
5,4 m
5,1 m
4,6 m
4,3 m
3,7 m
3,0 m
2,0 m
Minimaal
11,6 m
7,7 m
5,8 m
5,1 m
4,1 m
3,9 m
3,6 m
3,3 m
2,8 m
2,3 m
1,5 m
Afstand van het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld (H)
Gebruik
Normale
weergavefunctie
(NORMAL, 4:3)
H
45,5 cm
30,2 cm
22,8 cm
15,5 cm
13,0 cm
11,2 cm
9,4 cm
6,1 cm
Afstand van het midden van de lens
tot de onderrand van het beeld (H)
12,7 cm
8,5 cm
6,4 cm
5,7 cm
4,5 cm
4,3 cm
3,9 cm
3,6 cm
3,1 cm
2,6 cm
1,7 cm
• Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand
van het scherm bevindt.
18
Opstellen van het scherm
1
3
Ontgrendeling
hoogteverstelling
Gebruik van het stelvoetje
U kunt de hoogte van het beeld instellen door de
projector omhoog te richten door de hoogteverstelling
te ontgrendelen.
1 Ontgrendel de hoogteverstelling en richt de
projector omhoog tot de gewenste hoek bereikt is.
(Afstelbaar tot maximaal 5° afwijkend van
horizontaal.)
2 Laat de ontgrendeling los en zet de projector neer
als u er zeker van bent dat de verstelvoet goed
vergrendeld is.
3 Als het scherm onder een hoek staat, kan de
afsteller gebruikt worden om de hoek van het
beeld af te stellen. (Afstelbaar tot maximaal 1°
vanaf de oorspronkelijke positie.)
De projector terugzetten in de oorspronkelijke stand
Ontgrendel de hoogteverstelling terwijl u de projector goed vasthoudt en laat de projector langzaam zakken tot zijn oorspronkelijke
positie.
Gebruik
• Het beeld kan vervormd raken wanneer u de positie van de projector verandert, afhankelijk van de stand van de projector ten opzichte
van het scherm.
VOORZICHTIG
• Ontgrendel de hoogteverstelling niet wanneer de verstelvoet uitgeschoven is tenzij u de projector stevig vast houdt.
• Houd de projector niet vast aan de lens wanneer u de hoogteverstelling gebruikt.
• Pas op dat uw vingers niet klem raken tussen de projector en de ondergrond wanneer u de hoogteverstelling gebruikt.
Spiegelbeeld opstelling
Projectie van achteren
Projectie via een spiegel
• Zet een doorschijnend scherm tussen de projector
en het publiek.
• Gebruik het menu-systeem van de projector om het
beeld spiegelverkeerd te projecteren. (Zie bladzijde
42 voor het gebruiken van deze functie.)
• Als de afstand tussen de projector en het scherm
niet voldoende is voor een normale projectie van
achteren, kunt u het beeld via een spiegel op het
scherm projecteren.
• Zet een spiegel (een gewone platte) voor de lens.
• Projecteer het normale beeld op de spiegel.
• Het door de spiegel weerkaatste beeld wordt op het
lichtdoorlatende scherm geprojecteerd.
• De beeldkwaliteit is het beste wanneer de projector loodrecht staat ten opzichte van het scherm met alle voetjes ingetrokken en horizontaal.
VOORZICHTIG
• Wanneer u een spiegel gebruikt dient u ervoor te zorgen dat zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het
licht van de projectorlamp niet rechtstreeks in de ogen van het publiek kan schijnen.
Plafondmontage
• Het verdient aanbeveling de los verkrijgbare Sharp
plafondbeugel te gebruiken voor deze opstelling.
• Voordat u de LCD projector aan het plafond bevestigt, moet u
eerst de door de fabrikant aanbevolen plafondmontagebeugel
(los verkrijgbaar) bij een erkende Sharp LCD-projector dealer
of
servicecentrum
aanschaffen.
(AN-C30T
Plafondmontagebeugel, AN-TK201/202 Verlengpijp voor de
AN-C30T.)
• Met de projector ondersteboven moet u de bovenste rand
van het scherm als basislijn gebruiken.
• Gebruik het menu-systeem van de projector om de juiste wijze
van projecteren te kiezen. (Zie bladzijde 42 voor het gebruiken
van deze functie.)
19
Opstellen van het scherm
Projector
Afstandsbediening
Digitale beeldinstellingen
Digitale perspectivische correctie
Wanneer het beeld vervormd is doordat het onder een
hoek geprojecteerd wordt, stelt de digitale correctie u
in staat deze perspectivische vervorming op te heffen.
1, 4a
3
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
2
4b
In-beeld-display
(Voorbeeld: 4:3
NORMAAL beeld)
In-beeld-display
(Voorbeeld: 16:9
BREEDBEELD)
MOUSE
ADJ.
1
Druk op KEYSTONE om de gewenste functie te
kiezen. Elke keer dat u op de KEYSTONE toets
drukt, zal het scherm veranderen zoals links
hiernaast is aangegeven.
2
Druk op ENTER om het testbeeld te projecteren.
3
Druk op ∂/ƒ/ß/© om wijzigingen aan te brengen.
4
a. Druk net zo vaak op KEYSTONE totdat het
normale scherm verschijnt.
b. Druk op UNDO om de TRAPEZIUMVORM
CORR. (perspectivische vertekening) instelling
terug te stellen.
Gebruik
• Wanneer u de TRAPEZIUMVORM CORR. (perspectivische
vertekening) instelling wijzigt, kunnen rechte lijnen en de
randen van het weergegeven beeld een zaagtand effect
gaan vertonen.
2 Testbeeld
Digitale beeldverschuiving
Wanneer een BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE) wordt
geprojecteerd, kan deze functie gebruikt worden om
het beeld naar boven of beneden te schuiven.
Digitale perspectivische correctie
Indrukken van ∂
bij stap 2
Indrukken van ƒ
bij stap 2
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1
Druk op KEYSTONE om “DIGITALE SHIFT” te
kiezen zoals links hiernaast is aangegeven.
2
Druk op ENTER om het testbeeld te projecteren.
3
Druk op ∂/ƒ/ß/© om wijzigingen aan te brengen.
4
a. Druk net zo vaak op KEYSTONE totdat het
normale scherm verschijnt.
b. Druk op UNDO om de DIGITALE SHIFT
instelling terug te stellen.
Digitale beeldverschuiving
• Deze functie werkt alleen bij BREEDBEELD en NORMAAL
(WIDE) en gebruik van video of DTV ingangssignalen. (Zie
bladzijde 36 voor nadere bijzonderheden.) Het DIGITALE
SHIFT scherm verschijnt niet wanneer andere beelden dan
BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE) geprojecteerd worden.
of
Druk op ∂.
Druk op ƒ.
20
Bedienen van de draadloze muis via de afstandsbediening
Gebruik
Gebruik van de afstandsbediening als draadloze muis
De afstandsbediening heeft de volgende drie functies:
• Bediening van de projector
• Draadloze muis
• Laseraanwijzer
MOUSE/ADJ. schakelaar
(Afstandsbediening)
MOUSE
ADJ.
MOUSE
Draadloze muis
Laseraanwijzer
ADJ.
Bediening van
de projector
Afstandsbediening/Muis-ontvanger plaatsing
• De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het hieronder aangegeven
bereik.
• De draadloze muis-ontvanger kan worden gebruikt met de afstandsbediening om de muisfuncties van een
aangesloten computer aan te sturen binnen het hieronder aangegeven bereik.
• Het signaal van de afstandsbedieningen kan voor het gemak via het scherm gekaatst worden. De afstand die door het
signaal overbrugd kan worden kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bedienen van de projector
Gebruik van de draadloze muis
Afstandsbediening
Afstandsbediening
7m
30˚
30˚
30˚
45˚
30˚
4m
45˚
30˚
Afstandsbediening
21
120˚
Muisontvanger
Bedienen van de draadloze muis via de afstandsbediening
Bruikbare toetsen in de muisfunctie
Gebruik als draadloze muis
Vergeet niet de meegeleverde draadloze muisontvanger aan te sluiten op uw computer.
Afstandsbediening
(Vooraanzicht)
LASER
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar MOUSE.)
MOUSE
ADJ.
BLACK SCREEN
Muis
R-CLICK
LIGHT
Afstandsbediening
(Achteraanzicht)
• De draadloze muis functioneert mogelijk niet naar
behoren wanneer de seriële poort van uw computer niet
goed werkt. Raadpleeg de handleiding van uw computer
voor details over het gebruiksklaar maken/installeren van
de stuursoftware voor de muis.
• Voor eenknops muissystemen kunt u of de L-CLICK of de
R-CLICK als de muisknop gebruiken.
Gebruik van de afstandsbediening in een donkere
ruimte
Druk op LIGHT en de toetsen zullen oplichten. Een
groene verlichting geeft aan dat de afstandsbediening
als muis gebruikt wordt, rode verlichting geeft aan dat
de afstandsbediening gebruikt wordt om de projector
te bedienen.
L-CLICK
LASER/MENU
BLACK SCREEN/KEYSTONE
R-CLICK/ENTER
∂/ƒ/ß/©
L-CLICK
ON/OFF
VOL /
MUTE
INPUT
UNDO
FREEZE
AUTO SYNC
ENLARGE
RESIZE
TOOLS
GAMMA
Stand van de MOUSE/ADJ. schakelaar
MOUSE
ADJ.
LASER (GROEN)
MENU (ROOD)
BLACK SCREEN (GROEN) KEYSTONE (ROOD)
R-CLICK (GROEN)
ENTER (ROOD)
∂/ƒ/ß/© (NIET VERLICHT) ∂/ƒ/ß/© (NIET VERLICHT)
JA (NIET VERLICHT)
—
Gebruik
Naam van toets
JA (ROOD)
Gebruik als laseraanwijzer
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar MOUSE.)
MOUSE
ADJ.
Druk op LASER ( ) om de laseraanwijzer te activeren.
Als u de toets loslaat, gaat de laser automatisch uit.
• Om veiligheidsredenen schakelt de laseraanwijzer na 1
minuut doorlopend gebruik automatisch uit. Om hem weer
aan te zetten moet u eerst LASER ( ) loslaten en
vervolgens weer indrukken.
22
Gebruik van de GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm
Projector
Afstandsbediening
1, 7
Deze projector heeft twee sets menuschermen
(INGANGSSIGNAAL 1 of 2 en INGANGSSIGNAAL 3)
die u in staat stellen het beeld en diverse
projectorinstellingen te regelen. Deze menuschermen
kunnen worden bediend via de projector zelf of via de
afstandsbediening met de volgende toetsen.
2, 3, 5
4
6
(GUI) In-beeld-display
INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie
INGANGSSIGNAAL 1 of 2 (COMPUTER/RGB) functie
1
ß2©
1
ß2©
Gebruik
∂
∂
3
3
ƒ
ƒ
ß5©
ß5©
4
ß2©
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU om de menubalk voor de
INGANGSSIGNAAL 1, 2 of 3 functie te laten
verschijnen.
ß5©
2 Druk op ß/© om het instelmenu van de menubalk
te kiezen.
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek
onderdeel waarvan u de instelling wilt wijzigen.
4 Om een enkele instelling te kunnen wijzigen dient
u op ENTER te drukken nadat u het onderdeel
heeft geselecteerd. Alleen de menubalk en het
gekozen onderdeel zullen verschijnen.
5 Druk op ß/© om de instellingen te wijzigen.
6 Druk op UNDO om terug te keren naar het vorige
scherm.
7 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Zie de boomdiagrammen op de volgende bladzijde voor
details omtrent de onderdelen op de menuschermen.
23
Gebruik van de GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm
Onderdelen op de menubalk voor de
INGANGSSIGNAAL 1 of
INGANGSSIGNAAL 2 functie
Hoofdmenu
Beeld
Onderdelen op de menubalk voor de
INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie
Hoofdmenu
Contrast
30
30
Contrast
30
30
Helder
30
30
Helder
30
30
Kleur
30
30
Kleur
30
30
Tint
30
30
Tint
30
30
Scherpte
30
30
Scherpte
30
30
Rood
30
30
Rood
30
30
Computer/RGB
Blauw
30
30
Component
Kleurtmp
Reset
Gelaagd
Reset
Signaaltype
Progressief
G/P Conversie
30
Blauw
3
Kleurtmp
30
3
Beeld
3
3
Gelaagd
G/P Conversie
Fijn sync.
Klok
150 150
60
Fase
H-Pos
60
150 150
V-Pos
60
1
2
Audio
Balans
30
30
Hoge toon
30
30
Lage toon
30
30
•
Progressief
Reset
7
Resolutie
800600
640480
Vert.freq.
75 Hz
72 Hz
Opties
•
Auto
Lamp timer
Zwrt schrm dsp [ON/OFF]
PAL (50/60Hz)
OSD Display
SECAM
[ON/OFF]
•
Keuze instel.
7
Speciale functies
Videosysteem
NTSC4.43
Achtergrond
NTSC3.58
Gebruik
1
2
Vastleggen
Vert.freq.
75 Hz
72 Hz
•
60
Reset
Resolutie
800600
640480
1024864
Signaal informatie
Startbeeld
1152864
Automat.sync.
[ON/OFF]
Auto-sync dsp
[ON/OFF]
Spaarfunctie
1152870
Audio
Balans
30
30
Hoge toon
30
30
Lage toon
30
30
Mon. uitg. Out/RS232C [ON/OFF]
1152882
Resolutie
Hor.freq.
Vert.freq.
Auto Power Off [ON/OFF]
Niv. toetsvergr.
640480
37.5 kHz
72 Hz
Taal
Opties
Reset
Sharp
Lamp timer
Gebruiker
Zwrt schrm dsp [ON/OFF]
OSD Display
[ON/OFF]
Achtergrond
Startbeeld
Spaarfunctie
Blauw
Geen
Sharp
Geen
Auto Power Off [ON/OFF]
Taal
Geen
English
Gebruiker
Deutsch
Geen
Español
Normaal
Nederlands
Niveau A
Français
Niveau B
Português
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Normaal
Niv. toetsvergr.
Niveau A
Wachtwoord
Niveau B
English
Oud wachtwrd
Deutsch
Nieuw wachtw
Plafondvoor
Español
Herbevestigen
Achter
Projectie
Voor
Plafondachter
Nederlands
Français
Blauw
Sharp
Svenska
Mon. uitg. Out/RS232C [ON/OFF]
Gebruiker
Wachtwoord
Italiano
Gebruiker
Sharp
Status
Italiano
Svenska
Português
Projectie
Voor
Plafondvoor
• De cijfers die hierboven worden genoemd voor resolutie, verticale frequentie en
horizontale frequentie dienen slechts als voorbeeld.
• “Kleur” en “Tint” verschijnen alleen wanneer bij de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie
Component ingangssignalen is ingesteld.
• Alleen de aangegeven onderdelen in de boomdiagrammen hierboven kunnen worden
ingesteld.
• Om de onderdelen onder de submenu’s te kunnen instellen, dient u © in te drukken
nadat u het submenu geselecteerd heeft.
Achter
Plafondachter
Status
24
Kiezen van de In-beeld-display taal
Projector
Afstandsbediening
De standaardtaal voor het In-beeld-display is Engels.
Dit kan worden veranderd in Duits, Spaans, Nederlands,
Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans
of Japans.
1, 5
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
2, 3
1 Druk op MENU.
MOUSE
ADJ.
2 Druk op ß/© en selecteer “Taal”.
4
3 Kies met ∂/ƒ de taal die u wilt.
(GUI) In-beeld-display
4 Druk vervolgens op ENTER om die taal in te
stellen. Het In-beeld-display staat nu ingesteld om
alle mededelingen op het scherm te tonen in de
door u gekozen taal.
Gebruik
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Kiezen van de Videosysteem functie (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie)
Afstandsbediening
Projector
1, 6
2, 3, 4
De standaardinstelling voor het Videosysteem is “Auto”;
deze instelling kan echter gewijzigd worden in een
bepaald videosysteem, als het door het apparaat zelf
ingestelde videosysteem niet geschikt is voor de
aangesloten audio-visuele apparatuur.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
5
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Videosysteem” en druk
vervolgens op ©.
(GUI) In-beeld-display
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het gewenste
videosysteem.
5 Druk op ENTER om uw instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Wanneer “Auto” is ingesteld voor het videosysteem, is het
mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In een dergelijk geval dient u
handmatig over te schakelen naar het videosysteem van
het bronsignaal.
25
Instellen van het beeld
Projector
Afstandsbediening
Instellen van het beeld
U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen wensen en
voorkeuren regelen met de volgende beeldfuncties.
Beschrijving van de beeldinstellingen
1, 4
2, 3
(GUI) In-beeld-display
(COMPUTER/RGB ingangssignalen in de
INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie)
1
Beeldinstelling
ß Insteltoets
© Insteltoets
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Reset
Minder contrast
Meer contrast
Minder helder
Helderder
Voor minder intense kleuren Voor intensere kleuren
Huidtinten worden paarsig
Huidtinten worden groenig
Voor minder scherpte
Voor meer scherpte
Minder rood
Roder
Minder blauw
Blauwer
Alle beeldinstellingen worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen.
• “Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet voor
COMPUTER/RGB
ingangssignalen
in
de
INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie.
• “Scherpte” verschijnt niet voor COMPONENT
ingangssignalen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie.
MOUSE
ADJ.
Gebruik
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld”
menuscherm verschijnen. De handleiding voor het
grafische menusysteem verschijnt ook in beeld.
2
2 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te
stellen onderdeel.
3 Druk op ß/© om het
merkteken van het
geselecteerde onderdeel naar de gewenste
waarde te verplaatsen.
4 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de
fabrieksinstellingen, dient u “Reset” op het “Beeld”
menuscherm te selecteren en vervolgens op ENTER te
drukken.
• De gewijzigde instellingen kunnen apart worden opgeslagen
in de “INGANGSSIGNAAL 1”, “INGANGSSIGNAAL 2” en
“INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO)” functies.
26
Instellen van het beeld
Projector
Afstandsbediening
1, 4
2, 3
Instellen van de kleurtemperatuur
Deze functie wordt gebruikt voor het instellen van de
kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld dat
de projector ontvangt (videobeeld, computerbeeld, TVuitzending enz.). Verlaag de kleurtemperatuur voor een
warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren.
Verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler,
blauwachtig beeld met meer helderheid.
Beschrijving van de kleurtemperatuur
3
(Rood) ß toets
(GUI) In-beeld-display
Verlaagt de kleurtemperatuur
voor een warm, roodachtig,
fonkelend beeld.
(Lage kleurtemperatuur)
3
© toets (Blauw)
Verhoogt de kleurtemperatuur
voor een koel, blauwachtig,
fluorescerend beeld.
(Hoge kleurtemperatuur)
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
Gebruik
1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld”
menuscherm verschijnen. De handleiding voor het
grafische menusysteem verschijnt ook in beeld.
2 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Kleurtmp”.
3 Druk op ß/© om het
merkteken van het
geselecteerde onderdeel naar de gewenste
waarde te verplaatsen.
4 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Projector
Afstandsbediening
Kiezen van het signaaltype
Deze functie stelt u in staat het ingangssignaaltype
(COMPUTER/RGB of COMPONENT) voor de INPUT 1
of 2 poort te kiezen.
1, 6
2, 3, 4
5
(GUI) In-beeld-display
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Beeld”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Signaaltype” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Computer/RGB” of
“Component”.
5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
27
Instellen van het beeld
Projector
Afstandsbediening
G/P Conversie
Deze functie stelt u in staat om een gelaagde weergave
of een progressieve weergave van het videosignaal te
kiezen. De progressieve weergave zorgt voor een meer
soepele weergave van de videobeelden.
1, 6
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
2, 3, 4
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Beeld”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “G/P Conversie” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ om “Gelaagd” of “Progressief” in te
stellen.
5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
5
(GUI) In-beeld-display
Gelaagde weergavefunctie
Bij de gelaagde weergavefunctie wordt een beeld gecreëerd
door de activering van de aftastlijnen in twee velden. Gebruik
deze functie bij het projecteren van bewegende beelden.
Bij de progressieve weergavefunctie wordt een beeld
gecreëerd door gebruikmaking van alle beschikbare
aftastlijnen. Gebruik deze functie bij het projecteren van
stilstaande beelden, om flikkeringen en strepen te voorkomen
die kunnen optreden bij gelaagde weergave van de
stilstaande beelden.
Gebruik
Progressieve weergavefunctie
Instellen van het geluid
Projector
Afstandsbediening
De geluidsweergave van de projector is in de fabriek
op bepaalde standaardinstellingen gezet. U kunt deze
echter aanpassen aan uw eigen voorkeuren door de
volgende audio-instellingen te wijzigen.
Beschrijving van de geluidsinstellingen
1, 5
2, 3, 4
Geluidsinstelling ß Insteltoets
Hoge toon
Lage toon
Reset
© Insteltoets
Zwakkere hoge tonen
Sterkere hoge tonen
Zwakkere lage tonen
Sterkere lage tonen
Alle geluidsinstellingen worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
(GUI) In-beeld-display
2
3
1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld”
menuscherm verschijnen. De handleiding voor het
grafische menusysteem verschijnt ook in beeld.
2 Druk op ß/© en selecteer “Audio”.
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te
stellen onderdeel.
4 Druk op ß/© om het
merkteken van het
geselecteerde onderdeel naar de gewenste
waarde te verplaatsen.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Kies “Reset” op het “Audio” scherm om alle instellingen op
de fabriekswaarden terug te zetten en druk op ENTER.
28
Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie)
Projector
Afstandsbediening
1, 5
2, 3, 4
Instellen van het computerbeeld
Bij weergave van zeer gedetailleerde computerpatronen
(zoals ‘betegeling’, verticale strepen e.d.), kan er tussen
de LCD beeldpunten interferentie ontstaan, waardoor
delen van het beeld kunnen gaan flikkeren, of waardoor
er verticale strepen of onregelmatigheden in de
contrastweergave kunnen ontstaan. Als dit gebeurt, kunt
u de instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V-Pos”
bijstellen om een optimale weergave te bereiken.
Beschrijving van de beeldinstellingen
Geselecteerde
onderdeel
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Omschrijving
Regelt verticale ruis.
Regelt horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of rechts te verplaatsen.
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of beneden te verplaatsen.
Gebruik
• Het computerbeeld kan gemakkelijk aangepast worden
door op AUTO SYNC ( ) te drukken. Zie bladzijde 32 voor
details.
(GUI) In-beeld-display
(Kies de gewenste computer ingangsfunctie via INPUT.)
2
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld”
menuscherm verschijnen. De handleiding voor het
grafische menusysteem verschijnt ook in beeld.
2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
3
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te
stellen onderdeel.
4 Druk op ß/© om het
merkteken van het
geselecteerde onderdeel naar de gewenste
waarde te verplaatsen.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de
fabrieksinstellingen, dient u “Reset” op het “Fijn sync.”
menuscherm te selecteren en vervolgens op ENTER te
drukken.
29
Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie)
Projector
Afstandsbediening
1, 6
2, 3, 4
5
(GUI) In-beeld-display
2
Opslaan en selecteren van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven
instellingen op te slaan om te gebruiken met
verschillende computers. Wanneer deze instellingen
opgeslagen zijn, kunnen ze gemakkelijk weer
opgeroepen worden wanneer u dezelfde computer weer
aansluit op de projector.
Opslaan van de instellingen
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Vastleggen” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het nummer waaronder
u de instellingen in het geheugen wilt opslaan.
Gebruik
3
5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te
slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Selecteren van opgeslagen instellingen
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
4
2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Keuze instel.” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer de gewenste in het
geheugen opgeslagen instelling.
5 Druk op ENTER om de gekozen instelling te
gebruiken.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer in het geheugen, zullen bij dat nummer geen
resolutie en frequentie vermeld staan.
• Wanneer u een eerder opgeslagen instelling via “Keuze
instel.” oproept, moet het aangesloten computersysteem
wel overeenkomen met de opgeslagen instellingen.
30
Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie)
Projector
Afstandsbediening
1, 6
2, 3, 4
Speciale functie instelling
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal
gedetecteerd en wordt de correcte resolutie
automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het
echter nodig zijn om de optimale resolutie-instelling te
kiezen in “Speciale functies” op het “Fijn sync.”
menuscherm, in overeenstemming met het
ingangssignaal van de computer.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
5
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
(GUI) In-beeld-display
2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Speciale functies” en
druk vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer de optimale resolutie.
5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan.
Gebruik
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Vermijd de weergave van computer gegenereerde patronen
die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale
strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het
erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
• Wanneer er een DTV 480P signaal binnenkomt, dient u bij
stap 4 hierboven “480P” te kiezen.
Projector
Afstandsbediening
Controleren van het ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat de informatie betreffende
het huidige ingangssignaal te controleren.
1, 4
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
2, 3
1 Druk op MENU.
MOUSE
ADJ.
2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
(GUI) In-beeld-display
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Signaal informatie”
om de gegevens voor het huidige ingangssignaal
op het scherm te brengen.
4 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
31
Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie)
Projector
Afstandsbediening
Automatische synchronisatie instelling
• Wordt gebruikt om een binnenkomend computerbeeld
automatisch correct in te stellen.
• U kunt de automatische synchronisatie handmatig
inschakelen door op AUTO SYNC te drukken, of
automatisch door in het GUI menusysteem van de
projector “Automat.sync.” “ON” (aan) te zetten.
1, 5
2, 3, 4
Wanneer “Automat.sync.” “ON” staat:
• De synchronisatie instellingen worden automatisch
gemaakt wanneer de projector wordt aangezet en
aangesloten is op een computer, of wanneer het
geselecteerde ingangssignaal wordt gewijzigd.
• Wanneer de instelling van de projector veranderd
wordt, zal de vorige automatische synchronisatie
instelling gewist worden.
AUTO SYNC
toets
(GUI) In-beeld-display
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
In-beeld-display
ADJ.
Druk op MENU.
Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
Druk op ∂/ƒ en selecteer “Automat.sync.”.
Druk op ß/© en selecteer “ON”.
Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Gebruik
1
2
3
4
5
MOUSE
• Door op AUTO SYNC te drukken kunt u automatisch
instellingen laten maken.
• Wanneer het onmogelijk blijkt om via de automatische
synchronisatie een optimale beeldweergave te verkrijgen,
kunt u de handmatige instellingen proberen. (Zie bladzijde
29.)
g
f
s
Gedurende de automatische synchronisatie verandert
het In-beeld-display zoals hier links is aangegeven.
• Het kan enige tijd duren voordat de automatische
synchronisatie klaar is, afhankelijk van het beeld dat door
de aangesloten computer gegenereerd wordt.
Automatische synchronisatie display
functie
(GUI) In-beeld-display
Normaal gesproken wordt er geen beeld geprojecteerd
tijdens de automatische synchronisatie. U kunt er echter
ook voor kiezen een achtergrondbeeld te laten
projecteren gedurende de automatische synchronisatie.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1
2
3
4
Druk op MENU.
Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”.
Druk op ∂/ƒ en selecteer “Auto-sync dsp”.
Druk op ß /© en selecteer “ ” om een
achtergrondbeeld te laten projecteren, of “ ” om
het achtergrondbeeld te verwijderen gedurende
automatische synchronisatie.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
32
Handige eigenschappen
Stilstaand beeld functie
Afstandsbediening
Handige
eigenschappen
Projector
1, 2
Deze functie stelt u in staat een bewegend beeld
onmiddellijk stil te zetten. Dit is nuttig wanneer u een
stilstaand beeld afkomstig van een computer of video
wilt laten zien zodat u meer tijd heeft om uitleg bij het
beeld te geven aan uw publiek.
U kunt deze functie ook gebruiken om een stilstaand
beeld afkomstig van een computer weer te geven terwijl
u voorbereidingen treft voor de presentatie van de
volgende computerbeelden.
1 Druk op FREEZE om het beeld stil te zetten.
In-beeld-display
33
2 Druk nogmaals op FREEZE om het beeld weer
te laten bewegen.
Digitale uitvergroting
Projector
Afstandsbediening
Deze functie stelt u in staat een bepaald gedeelte van
een beeld uit te vergroten. Dit is nuttig wanneer u een
detail uit het beeld wilt laten zien.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
2
1 Druk op ENLARGE. Elke keer dat u op ENLARGE
drukt zal het beeld vergroot worden weergegeven.
1
3
In-beeld-display
2 Wanneer het beeld is uitvergroot, kunt u over de
totale afbeelding heen en weer gaan met de ∂/
ƒ/ß/© toetsen.
• Elke keer dat u op ENLARGE drukt, verandert de
vergrotingsfactor op de manier zoals hieronder
aangegeven.
sg
1
2
3
4
6
8
• Als het ingangssignaal verandert tijdens het digitaal
uitvergroten van het beeld, zal de weergave terugkeren naar
1. Het ingangssignaal wordt veranderd
(a) wanneer er op INPUT wordt gedrukt,
(b) wanneer het ingangssignaal onderbroken wordt,
(c) wanneer de resolutie en verversingsratio van het
ingangssignaal verandert.
3 Druk op UNDO om terug te keren naar 1
weergave.
Handige
eigenschappen
34
Gamma correctie
Projector
Afstandsbediening
1
2
• Gamma verwijst naar een functie ter verbetering van
de beeldkwaliteit die een rijker beeld kan bieden door
de donkere partijen van het beeld op te lichten zonder
de helderheid van de heldere gedeelten te
veranderen.
• Er zijn vier gamma instellingen beschikbaar om het
beeld optimaal aan te kunnen passen aan de
weergegeven beelden en de omstandigheden in de
gebruikte ruimte.
• Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere
scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u
de beelden weergeeft in een lichte ruimte, kan deze
functie de donkere scènes beter zichtbaar maken en
het beeld een grotere diepte geven.
Gamma functies
In-beeld-display
s
STANDAARD
GAMMA 1
Gekozen functie Gamma functie
STANDAARD
Standaard beeld zonder gamma correctie.
GAMMA 1
Licht de donkere partijen op voor een betere
presentatie.
GAMMA 2
Geeft meer diepte aan de donkere partijen voor
een meer boeiende voorstelling.
GEBRUIKER
Stelt u in staat de gamma waarde aan te
passen via de Sharp Advanced Presentation
Software.
s
GAMMA 2
GEBRUIKER
35
MOUSE
ADJ.
1 Druk op GAMMA. Elke keer dat GAMMA wordt
ingedrukt zal de gamma waarde veranderen zoals
links is aangegeven.
2 Druk op UNDO wanneer de aanduiding “GAMMA”
op het scherm getoond wordt om terug te keren
naar het standaard beeld.
s
Handige
eigenschappen
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
Kiezen van de weergavefunctie
Projector
Deze functie stelt u in staat de weergavefunctie aan te
passen of te wijzigen om het ontvangen beeld te
verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u
kiezen uit NORMAAL, SCHERMVULLEND, PUNT VOOR
PUNT, BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE).
Afstandsbediening
1 Druk op RESIZE. Elke keer dat u op RESIZE drukt
verandert de weergavefunctie zoals hieronder
staat aangegeven.
1
2 Druk op UNDO terwijl de aanduiding “GROOTTE
AANPASSEN” op het scherm getoond wordt om
terug te keren naar het standaard beeld.
2
COMPUTER
VOORBEELD
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
Ingangssignaal
SVGA (800 600)
XGA (1024 768)
UXGA (1600 1200)
SXGA (1280 1024)
NORMAAL
NORMAAL
1024 768
1024 768
1024 768
960 768
SCHERMVULLEND
–
–
–
1024 768
Weergavebeeld
SCHERMVULLEND
PUNT VOOR PUNT
800 600
1024 768
1600 1200
1280 1024
PUNT VOOR PUNT
GROOTTE AANPASSEN
GROOTTE AANPASSEN
PUNT VOOR PUNT
NORMAAL
4:3 beeldverhouding
GROOTTE AANPASSEN
GROOTTE AANPASSEN
GROOTTE AANPASSEN
SCHERMVULLEND
NORMAAL
PUNT VOOR PUNT
Andere beeldverhoudingen
VIDEO/DTV
VOORBEELD
16:9 beeldverhouding, 720P, 1080i
NORMAAL
1024 768
1024 768
–
–
BREEDBEELD
1024 576*
1024 576*
1024 576*
1024 576*
NORMAAL (WIDE)
768 576*
768 576*
768 576*
–
*De digitale beeldverschuivingsfunctie kan met deze weergavefuncties gebruikt worden.
Ingangssignaal
NORMAAL
GROOTTE AANPASSEN
Weergavebeeld
BREEDBEELD
GROOTTE AANPASSEN
BREEDBEELD
Handige
eigenschappen
4:3 beeldverhouding
480I/P, NTSC, PAL, SECAM
4:3
Letterbox
Samengedrukt
480I/P, 720P, 1080i
NORMAAL (WIDE)
GROOTTE AANPASSEN
NORMAAL (WIDE)
NORMAAL
4:3 beeldverhouding
480I/P,
NTSC,
PAL,
SECAM
GROOTTE AANPASSEN
GROOTTE AANPASSEN
BREEDBEELD
GROOTTE AANPASSEN
NORMAAL (WIDE)
NORMAAL
Letterbox
GROOTTE AANPASSEN
GROOTTE AANPASSEN
BREEDBEELD
GROOTTE AANPASSEN
NORMAAL (WIDE)
NORMAAL
Samengedrukt
720P,
1080i
GROOTTE AANPASSEN
BREEDBEELD
16:9 beeldverhouding
36
De zwartscherm-functie
Projector
Afstandsbediening
BLACK
SCREEN
toets
1, 5
2, 3, 4
Deze functie kan worden gebruikt om het
geprojecteerde presentatiebeeld volledig zwart te
maken.
Het scherm volledig zwart laten worden
Druk op BLACK SCREEN. Het scherm wordt zwart en
de mededeling “ZWART SCHERM” verschijnt op het
scherm. Druk nogmaals op BLACK SCREEN om terug
te keren naar het oorspronkelijk weergegeven beeld.
MOUSE
ADJ.
• Om deze functie via de afstandsbediening te
kunnen bedienen dient u de MOUSE/ADJ. schakelaar naar
de MOUSE stand te schuiven voor u op BLACK SCREEN
drukt.
Uitschakelen van het In-beeld-display
Geprojecteerde beelden
De mededeling “ZWART SCHERM” tijdens het gebruik
maken van de gelijknamige functie kan worden
uitgeschakeld. Wanneer “Zwrt schrm dsp” op “ ” is
ingesteld via het GUI menusysteem, zal de aanduiding
“ZWART SCHERM” niet worden getoond terwijl de
functie in werking is.
sg
(GUI) In-beeld-display
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Zwrt schrm dsp”.
Handige
eigenschappen
4 Druk op ß/© en selecteer “ ” om het In-beelddisplay aan te zetten of “ ” om het uit te zetten.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Uitschakelen van de In-beeld-display functie
Projector
Afstandsbediening
Deze functie stelt u in staat de in-beeld mededelingen
uit te schakelen die verschijnen tijdens het kiezen van
het ingangssignaal. Wanneer het “OSD Display” op “ ”
is ingesteld via het GUI menusysteem, zullen de inbeeld mededelingen niet verschijnen wanneer er op
INPUT wordt gedrukt.
1, 5
2, 3, 4
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
(GUI) In-beeld-display
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “OSD Display”.
4 Druk op ß/© en selecteer “ ” om het In-beelddisplay aan te zetten, of “ ” om het uit te zetten.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
37
Kiezen van een achtergrondbeeld
Projector
Afstandsbediening
Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt
weergegeven wanneer er geen signaal door de projector
ontvangen wordt.
Beschrijving van achtergrondbeelden
Geselecteerde onderdeel Achtergrondbeeld
1, 6
2, 3, 4
5
Sharp
SHARP standaard beeld
Gebruiker
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Blauw
Blauw scherm
Geen
Zwart scherm
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
(GUI) In-beeld-display
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Achtergrond” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het beeld dat u als
achtergrond wilt gebruiken.
5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
te verlaten.
• Als u “Gebruiker” kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen
beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als
achtergrondbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren
BMP bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768
beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van Sharp Advanced
Presentation Software voor meer informatie over het opslaan (of
veranderen) van een dergelijk beeld.
Selecteren van een opstartbeeld
1, 6
2, 3, 4
5
• Met deze functie kunt u opgeven welk beeld er zal
verschijnen zodra de projector opstart.
• U kunt een door uzelf gekozen beeld (bijvoorbeeld het loge
van uw bedrijf) in de projector uploaden via een RS-232C
kabel. Raadpleeg bladzijde 14 in deze gebruiksaanwijzing
en ook de handleiding van de meegeleverde Sharp
Advanced Presentation Software voor nadere
bijzonderheden.
Beschrijving van opstartbeelden
Geselecteerde onderdeel Opstartbeeld
Sharp
SHARP standaard beeld
Gebruiker
Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf)
Geen
Zwart scherm
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
(GUI) In-beeld-display
Handige
eigenschappen
Afstandsbediening
Projector
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Startbeeld” en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het beeld dat u op het
scherm wilt zien wanneer de projector opstart.
5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
te verlaten.
• Als u “Gebruiker” kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen
beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als
opstartbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren BMP
bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768
beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van Sharp Advanced
Presentation Software voor meer informatie over het opslaan (of
veranderen) van een dergelijk beeld.
38
Spaarfunctie
De spaarfuncties stellen u in staat het stroomverbruik
te verminderen wanneer de projector in de ruststand
(standby) staat.
In-beeld-display
Automatische stroomuitschakelfunctie
Wanneer er langer dan 15 minuten geen ingangssignaal
wordt waargenomen, zal de projector zichzelf
automatisch uitschakelen. De in-beeld mededeling die
u hier links ziet, zal vijf minuten voordat het apparaat
automatisch uit gaat op het scherm verschijnen.
Projector
Afstandsbediening
Beschrijving van de automatische stroomuitschakelfunctie
De projector wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer er langer dan 15 minuten geen signaal wordt
ontvangen.
1, 5
2, 3, 4
De automatische stroom-uitschakelfunctie is
geïnactiveerd.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
(GUI) In-beeld-display
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Auto Power Off”.
4 Druk op ß/© en selecteer “
” of “
”.
Handige
eigenschappen
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• De “Auto Power Off” is bij het verlaten van de fabriek
ingesteld op “ ”.
39
Wachtwoord
Projector
Afstandsbediening
De gebruiker kan een wachtwoord instellen en dit in
combinatie met de toetsvergrendelingsfunctie
gebruiken om te voorkomen dat bepaalde instellingen
van het grafische menusysteem worden gewijzigd.
Instellen van het wachtwoord
1, 6
2, 3,
4, 5
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”.
(GUI) In-beeld-display
3 Druk op ∂/ƒ selecteer “Wachwoord” en druk
vervolgens op ©.
4 Voer het wachtwoord in door een cijfer te kiezen
met ∂/ƒ en dan op © te drukken om naar de
plaats voor het volgende cijfer te gaan. Herhaal
deze procedure voor de resterende drie cijfers
en druk dan op ENTER.
5 Voer
het
wachtwoord
nogmaals
in
(“Herbevestigen”) met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op
ENTER.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
• Noteer het wachtwoord op een veilige plaats voor het geval
u het wachtwoord vergeet.
Wijzigen van het wachtwoord
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
Handige
eigenschappen
(GUI) In-beeld-display
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 3 in “Instellen van
het wachtwoord” hierboven.
2 Voer het oude wachtwoord in met ∂/ƒ/ß/© en
druk dan op ENTER.
3 Voer het nieuwe wachtwoord in met ∂/ƒ/ß/©
en druk dan op ENTER.
4 Voer
het
wachtwoord
nogmaals
in
(“Herbevestigen”) met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op
ENTER.
40
Kiezen van het niveau voor de toetsvergrendeling
Projector
Afstandsbediening
Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde
toetsen op de projector vergrendelen. U kunt de
projector echter nog steeds volledig bedienen met
behulp van de toetsen op de afstandsbediening.
Beschrijving van de toetsvergrendelingsniveaus
1, 5
2, 3, 4
(GUI) In-beeld-display
Geselecteerde Omschrijving
onderdeel
Normaal
Alle bedieningstoetsen werken.
Niveau A
Alleen INPUT, VOLUME, MUTE en BLACK
SCREEN op de projector werken.
Niveau B
Geen enkele bedieningstoets op de
projector werkt.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß /© en selecteer “Opties”.
3 Druk op ∂/ƒ selecteer “Niv. toetsvergr.”, en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ om het gewenste niveau te kiezen.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Handige
eigenschappen
• Om het toetsvergrendelingsniveau te annuleren, voert u de
bovenstaande procedure opnieuw uit op de
afstandsbediening.
• Als een wachtwoord is ingesteld en tevens een
toetsvergrendelingsniveau is gekozen, moet het
wachtwoord worden ingevoerd voordat het
toetsvergrendelingsniveau gewijzigd kan worden.
Controleren van de gebruikduur van de lamp
Projector
Afstandsbediening
Deze functie stelt u in staat de totale gebruiksduur van
de lamp te controleren.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
ADJ.
1
1 Druk op MENU.
2
2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. De totale
brandtijd van de lamp zal getoond worden.
(GUI) In-beeld-display
41
MOUSE
• Het verdient aanbeveling de lamp te vervangen na ongeveer
1.400 branduren. Zie de bladzijden 48 en 49 voor het
vervangen van de lamp.
De spiegel- en omgekeerd-beeldfunctie
Projector
Afstandsbediening
Deze projector is voorzien van een functie voor
weergave in spiegelbeeld of op zijn kop, hetgeen
verschillende zeer nuttige toepassingen mogelijk maakt.
Beschrijving van geprojecteerde beelden
1, 5
2, 3
4
(GUI) In-beeld-display
Wanneer u “Voor” selecteert
Geselecteerde onderdeel Geprojecteerd beeld
Voor
Normaal beeld
Plafondvoor
Omgekeerd beeld
Achter
Spiegelbeeld
Plafondachter
Omgekeerd spiegelbeeld
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer “Projectie”.
Wanneer u “Plafond voor” selecteert
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer de gewenste
projectiewijze.
4 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te
slaan.
5 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
Wanneer u “Achter” selecteert
Wanneer u “Plafond achter” selecteert
Handige
eigenschappen
• Deze functie wordt gebruikt bij plafondmontage en projectie
van achteren. Zie bladzijde 19 voor deze opstellingen.
42
Gebruik van de presentatie hulpmiddelen
Projector
Afstandsbediening
2, 4
Deze projector is uitgerust met presentatie
hulpmiddelen die u kunt gebruiken om de kernpunten
van uw presentatie te benadrukken.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
3, 5
MOUSE
ADJ.
1 Druk op TOOLS om het menuscherm voor de
presentatie hulpmiddelen op het scherm te
krijgen.
1
2 Druk op ∂/ƒ/ß/© en selecteer het door u
gewenste hulpmiddel en de gewenste kleur.
6
3 Druk op ENTER om uw keuze definitief te maken.
In-beeld-display
4 Wanneer het gekozen hulpmiddel eenmaal op het
scherm getoond wordt, kunt u het met ∂/ƒ/ß/
© over het scherm verplaatsen.
5 Druk op ENTER om het gekozen hulpmiddel op
het scherm te “stempelen”.
Menuscherm
6 Druk op UNDO om afzonderlijke, op het scherm
gestempelde hulpmiddelen te wissen.
• U kunt elk hulpmiddel zo vaak u wilt op het scherm
stempelen.
• Om alle gestempelde presentatie hulpmiddelen van het
scherm te verwijderen, drukt u op ∂/ƒ/ß/© om “ ” te
selecteren en daarna drukt u op ENTER.
Handige
eigenschappen
Rood
Groen
Blauw
Geel
Projector
Oranje
Wit
Zwart
Afstandsbediening
2, 4
Weergeven van de pauzetijd
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
MOUSE
ADJ.
1 Druk op TOOLS om het menuscherm voor de
presentatie hulpmiddelen op het scherm te
krijgen.
3
2 Druk op ∂/ƒ/ß/© en selecteer “ ” in het
menuscherm.
1, 5
3 Druk op ENTER om het aftellen van de pauzetijd
te laten beginnen.
Wanneer u het Sharp standaard beeld selecteert
4 Druk op ∂ om de pauzetijd te verlengen of op ƒ
om de pauze in te korten.
5 Druk op TOOLS om terug te keren naar het
normale scherm.
• De pauzetijd wordt weergegeven tegen het
achtergrondbeeld dat u heeft ingesteld via “Selecteren van
een opstartbeeld”. (Zie bladzijde 38.)
43
Statusfunctie
Projector
Afstandsbediening
Via deze functie kunt u alle gewijzigde instellingen
tegelijk op het scherm krijgen.
(Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de
afstandsbediening naar ADJ.)
1, 4
MOUSE
ADJ.
1 Druk op MENU.
2
2 Druk op ß/© en selecteer “Status”.
3
3 Druk op ENTER om alle gewijzigde instellingen
op het scherm te laten verschijnen.
(GUI) In-beeld-display
4 Druk op MENU om het grafische menusysteem
weer te verlaten.
2
3
Handige
eigenschappen
44
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Onderhoud en het
oplossen van problemen
45
Onderhoud van het luchtfilter
• Deze projector is voorzien van vier luchtfilters om zorg te dragen voor optimale gebruiksomstandigheden voor
de projector.
• Deze luchtfilters dienen om de 100 draaiuren gereinigd te worden. Reinig de filters vaker wanneer de projector
in een stoffige of rokerige ruimte gebruikt wordt.
• Laat het luchtfilter (PFILD0076CEZZ) vervangen door de dichtstbijzijnde Sharp LCD-projector dealer of
servicecentrum in het geval het filter niet meer kan worden gereinigd.
Onderaanzicht
Luchtfilters
(niet verwijderbaar)
Luchtfilter
Reinigen en vervangen van het onderste luchtfilter
1
Haal de stekker uit het
stopcontact.
2
Verwijder het onderste
filterdeksel.
Draai de projector om. Druk op
het lipje en til het filterdeksel
open in de richting van de pijl.
3
Verwijder het luchtfilter.
Neem het filter tussen uw
vingers vast en trek het uit het
filterdeksel.
Lipje
4
Reinig het luchtfilter.
Zet het luchtfilter terug.
Plaats het filter onder de lipjes
op het frame van het filterdeksel.
6
Zet het filterdeksel
terug.
Steek het lipje van het
filterdeksel in de bijbehorende
opening en druk het deksel op
zijn plaats.
Lipje
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Verwijder stof van het luchtfilter
en het deksel met behulp van
een stofzuiger.
5
• Let er goed op dat het filterdeksel op de juiste wijze is aangebracht. Het apparaat kan niet worden ingeschakeld als het
filterdeksel niet juist is aangebracht.
Reinigen van de onderste luchtfilters (niet verwijderbaar)
Als er zich stof of vuil heeft opgehoopt in de luchtfilters, kunt u de filters reinigen met behulp van een stofzuiger en een geschikt
hulpstuk.
46
Lamp en waarschuwingsindicators
Waarschuwingsindicators
Bedrijfsindicator
Lampindicator
Temperatuurindicator
• De waarschuwingsindicators lichten op in geval van
een probleem met de projector.
• Er zijn twee waarschuwingsindicators: de
temperatuurindicator die waarschuwt als de projector
oververhit begint te raken en de lampindicator die
aangeeft wanneer het tijd is om de lamp te vervangen.
• In geval zich een probleem voordoet, zal of de
temperatuurindicator of de lampindicator rood
oplichten. Nadat u de stroom heeft uitgeschakeld,
volgt u de procedure die hieronder is beschreven.
Waarschuwingsindicator
Symptoom
Probleem
Temperatuurindicator
De temperatuur in
het apparaat is
abnormaal hoog.
• De luchtinlaatopening is
geblokkeerd.
• Verplaats de projector naar een plek met
voldoende ventilatie.
• Het luchtfilter is verstopt.
• Reinig het luchtfilter.
(Zie bladzijde 46.)
• De koelventilator is
defect.
• Een interne elektrische
storing.
• Ga met uw projector naar het
dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum om de
LCD projector te laten repareren.
De lamp licht niet
op.
• De lamp is doorgebrand.
• Storing in het lampcircuit.
De lamp moet
vervangen worden.
• De lamp heeft langer dan
1.400 uur gebrand.
• Vervang de lamp voorzichtig. (Zie de
bladzijden 48 en 49.)
• Ga met uw projector naar het
dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum om de
LCD projector te laten repareren.
De
bedrijfsindicator
zal rood knipperen
wanneer de
projector aan staat.
• Het deksel van het
onderste luchtfilter is
open.
Lampindicator
Bedrijfsindicator
Mogelijke oplossing
• Maak het deksel van het onderste luchtfilter
goed vast.
• Als de temperatuurindicator oplicht, volg dan de bovenvermelde procedure en wacht vervolgens tot de projector helemaal
is afgekoeld voordat u de stroom weer inschakelt. (Tenminste 5 minuten.)
• Als de projector voor korte tijd werd uitgeschakeld, zoals tijdens een pauze, is het mogelijk dat de lampindicator oplicht,
zodat het apparaat niet kan worden ingeschakeld. Trek in zo’n geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in.
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Lamp
De lamp in deze projector gaat in totaal ongeveer 1.500 branduren mee, afhankelijk van de omgeving waarin de
projector gebruikt wordt. Wij bevelen aan dat u de lamp vervangt na 1.400 branduren, of eerder wanneer u een
duidelijke verslechtering van de kleurweergave en de beeldkwaliteit constateert. U kunt het aantal branduren van
de lamp controleren met het In-beeld-display (zie bladzijde 41).
VOORZICHTIG
• Het felle licht van de lamp kan gevaar opleveren. Kijk niet rechtstreeks in het diafragma en de lens terwijl de projector in
gebruik is.
• Daar de omgevingomstandigheden waaronder de projector gebruikt wordt kunnen variëren, is het mogelijk dat de
projectorlamp de 1.500 branduren niet haalt.
Symptoom
De lampindicator licht rood op en
de “LAMP” en “ ” aanduidingen
knipperen geel in de linker
benedenhoek van het beeld.
Probleem
• De lamp heeft langer dan 1.400 uur
gebrand.
Er is een aanzienlijke
verslechtering in de beeld- en
kleurkwaliteit.
De stroom wordt automatisch
uitgeschakeld en de projector
komt in de ruststand te staan.
De “LAMP” en “ ” aanduidingen
knipperen rood in de linker
benedenhoek van het beeld en de
projector wordt uitgeschakeld.
47
• De lamp heeft langer dan 1.500 uur
gebrand.
Mogelijke oplossing
• Koop een vervangingslamp (lamp/
lamphuis) van het type BQCPGC30XE/1 bij uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp LCD-projector
dealer of servicecentrum.
• Vervang de lamp. (Zie de
bladzijden 48 en 49.) U kunt de
lamp ook bij uw dichtstbijzijnde
erkende Sharp LCD-projector
dealer of servicecentrum laten
vervangen.
Vervangen van de projectielamp
VOORZICHTIG:
• Als de lamp springt, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie
veroorzaken. Indien de lamp springt, moet u een erkende Sharp LCD-projector
dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen.
• Verwijder het lamphuis niet meteen nadat u de projector hebt uitgeschakeld.
De lamp kan uiterst heet zijn. Wacht minimaal een uur nadat u de stekker uit het
stopcontact hebt getrokken, zodat het lamphuis voldoende afgekoeld is.
De lamp dient na ongeveer 1.400 gebruiksuren te worden vervangen of wanneer de beeld- en kleurkwaliteit
aanzienlijk slechter zijn geworden. Volg nauwkeurig de onderstaande aanwijzingen om de lamp te vervangen.
Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum te brengen. Zorg dat u de juiste
vervangingslamp (lamp/lamphuis) van het type BQC-PGC30XE/1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum aanschaft. Vervang de lamp door de onderstaande instructies nauwkeurig op
te volgen. U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum laten
vervangen.
Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid
VOORZICHTIG
• Pak de handgreep vast om het lamphuis te verwijderen. Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige
van de projector aan.
• Volg de onderstaande aanwijzigen nauwkeurig om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
• Reinig de luchtfilters voor of na het vervangen van de lamp. Zie bladzijde 46 voor het schoonmaken van de luchtfilters.
1
Schakel de projector
uit.
Druk op OFF en wacht totdat
de koelventilator stopt.
2
Maak het netsnoer los.
Pak de stekker stevig vast en
trek het snoer uit de
netaansluiting.
3
Verwijder het deksel
van het lamphuis.
Draai de projector om en maak
het deksel van het lamphuis los
door de dekselschroef los te
draaien. Schuif het deksel
vervolgens in de richting van de
pijl.
of
4
Verwijder het lamphuis.
Verwijder de
bevestigingsschroeven
waarmee het lamphuis is
bevestigd. Pak het lamphuis bij
de handgreep vast en trek het
naar buiten.
Bevestigingsschroeven
Bevestigingsschroeven
5
Plaats het nieuwe
lamphuis.
Druk het lamphuis stevig in de
lamphuishouder. Maak de
bevestigingsschroeven vast.
6
Breng het deksel van
het lamphuis weer aan.
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Dekselschroef
Schuif het deksel in de richting
van de pijl op de projector. Draai
de dekselschroef vast.
Dekselschroef
48
Vervangen van de projectielamp
Terugstellen van de lamptimer
1
Sluit het netsnoer aan.
Steek de stekker van het snoer
in de netaansluiting van de
projector.
2
Stel de lamptimer terug.
Houd ƒ, © en ENTER op de
projector ingedrukt en druk dan
tegelijk op ON van de projector.
De “LAMP 0000H” aanduiding
verschijnt om aan te geven dat
de lamptimer is teruggesteld.
• De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector heeft een Kensington standaard
veiligheidsaansluiting, te gebruiken met het Kensington
MicroSaver Veiligheidssysteem. Raadpleeg de
informatie bij dat systeem voor instructies hoe u het kunt
Kensington standaard gebruiken om uw projector te beveiligen.
veiligheidsaansluiting
Oplossen van problemen
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Probleem
De projector kan niet worden inen uitgeschakeld met de ON en
OFF toetsen op de projector.
Geen beeld en geen geluid.
Wel geluid, maar geen beeld.
De kleurweergave is bleek of slecht.
Het beeld is onscherp.
Wel beeld, geen geluid.
Binnenin de projector hoort u
soms een vreemd geluid.
De onderhoudsindicator licht op.
Er verschijnt ruis in het beeld.
480P beelden worden niet
weergegeven.
De kleuren zijn vervormd (behalve
voor de INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO) functie).
49
Mogelijke oorzaak
• Het toetsvergrendelingsniveau is op “Niveau A” of “Niveau B” ingesteld waardoor sommige of alle
toetsen niet werken. (Zie bladzijde 41.)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De stekker van het snoer van de projector zit niet in het stopcontact.
Het deksel van het onderste luchtfilter is niet goed gemonteerd.
De gekozen ingangsaansluiting is fout. (Zie bladzijde 17.)
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.)
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg. (Zie bladzijde 8.)
De MOUSE/ADJ. keuzeschakelaar op de afstandsbediening staat op MOUSE.
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.)
De “Contrast” en “Helder” beeldinstellingen zijn op minimale waarden ingesteld. (Zie bladzijde 26.)
De In-beeld-display mededeling “ZWART SCHERM” is uitgezet, maar de zwartschermfunctie is wel
ingeschakeld waardoor uitsluitend een zwart scherm verschijnt. (Zie bladzijde 37.)
De “Kleur” en “Tint” instellingen zijn niet correct. (Zie bladzijde 26.)
Stel het beeld scherp. (Zie bladzijde 17.)
De projectieafstand is te groot of te klein om goed te kunnen scherpstellen. (Zie bladzijde 18.)
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.)
Het volume staat op minimaal ingesteld. (Zie bladzijde 17.)
Als het beeld verder normaal is, wordt het geluid veroorzaakt door het krimpen of uitzetten van de
behuizing als gevolg van temperatuursveranderingen. Dit heeft geen invloed op de werking of de
prestaties van de projector.
Raadpleeg “Lamp en waarschuwingsindicators” op bladzijde 47.
Regel de fase instelling bij. (Zie bladzijde 29.)
Zet de resolutie op 480P. (Zie bladzijde 31.)
• Verander het ingangssignaaltype. (Zie bladzijde 27.)
Aanhangsel
Transporteren van de projector
Gebruik van het draaghandvat
Draaghandvat
Als u de projector vervoert, draag hem dan aan het
handvat aan de zijkant.
VOORZICHTIG
• Doe altijd eerst de de lensdop op de lens ter bescherming
tijdens het vervoer.
• Til de projector niet op en draag hem niet aan de lens of
aan de lensdop aangezien de lens hierdoor kan
beschadigen.
Aanhangsel
50
Toekenning van de aansluitpinnen
Analoog RGB 1 en 2 signaalingangspoorten: 15-pens mini D-sub contrastekker
1
6
11
5
10
15
Computer-ingangsaansluiting
Analoog
1. Video-ingang (rood)
2. Video-ingang (groen/
synchronisatie op groen)
3. Video-ingang (blauw)
4. Reserve-ingang 1
5. Samengesteld sync.
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/synchronisatie
op groen)
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Aarde (blauw)
Niet aangesloten
GND
GND
Bi-directionele data
Horizontaal sync.
singnaal
14. Verticaal sync. signaal
15. Data klok
RS-232C poort: 9-pens D-sub mannelijke stekker van de DIN-D-sub RS-232C kabel
Pin-nummer Signaal Naam
I/U
1
CD
2
RD
Data ontvangst
Ingang
3
SD
Data verzending
Uitgang
4
ER
5
SG
Signaal aarde
6
DR
Data set gereed
Uitgang
7
RS
Verzoek tot verzending Uitgang
8
CS
Gereed te zenden
Ingang
9
CI
5
1
9
6
Referentie
Niet aangesloten
Aangesloten op intern circuit
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
Aangesloten op intern circuit
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
RS-232C aansluiting: 9-pens mini-DIN contrastekker
8
7
9
6
3
4
5
Aanhangsel
2
51
1
Pin-nummer Signaal Naam
1
VCD
3,3V (Gereserveerd)
2
RD
Data ontvangst
3
SD
Data verzending
4
EXIR Detector Optie eenheid
(Gereserveerd)
5
SG
Signaal aarde
6
ERX
IR ontvangstsignaal
van IR versterker
(Gereserveerd)
7
RS
Verzoek tot verzending
8
CS
Gereed te zenden
9
ETX
IR seinsignaal
(Gereserveerd)
I/U
Uitgang
Ingang
Uitgang
Ingang
Referentie
Niet aangesloten
Aangesloten op intern circuit
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
Ingang
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
Uitgang
Ingang
Uitgang
Aangesloten op intern circuit
Aangesloten op intern circuit
Niet aangesloten
Technische gegevens van de RS-232C poort
Bediening vanaf een personal computer
U kunt de projector met een personal computer bedienen door een RS-232C kabel (null-modem, cross-type, los
verkrijgbaar) op de projector aan te sluiten. (Zie bladzijde 14 voor de aansluitingen.)
Voorwaarden voor communicatie
Wijzig de instelling van de seriële poort van de computer zodat deze overeenkomt met de waarden in de tabel.
Signaalformaat:
Overeenkomend met de RS-232C standaard
Gegevensoverdrachtsnelheid: 9.600 bps
Gegevenslengte:
8 bits
Pariteitsbit:
Geen (NON)
Stopbit:
1 bit
Gegevensstroomregeling:
Geen
Basisformaat
Commando’s worden vanuit de computer in de volgende volgorde verzonden: commando, parameter, retourcode.
Nadat de projector het commando van de computer verwerkt heeft, stuurt deze een antwoordcode naar de
computer.
Commandoformaat
C1
C2
C3 C4
P1
P2
Commando (4 posities)
Antwoordcode-formaat
Normaal antwoord
O
P3
Retourcode (0DH)
P4
Parameter (4 posities)
Retourcode (0DH)
K
Problematisch antwoord (communicatiefout of onjuist commando)
E
R
Retourcode (0DH)
R
Als meer dan 1 code wordt verzonden, wordt ieder commando pas verstuurd nadat de OK antwoordcode voor het
voorafgaande commando is geverifieerd.
• Bij bediening van de projector vanaf een personal computer, kan de status van de projector niet door de computer gelezen
worden. Controleer daarom in welke toestand het apparaat zich bevindt door de commando’s voor de afzonderlijke instelmenu’s
te sturen en de de status op het In-beeld-display te controleren. Als het apparaat een commando ontvangt dat niet een
menuscherm-commando is, voert het dat commando uit, zonder de In-beeld-display mededeling af te beelden.
Commando’s
VOORBEELD
• Als “HELDER” of INGANGSSIGNAAL 1 BEELD INSTELLING op 10 is gezet.
Computer
R
A
B
_
R
1
→
←
0
COMMANDO
PARAMETER
C1 C2 C3 C4
P1 P2 P3 P4
GEKOZEN FUNCTIE
INHOUD VAN DE
GEKOZEN FUNCTIE
INGANGSCONTROLE CORRECTIE
TRAPEZIUMVORM
CORRECTIE
S
I
_
_
_
1
RGB
A
S
I
_
_
_
2
COMPONENT
INGANGSSIGNAAL 1
G/P CONVERSIE
R
A
I
P
_
_
_
0
GELAANGD
R
A
I
P
_
_
_
1
PROGRESSIEF
INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO)
R
A
C
T
_
_
*
*
KLEURTEMPERATUUR (3 – 3)
0
INGANGSCONTROLE
R
A
P
I
_
*
*
*
CONTRAST (30 – 30)
*
*
VOLUME (00 – 60)
R
A
B
R
_
*
*
*
HELDER (30 – 30)
_
_
0
DEMPING UIT
R
A
R
D
_
*
*
*
ROOD (30 – 30)
_
_
1
DEMPING AAN
R
A
B
E
_
*
*
*
BLAUW (30 – 30)
TRAPEZIUMVORM CORR.
(127 – 127)
R
A
C
O
_
*
*
*
KLEUR (30 – 30)
R
A
T
I
_
*
*
*
TINT (30 – 30)
DIGITALE SHIFT
(96 – 96)
R
A
R
E
_
_
_
0
INGANGSSIGNAAL 1 WEERGAVE
R
A
R
E
_
_
_
1
RESET
_
_
_
0
UITSCHAKELEN (STANDBY)
R
_
_
_
1
INSCHAKELEN
I
R
G
B
_
_
_
1
INGANGSSIGNAAL 1
I
R
G
B
_
_
_
2
INGANGSSIGNAAL 2
I
V
E
D
_
_
_
1
I
C
H
K
_
_
_
V
O
L
A
_
_
M
U
T
E
_
M
U
T
E
_
DIGITALE
SHIFT
L
N
D
S
S
*
_
INHOUD VAN DE
GEKOZEN FUNCTIE
A
R
W
Y
PARAMETER
P1 P2 P3 P4
I
W
O
E
COMMANDO
C1 C2 C3 C4
GEKOZEN FUNCTIE
I
O
P
K
K
*
*
*
*
*
*
INGANGSSIGNAAL 1
BEELD
INSTELLING
Aanhangsel
VOLUME
BIJSTELLEN
O
INGANGSSIGNAAL 1
SIGNAALTYPE KEUZE
P
SPANNING
UITWISSELING
VAN INGANG
Projector
52
Technische gegevens van de RS-232C poort
COMMANDO
PARAMETER
C1 C2 C3 C4
P1 P2 P3 P4
GEKOZEN FUNCTIE
INHOUD VAN DE
GEKOZEN FUNCTIE
PARAMETER
P1 P2 P3 P4
INHOUD VAN DE
GEKOZEN FUNCTIE
I
B
S
I
_
_
_
1
RGB
M
E
S
Y
_
_
_
1
AUTO
I
B
S
I
_
_
_
2
COMPONENT
M
E
S
Y
_
_
_
2
PAL (50/60 Hz)
R
B
I
P
_
_
_
0
GELAANGD
M
E
S
Y
_
_
_
3
SECAM
R
B
I
P
_
_
_
1
PROGRESSIEF
M
E
S
Y
_
_
_
4
NTSC 4.43
R
B
C
T
_
_
*
*
KLEURTEMPERATUUR (3 – 3)
M
E
S
Y
_
_
_
5
NTSC 3.58
R
B
P
I
_
*
*
*
CONTRAST (30 – 30)
Y
S
E
_
_
_
_
DISPLAY
B
B
R
_
*
*
*
HELDER (30 – 30)
S
R
R
B
R
D
_
*
*
*
ROOD (30 – 30)
I
M
B
G
_
_
_
1
SHARP
R
B
B
E
_
*
*
*
BLAUW (30 – 30)
I
M
B
G
_
_
_
2
GEBRUIKER
R
B
C
O
_
*
*
*
KLEUR (30 – 30)
I
M
B
G
_
_
_
3
BLAUW
R
B
T
I
_
*
*
*
TINT (30 – 30)
I
M
B
G
_
_
_
4
GEEN
R
B
R
E
_
_
_
0
INGANGSSIGNAAL 2 WEERGAVE
I
M
S
I
_
_
_
1
SHARP
R
B
R
E
_
_
_
1
RESET
I
M
S
I
_
_
_
2
GEBRUIKER
INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) V
G/P CONVERSIE
V
A
I
P
_
_
_
0
GELAANGD
I
M
S
I
_
_
_
3
GEEN
A
I
P
_
_
_
1
PROGRESSIEF
P
O
W
_
_
_
0
AUTOMATISCH AFSLAAN
V
A
C
T
_
_
*
*
KLEURTEMPERATUUR (3 – 3)
AUTOMATISCH
AFSLAAN
A
A
P
O
W
_
_
_
1
AUTOMATISCH AAN
V
A
P
I
_
*
*
*
CONTRAST (30 – 30)
KEYLOCK
K
E
Y
L
_
_
_
*
LEVEL SETTING (02)
V
A
B
R
_
*
*
*
HELDER (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
1
ENGLISH
V
A
C
O
_
*
*
*
KLEUR (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
2
DEUTSCH
V
A
T
I
_
*
*
*
TINT (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
3
ESPAÑOL
V
A
S
H
_
*
*
*
SCHERPTE (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
4
NEDERLANDS
V
A
R
D
_
*
*
*
ROOD (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
5
FRANÇAIS
V
A
B
E
_
*
*
*
BLAUW (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
6
ITALIANO
V
A
R
E
_
_
_
0
VIDEO DISPLAY
M
E
L
A
_
_
_
7
SVENSKA
V
A
R
E
_
_
_
1
RESET
M
E
L
A
_
_
_
8
A
A
T
E
_
*
*
*
HOGE TOON (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
_
9
A
A
B
A
_
*
*
*
LAGE TOON (30 – 30)
M
E
L
A
_
_
1
0
A
A
R
E
_
_
_
0
AUDIO WEERGAVE
M
E
L
A
_
_
1
1
A
A
R
E
_
_
_
1
RESET
G
A
M
R
_
_
_
1
STANDAARD
A
A
D
J
_
_
_
0
AUTOMAT.SYNC. UIT
G
A
M
R
_
_
_
2
GAMMA1
A
A
D
J
_
_
_
1
AUTOMAT.SYNC. AAN
G
A
M
R
_
_
_
3
GAMMA2
A
D
J
S
_
_
_
1
AUTOMAT. SYNC. START
G
A
M
R
_
_
_
4
GEBRUIKER
I
N
C
L
*
*
*
*
KLOK (150 – 150)
G
A
M
V
_
_
_
1
STANDAARD
I
N
P
H
_
*
*
*
FASE (60 – 60)
G
A
M
V
_
_
_
2
GAMMA1
I
A
H
P
*
*
*
*
H-POS (150 – 150)
G
A
M
V
_
_
_
3
GAMMA2
I
A
V
P
_
*
*
*
V-POS (60 – 60)
G
A
M
V
_
_
_
4
GEBRUIKER
I
A
R
E
_
_
_
0
COMPUTER INGANGSDISPLAY
R
A
S
R
_
_
_
1
NORMAAL
I
A
R
E
_
_
_
1
RESET
R
A
S
R
_
_
_
2
BREEDBEELD/SCHERMVULLEND
M
E
M
S
_
_
_
*
VASTLEGGEN (1–7)
R
A
S
R
_
_
_
3
PUNT VOOR PUNT/NORMAAL (WIDE)
M
E
M
L
_
_
_
*
KEUZE INSTEL. (1–7)
R
B
S
R
_
_
_
1
NORMAAL
I
M
B
K
_
_
_
0
ZWART SCHERM UIT
R
B
S
R
_
_
_
2
BREEDBEELD/SCHERMVULLEND
I
M
B
K
_
_
_
1
ZWART SCHERM AAN
R
B
S
R
_
_
_
3
PUNT VOOR PUNT/NORMAAL (WIDE)
I
M
B
O
_
_
_
0
ZWRT SCHRM DSP UIT
R
A
S
V
_
_
_
1
NORMAAL
I
M
B
O
_
_
_
1
ZWRT SCHRM DSP AAN
R
A
S
V
_
_
_
2
BREEDBEELD
I
M
D
I
_
_
_
0
OSD DISPLAY UIT
R
A
S
V
_
_
_
3
NORMAAL (WIDE)
I
M
D
I
_
_
_
1
OSD DISPLAY AAN
I
M
R
E
_
_
_
0
SPIEGELBEELD UIT
I
M
A
S
_
_
_
0
AUTO-SYNC DSP UIT
I
M
R
E
_
_
_
1
SPIEGELBEELD AAN
I
M
A
S
_
_
_
1
AUTO-SYNC DSP AAN
I
M
I
N
_
_
_
0
OMGEKEERD BEELD UIT
I
M
I
N
_
_
_
1
OMGEKEERD BEELD AAN
INGANGSSIGNAAL 2
SIGNAALTYPE KEUZE
INGANGSSIGNAAL 2
G/P CONVERSIE
INGANGSSIGNAAL 2
BEELD
INSTELLING
INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO)
BEELD
INSTELLING
AUDIO
INSTELLING
INGANGSSINGNAAL
AUTOMATISCHE
SYNCHERONISATIE
INGANGSSIGNAAL
INSTELLING
SCHERMFUNCTIEGEHEUGEN
ZWART SCHERM
IN-BEELD-DISPLAY
INSTELLING
Aanhangsel
COMMANDO
C1 C2 C3 C4
GEKOZEN FUNCTIE
VIDEOSYSTEEM
KEUZE
VIDEO
BEVESTIGING
ACHTERGROND
SELECTIE
OPSTARTBEELD
SELECTIE
TAALKEUZE
INGANGSSIGNAAL 1/2
GAMMA KEUZE
INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO)
GAMMA KEUZE
INGANGSSIGNAAL 1
GROOTTE
AANPASSEN
INGANGSSIGNAAL 2
GROOTTE
AANPASSEN
INGANGSSIGNAAL 3
(VIDEO)
AANPASSEN
GROOTIE
SCHERM
INSTELLING
PORTUGUÊS
• Als er in parameterkolom een onderstrepingsteken (_) staat, moet u een spatie invoeren. Als er een asterisk (*) staat, vult u
een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes aangegeven staat onder INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE.
• INGANGSSIGNAAL INSTELLING kan uitsluitend worden ingesteld in de aangegeven computerfunctie.
53
Tabel met compatibele computers
Horizontale Frequentie: 15–126 kHz
Verticale Frequentie: 43–200 Hz
Beeldpunt klok: 12–230 MHz*
Compatibel met synchronisatie op groen en composiet synchronisatiesignalen
UXGA (1.600 1.200) compatibel bij geavanceerde intelligente comprimering
AICS (Advanced Intelligent Compression en Expansion System) grootte-aanpassing technologie
PC/
MAC/
WS
Resolutie
640 350
720 350
640 400
720 400
VGA
640 480
PC
SVGA
XGA
800 600
1.024 768
Horizontale Verticale
Frequentie Frequentie
(Hz)
(kHz)
VESA
Standaard
Display
PC/
MAC/
WS
Resolutie
Horizontale Verticale
Frequentie Frequentie
(Hz)
(kHz)
27,0
60
54,3
60
31,5
70
64,0
70
37,9
85
27,0
60
31,5
70
27,0
60
77,3
85
31,5
70
90,2
100
37,9
85
111,1
120
27,0
60
54,8
60
31,5
70
65,9
72
37,9
85
67,4
74
26,2
50
31,5
60
34,7
70
37,9
72
37,5
75
91,1
85
43,3
85
108,4
100
1.152 864
SXGA
1.152 882
PC
1.280 1.024
64,1
72
67,5
75
75,7
80
64,0
60
74,6
70
78,1
74
75,7
75
VESA
Standaard
Geavanceerde
intelligente
comprimering
47,9
90
74,7
52
53,0
100
75,0
60
61,8
120
81,3
65
78,5
150
87,5
70
80,9
160
90,1
72
100,4
200
93,8
75
31,4
50
106,3
85
35,1
56
37,9
60
34,9
67
44,5
70
48,1
72
46,9
75
53,7
85
56,8
90
64,0
100
77,2
120
Upscale
UXGA 1.600 1.200
PC/
MAC 13"
VGA
640 480
PC/
MAC 19"
XGA
1.024 768
PC/
MAC 21"
SXGA 1.280 1.024
MAC 16"
SVGA
832 624
48,4
60
75
80,0
75
46,8
75
49,6
75
98,3
150
MAC 21"
SXGA 1.152 870
68,5
75
160
HP (WS)
1.280 1.024
78,1
72
125,6
200
60,0
60
35,5
43
85,9
85
40,3
50
53,5
50
56,5
70
76,8
72
58,1
72
60,9
66
68,7
85
71,9
76
73,5
90
77,2
96
80,6
100
98,8
120
113,2
140
125,6
150
PC (WS)
1.280 960
WS
SGI (WS)
SUN (WS)
SXGA
1.280 1.024
1.152 900
Intelligente
comprimering
Upscale
60,0
102,1
Display
True
Geavanceerde
intelligente
comprimering
Upscale
Geavanceerde
intelligente
comprimering
True
Aanhangsel
• Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van een notebook computer die in de simultane
weergavestand (CRT/LCD) gebruikt wordt. In dit geval moet u het LCD display van de notebook computer uitschakelen
en de weergave uitsluitend op “CRT” zetten. Voor verdere informatie betreffende het omschakelen van de weergavefunctie
van uw notebook computer, raadpleegt u de handleiding van uw notebook computer.
• Deze projector kan 640 350 VESA formaat VGA signalen ontvangen alhoewel er “640 400” op het scherm zal
verschijnen.
• Wanneer er 1.600 1.200 VESA formaat UXGA signalen worden ontvangen zal het beeld gesampled worden en worden
weergegeven met 1.024 lijnen, waardoor een deel van het beeld geblokkeerd wordt.
54
Technische gegevens
Product
Model
Videosysteem
Weergavemethode
LCD paneel
Lens
Projectielamp
Contrastomvang
Video ingangssignaal
S-video ingangssignaal
Horizontale resolutie
Audio uitgangssignaal
Computer RGB ingangssignaal
LCD projector
PG-C30XE
PAL/SECAM/NTSC 3.58/NTSC 4.43/DTV 480P/DTV 720P/DTV 1080I
LCD paneel 3 RGB optische sluitermethode
Paneelformaat: 22,9 mm (0,9 inch) (13,9 [H] 18,5 [B] mm)
Weergavemethode: Doorzichtig TN vloeibaar kristalpaneel
Aansturing: TFT (Thin Film Transistor) Actief Matrixpaneel
Aantal beeldpunten: 786.432 beeldpunten (1.024 [hor.] 768 [vert.])
1–1,3 zoomlens, F1,7 tot 2,0 f 33 tot 43 mm
200 W gelijkstroom lamp
250:1
RCA aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω
afgesloten
RCA aansluiting: AUDIO, 0,5 Vrms meer dan 22 kΩ (stereo)
4 pens Mini DIN aansluiting
Y (luminantie signaal): 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω afgesloten
C (Kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 Ω afgesloten
560 TV lijnen (video ingangssignaal), 750 TV lijnen (DTV 720P ingangssignaal, punt voor
punt)
2 W (mono)
15-PIN MINI D-SUB CONTRASTEKKERAANSLUITING (INPUT 1, 2):
RGB gescheiden/composiet synchronisatie/synchronisatie op groen type analoog
ingangssignaal: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 Ω afgesloten
STEREO MINI-STEKKERAANSLUITING: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 22 kΩ (stereo)
HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL niveau, (positief/negatief) of composiet sync.
(Alleen Apple Macintosh)
VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: Hetzelfde als horizontaal sync. signaal
12–230 MHz
43–200 Hz
15–126 kHz
9-pens mini-DIN contrastekker (RS-232C ingangspoort)
8 cm (3 3⁄32 ) rond
110–120/220–240 Volt wisselstroom
3,0 A/1,5 A
50/60 Hz
300 W
5°C tot 40°C
20°C tot 60°C
Plastic
38 kHz
Golflengte: 650 nm/Max. uitgangsvermogen: 1 mW/Klasse II Laserapparaat
Aanhangsel
Beeldpunt klok
Verticale frequentie
Horizontale frequentie
Computer ingangssignaal
Luidsprekersysteem
Stroomvoorziening
Ingangsstroom
Frequentie
Stroomverbruik
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Behuizing
I/R drager frequentie
Laseraanwijzer van de
afstandsbediening
Afmetingen (bij benadering) 229 121 310 mm (B H D) (alleen de hoofdbehuizing)
243,5 134 358,4 mm (B H D) (inclusief stelvoetjes en uitstekende onderdelen)
Gewicht (bij benadering) 4,8 kg
Meegeleverde accessoires Afstandsbediening, Twee AA-formaat batterijen, Netsnoer (1,8 m), Computer RGB-kabel (3
m), Computer audiokabel (3 m), PS/2 muiskabel (1 m), USB muiskabel (1,5 m), DIN-D-sub
RS-232C kabel (15 cm), Muis-ontvanger, Extra luchtfilter, Lensdop (geplaatst), CD-ROM,
Gebruiksaanwijzing LCD projector, Snelle referentiegids LCD projector,
Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced Presentation Software
Vervangingsonderdelen Lampeenheid (lamp/lamphuis) (BQC-PGC30XE/1), Afstandsbediening
(RRMCG1584CESA), AA-formaat batterijen, Netsnoer, Computer RGB-kabel (QCNW5304CEZZ), Computer audiokabel (QCNW-4870CEZZ), PS/2 muiskabel (QCNW5113CEZZ), USB muiskabel (QCNW-5680CEZZ), DIN-D-sub RS-232C kabel (QCNW5288CEZZ), Muis-ontvanger (RUNTK0673CEZZ), Luchtfilter (PFILD0076CEZZ), Lensdop
(GCOVH1307CESB), CD-ROM (UDSKA0021CEN1), Gebruiksaanwijzing LCD projector
(TINS-7046CEZZ), Snelle referentiegids LCD projector (TINS-7048CEZZ, TINS-7152CEZZ,
TINS-7153CEZZ), Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced Presentation Software (TINS7047CEZZ)
Uw SHARP projector gebruikt LCD (Liquid Crystal Display) panelen.
Deze zeer hoogstaande panelen bevatten 786.432 TFT (Thin Film
Transistor) beeldpunten ( Rood, Groen, Blauw). Net als bij andere
hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld tv’s,
videosystemen en videocamera’s, zijn er bepaalde tolerantienormen
waaraan projectoren moeten voldoen.
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende,
inactieve TFT’s die kunnen resulteren in onverlichte of inactieve punten
op het beeldscherm. Dit heeft overigens geen invloed op de
beeldkwaliteit of de levensduur van uw projector.
De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
55
Afmetingen
Achteraanzicht
Bovenaanzicht
23
96,5
9
262
358,4
310
61
138,5
142
237,5
61
124,5
33,5
10
27,5
9
97,5
43
16
Zijaanzicht
76
83
243,5
229
10,5
25
134
11
13
30
83
93
121
Vooraanzicht
Onderaanzicht
Aanhangsel
Eenheid: mm
56
Gids voor doeltreffende presentaties
Een elektronische presentatie is een van de meest
effectieve middelen die u kunt gebruiken om een publiek
van uw zaak te overtuigen. Er zijn verschillende
manieren waarop u uw presentatie kunt verbeteren en
de effectiviteit van uw presentatie kunt maximaliseren.
Hier volgen enkele richtlijnen om u te helpen een
dynamische presentatie samen te stellen en uit te
voeren.
a. Soorten presentaties
Computer presentaties
• Om fundamentele informatie vervat in grafieken, spreadsheets,
documenten en beelden te presenteren, kunt u tekstverwerkers
en spreadsheet-programma’s gebruiken.
• Om meer complexe materie over het voetlicht te brengen en
dynamischer presentaties te maken terwijl u meer controle houdt
over het tempo waarin de informatie aangeboden wordt, heeft u
software nodig zoals Astound ®, Freelance ®, Persuasion ® of
PowerPoint®.
• Voor hoogstaande multimedia en interactieve presentaties, heeft
u software nodig zoals Macromedia Director®.
30
25
20
15
10
5
0
• Astound®, Freelance®, Persuasion® of PowerPoint® en Macromedia
Director® zijn handelsmerken van hun respectievelijke houders.
Videopresentaties
Gebruik van video apparatuur zoals een videorecorder, DVD-speler
en laserdisc-speler kan zeer effectief zijn bij het overbrengen van
instructieve of illustratieve informatie die lastig uit te leggen is.
Digitale camera’s en Persoonlijke Digitale
Assistenten (PDA’s)
Voor zeer compacte en draagbare presentaties zijn digitale stilbeeld
of videocamera’s, documenten camera’s en PDA’s bij uitstek geschikt
omdat van deze toestellen de informatie zonder lastige conversie
kan worden overgebracht.
Multimedia presentaties
U kunt al het bovenstaande integreren voor een complete multimedia
presentatie met video, audio, computer applicaties en Internet
informatie.
b.Creatieve presentaties
Vaak wordt er geen gebruik gemaakt van de vele subtiele
manieren waarop de elektronische dia’s van een presentatie
gemanipuleerd kunnen worden om het publiek op nog
doeltreffender wijze te overtuigen.
Kleurgebruik is van grote invloed op het publiek gedurende
een presentatie. Mits juist en leesbaar toegepast, zo wijzen
studies uit, zetten achter- en voorgrondkleuren als het ware
de emotionele toon voor een presentatie, helpen zij de kijker
bij het begrijpen en onthouden van de aangeboden informatie
en oefenen zij invloed uit op het publiek om een bepaalde
gewenste handeling te verrichten.
Aanhangsel
Overwegingen met betrekking tot het
kleurgebruik
Geel
op Zwart
57
• Kies leesbare kleuren.
• Kleuren voor tekst en grafisch materiaal hebben voldoende contrast
nodig.
• Gebruik donkerder kleuren voor de achtergrond daar een lichtere
achtergrond gauw te schel overkomt. (Geel op zwart geeft een
ideaal contrast.)
Gids voor doeltreffende presentaties
• Achtergrondkleuren kunnen onbewust het publiek
beïnvloeden:
Rood
Blauw
Rood—verhoogt de polsslag en het ademhalingsritme van
de kijker, moedigt het nemen van risico aan maar kan ook
worden geassocieerd met financiële verliezen.
Blauw—heeft een kalmerend en conservatief effect op het
publiek, maar kan ook leiden tot verveling onder zakelijk
publiek dat vaak overstroomd wordt door deze
achtergrondkleur.
Groen—stimuleert interactie.
Groen
Zwart
RP
on from SHA
Presentati
type of
es in any
on mistak
of type fonts
most comm
selection
One of the
visual is the or hard to read.
thin,
presentation
small, too
that are too
Zwart—brengt een gevoel van afsluiting en zekerheid over.
Gebruik dit als een overgangskleur wanneer u van het ene
thema naar het andere overstapt.
• Voorgrondkleuren hebben een grote invloed op hoe goed
het publiek een boodschap zal begrijpen en onthouden.
• Gebruik een of twee heldere kleuren om nadruk te geven.
• Onderstreep of kleur belangrijke boodschappen.
• Het oog heeft moeite bepaalde kleuren tekst op bepaalde
kleuren achtergrond te lezen. Zo is het bijvoorbeeld lastig
om tekst en achtergrond in de combinaties rood en groen
of blauw en zwart te kunnen lezen.
• Mensen die kleurenblind zijn hebben vaak moeite het
verschil te zien tussen rood en groen, bruin en groen en
paars en blauw. Probeer deze kleuren daarom niet samen
te gebruiken.
Lettertypen
• Een van de meest gemaakte fouten in allerlei presentaties
is de keuze voor lettertypen die te klein, te dun of gewoon
moeilijk te lezen zijn.
• Als u er niet zeker van bent hoe goed een bepaald lettertype
te lezen zal zijn wanneer u het eenmaal op het scherm gaat
projecteren, kunt u het volgende proberen: Teken een
rechthoek van ongeveer 15 20 cm op een vel papier en
print een paar regels tekst daarin met uw computerprinter
op een resolutie van 300 of 600 dpi. Varieer de afmetingen
van de tekst om koppen, gewone tekst en legenda’s voor
eventuele tabellen of grafieken voor te stellen. Houd nu het
vel op armlengte. Zo zal uw tekst eruit zien op een scherm
van 1,2 meter breed op een afstand van 3 meter, op een
scherm van 2,3 meter breed op 6,1 meter of op een scherm
van 3,7 meter breed gezien van een afstand van 9,1 meter.
Als u de tekst niet gemakkelijk kunt lezen, moet u minder
tekst op uw afbeeldingen zetten, of een groter lettertype
gebruiken.
• Ontwerp uw afbeeldingen zo dat ze zelfs door kijkers op
de achterste rij goed bekeken kunnen worden.
• Het is gemakkelijker gemengde tekst te lezen dan tekst die
alleen in hoofdletters gedrukt is.
Aanhangsel
Sans-serif
Serif
• Er is niks zo schadelijk voor uw presentatie als fout gespelde
woorden. Neem de tijd om uw werk na te lezen en te
corrigeren voor uw afbeeldingen een permanent onderdeel
gaan uitmaken van uw presentatie.
• Een ander belangrijk kenmerk van elk lettertype is of het
een schreefloos lettertype is of niet. Een schreef is een klein,
vaak horizontaal dwarsstreepje aan het eind van de hoofdlijn
van een letter. Omdat ze geacht worden het oog als het
ware langs de regel te leiden, worden lettertypen met
schreven (serif) in het algemeen leesbaarder gevonden dan
schreefloze lettertypen (sans-serif).
58
Gids voor doeltreffende presentaties
Goed
Slecht
Presentation from SHARP
30
25
20
15
10
5
0
Goed
c. Opstelling
Wanneer u een presentatie geeft, bepaalt u de opstelling en
net als bij een voetbalteam is vaak de opstelling
doorslaggevend voor succes. De manier waarop u de
presentatieruimte inricht heeft een grote invloed op het beeld
dat het publiek van u en uw boodschap zal krijgen. Door de
plaatsing en het gebruik van de volgende hulpmiddelen te
manipuleren kunt u de invloed van uw presentatie verhogen.
Verlichting—Goede verlichting is een belangrijk bestanddeel
van een succesvolle presentatie. U moet streven naar een
ongelijke verdeling van het beschikbare licht. Het publiek wil
altijd zoveel mogelijk van het gezicht van de presentator zien
en dus hoort het meeste licht op u gericht te zijn. Omdat het
anderzijds ook belangrijk is dat u de gezichten en de
lichaamstaal van het publiek kunt waarnemen, moet er ook
wat licht op het publiek gericht worden. Er mag echter geen
licht direct op het scherm vallen.
Podium—Wanneer u zich op hetzelfde vloeroppervlak bevindt
als uw publiek, kunnen de meeste mensen alleen maar het
bovenste derde deel van uw lichaam zien. Het is daarom aan
te bevelen wanneer u een presentatie geeft aan 25 of meer
mensen, op een podium of verhoging te gaan staan. Omdat
zo meer van uw lichaam zichtbaar is, zal het gemakkelijker
zijn met uw publiek te communiceren.
Lessenaars—De beste redenaars vermijden lessenaars
omdat deze 75% van het lichaam verbergen en de
bewegingsvrijheid belemmeren. Velen voelen zich echter
gemakkelijker achter een lessenaar waarop ze hun
aantekeningen kwijt kunnen en waarachter ze zichzelf kunnen
verbergen. Als u zo nodig een lessenaar moet gebruiken, draai
hem dan 45 graden naar het publiek toe zodat u er niet
helemaal achter schuil gaat.
Afbeeldingen—Het is absoluut noodzakelijk dat u uw
afbeeldingen groot genoeg maakt en groot genoeg projecteert
zodat iedereen in het publiek ze kan zien. Om een 24-punts
lettertype nog goed te kunnen lezen, is de optimale afstand
tot het scherm gelijk aan acht maal de hoogte van de
afbeelding. De onderrand van het scherm moet minstens 1,8
meter boven de vloer zijn.
Scherm—Het scherm hoort altijd in het midden van de ruimte
geplaatst te worden zodat het voor iedereen goed te zien is.
Omdat wij van links naar rechts lezen, moet u altijd links, vanuit
het publiek gezien, gaan staan wanneer u de getoonde
afbeeldingen bespreekt.
Aanhangsel
Plaatsing van de stoelen—Bepaal de plaatsing van de
stoelen aan de hand van het karakter van uw presentatie. Als
de presentatie langer dan een halve dag gaat duren, kunt u
het beste een opstelling kiezen zoals in een schoollokaal, met
stoelen en tafels. Als u interactie vanuit het publiek wilt
aanmoedigen, kunt u het beste de stoelen in een “V” zetten.
Bij kleine gezelschappen zal een opstelling in een hoefijzer
of “U” vorm de uitwisseling bevorderen.
59
Gids voor doeltreffende presentaties
d.Repetitie & uitvoering
• De beste tijd om te repeteren is de dag of de avond
voor de presentatie en de beste plaats is de ruimte
waar de presentatie plaats zal vinden. Uw toespraak
repeteren in een klein kantoortje is niet hetzelfde als
een rede geven voor 100 mensen in de balzaal van
een hotel of in een klaslokaal.
• Vanwege verschillen in de snelheden van de
processors van verschillende computers moet u de
timing van de overgangen tussen uw dia’s goed
oefenen op de apparatuur die u daadwerkelijk gaat
gebruiken.
• Indien enigszins mogelijk moet u uw apparatuur zo
lang mogelijk van te voren opstellen en testen zodat
u genoeg tijd heeft eventuele problemen met
bijvoorbeeld de verlichting, de elektriciteit, de
plaatsing van de stoelen en de geluidsinstallatie op
te lossen.
• Controleer elk onderdeel van uw apparatuur grondig.
Let er speciaal op dat u verse batterijen in uw
afstandsbedieningen en uw draagbare computer
heeft. Laad de accu van uw computer helemaal op
voor de presentatie en zorg voor een correct
aangesloten netstroomadapter voor de zekerheid.
• Verzeker u ervan dat u precies weet hoe u de projector
en de afstandsbedieningen moet bedienen.
• Als u een microfoon gaat gebruiken, moet u die ook
van tevoren controleren en er even een rondje mee
lopen om te zien of er plekken zijn waar het geluid
kan gaan rondzingen. Vermijd die plekken tijdens uw
presentatie.
e. Presentatie tips
Aanhangsel
• Voordat u begint moet u zichzelf voorstellen dat u een
uitstekende presentatie maakt. Doe uw ogen dicht
en maak dat beeld in uw hoofd. Visualiseren heet dat.
• Ken uw toespraak. Als u in ieder geval de eerste drie
minuten of zo van uw presentatie uit het hoofd kent
zal dat u in staat stellen u te concentreren op uw ritme
en het tempo.
• Maak een praatje met mensen die vroeg binnenkomen
om een relatie op te bouwen met uw publiek en om
uzelf op het gemak te stellen.
• Vertrouw niet te veel op de afbeeldingen door alleen
maar op te lezen wat uw publiek zelf al aan het lezen
is. U moet uw materiaal goed genoeg kennen om de
presentatie soepel te kunnen uitvoeren. Gebruik uw
afbeeldingen om de belangrijke punten kracht bij te
zetten.
• Let er op dat u uw stem duidelijk projecteert, zoals
een toneelacteur, en houd het publiek bij de les door
middel van oogcontact.
• Wacht niet tot halverwege uw presentatie om uw
hoofdboodschap naar voren te brengen. Als u wacht
in een poging een spanningsboog op te bouwen, kunt
u onderwijl een deel van uw publiek verliezen.
• Houd de aandacht van uw publiek vast. Omdat de
meeste mensen zich maar 15 à 20 minuten kunnen
concentreren tijdens een presentatie van een uur, is
het van belang dat u van tijd tot tijd hun belangstelling
weer wekt. Gebruik zinswendingen als “Dit is van
cruciaal belang” of “Dit is absoluut fundamenteel” om
uw publiek eraan te herinneren dat u iets aan het
vertellen bent waarnaar zij moeten luisteren.
60
Verklarende woordenlijst
Achtergrond
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Anti-aliasing digitale perspectivische correctie
Deze functie corrigeert digitaal voor de vervorming die optreedt wanneer de projector onder een hoek moet projecteren.
Automatische synchronisatie
Zorgt voor een optimale weergave van computer gegenereerde beelden door automatisch bepaalde instellingen te
regelen.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De normale beeldverhouding voor computer en video beelden is 4:3. Er
bestaan ook breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en 21:9.
Compatibiliteit
Geschiktheid voor gebruik met verschillende beeldsignalen.
Composiet signalen
Een signaal dat horizontale en verticale synchronisatie pulsen combineert.
Draadloze muis
Via deze functie kunnen de muisfuncties van de computer worden aangestuurd via de meegeleverde afstandsbediening.
Fase
Een faseverschil is een verschil in de timing tussen isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Wanneer het faseniveau niet
overeenkomt zal het geprojecteerde beeld een typische horizontale flikkering vertonen.
G/P Conversie
Functie om een beeld om te zetten van een “gelaagd” naar een “progressief” afgetaste weergave.
GUI
Grafical User Interface. Het grafische menusysteem dat de gebruiker in staat stelt via gemakkelijke afbeeldingen
opdrachten te geven aan het toestel.
Intelligente compressie en expansie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden beelden van hoge en lage resolutie aangepast aan de eigen resolutie
van de projector.
Klok
Deze instelling wordt aangepast om verticale ruis op te heffen die het gevolg is van een incorrecte klok instelling.
Opstartbeeld
Het beeld dat geprojecteerd wordt wanneer de projector aangezet wordt.
PDF
Portable Document Format. Bestandsopmaak die gebruikt wordt om tekst en beelden op de CD-ROM op te slaan.
Presentatie hulpmiddelen
Nuttige hulpmiddelen die u kunt gebruiken om belangrijke punten in uw presentatie kracht bij te zetten.
Punt voor punt
In deze weergavefunctie worden beelden weergegeven in hun oorspronkelijke resolutie.
RS-232C
Door gebruik te maken van de RS-232C poorten op de projector en op de computer kunt u de projector via de computer
bedienen.
Schermvullend
Deze functie wijzigt een beeld met een andere dan de standaard breedte-hoogteverhouding van 4:3 en geeft het beeld
weer in de verhouding 4:3.
Statusfunctie
Laat de ingestelde waarden van alle in te stellen onderdelen zien.
Aanhangsel
Stilstaand beeld
Met deze functie wordt een bewegend beeld stilgezet.
Synchronisatie
Brengt resolutie en faseverschil van twee signalen met elkaar in overeenstemming. Wanneer het toestel een beeld ontvangt
met een andere resolutie dan die van de computer, kan het weergegeven beeld vervormd raken.
Synchronisatie op groen
Videosignaalfunctie van een computer waarbij het horizontale en het verticale synchronisatiesignaal overlappen op de pin
voor het groene kleursignaal.
Vergroting
Vergroot een deel van het beeld digitaal uit.
XGA resolutie
Een resolutie van 1.024 768 beeldpunten gegenereerd door een IBM/AT compatibele (DOS/V) computer.
61
Index
A
Aan-/uittoetsen .................................................................
Achtergrond .....................................................................
Afstandsbediening ...........................................................
Afstandsbedieningssensor ..............................................
Anti-aliasing digitale perspectivische correctie ...............
AUDIO INPUT 3 ingangsaansluitingen ............................
AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1, 2 ......................
AUDIO OUTPUT uitgangsaansluiting ..............................
Automatische stroom-uitschakelfunctie ...........................
Automatische synchronisatie instelling ............................
AUTO SYNC toets ............................................................
16
38
21
21
3
12
11
13
39
32
32
B
Bedrijfsindicator ............................................................... 16
Beeldverhouding .............................................................. 36
BLACK SCREEN toets ..................................................... 37
C
Computer audiokabel ...................................................... 11
Computer RGB-kabel ....................................................... 11
D
DIN-D-sub RS-232C kabel ............................................... 14
Draadloze muis ................................................................ 21
Draaghandvat .................................................................. 50
E
ENLARGE toets ................................................................ 34
ENTER toets ..................................................................... 23
Extra luchtfilter ................................................................. 10
F
Fase ................................................................................. 29
FREEZE toets ................................................................... 33
G
GAMMA toets ................................................................... 35
G/P Conversie .................................................................. 28
GUI (Grafische gebruikersinterface) ............................... 23
25
11
11
17
26
28
23
3
K
Kensington standaard veiligheidsaansluiting ..................
KEYSTONE toets ..............................................................
Klok ..................................................................................
Koelventilator (inlaatopening) ..........................................
Koelventilator (uitlaatopening) .........................................
49
20
29
46
5
L
Lampindicator ..................................................................
Laseraanwijzervenster .....................................................
LASER toets .....................................................................
L-CLICK toets ...................................................................
Lensdop ...........................................................................
LIGHT toets ......................................................................
Luchtfilter .........................................................................
Luidspreker ......................................................................
47
5
22
22
50
22
46
7
23
21
15
22
17
N
Netingang ........................................................................ 11
Netsnoer ........................................................................... 11
O
Ontgrendeling hoogteverstelling ..................................... 19
Opstartbeeld .................................................................... 38
OUTPUT poort voor INPUT 1, 2 ....................................... 7
P
PDF ..................................................................................
Plafondachter ...............................................................
Plafondmontage ...............................................................
Presentatie hulpmiddelen ................................................
Projectie van achteren .....................................................
PS/2 muiskabel ................................................................
Punt voor punt ..................................................................
6
42
19
43
19
15
36
R
R-CLICK toets .................................................................. 22
RESIZE toets .................................................................... 36
RS-232C poort ................................................................. 14
S
Schermvullend .................................................................
Statusfunctie ....................................................................
S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting ................................
Synchronisatie ..................................................................
Synchronisatie op groen ..................................................
36
44
12
32
51
T
Temperatuurindicator ....................................................... 47
TOOLS toets ..................................................................... 43
U
UNDO toetsen .................................................................. 20
USB muiskabel................................................................. 15
V
VIDEO INPUT 3 ingangsansluiting................................... 12
VOLUME toetsen .............................................................. 17
X
XGA resolutie ...................................................................
3
Z
Zender van de afstandsbediening...................................
8
Aanhangsel
I
In-beeld-display taal ........................................................
INPUT 1 poort ..................................................................
INPUT 2 poort ..................................................................
INPUT toets ......................................................................
Instellen van het beeld .....................................................
Instellen van het geluid ....................................................
Insteltoetsen .....................................................................
Intelligente compressie en expansie ...............................
M
MENU toets ......................................................................
MOUSE/ADJ. schakelaar .................................................
Muis-ontvanger ................................................................
Muistoetsen ......................................................................
MUTE toets.......................................................................
62
Aanhangsel
SHARP CORPORATION
63