Belangrijke informatie GEBRUIKSAANWIJZING Opstellen en aansluiten Gebruik Handige eigenschappen PG-C30XE Onderhoud en het oplossen van problemen MODEL LCD-PROJECTOR Aanhangsel This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC. Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/ EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/EWG. Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/ 336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE. Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/ 23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG. Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC. Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla direttiva 93/68/EEC. « „ͷًÛÙ·ÛÁ ·ıÙfi ·ÌÙ·ÔÍÒflÌÂÙ·È ÛÙÈÚ ··ÈÙfiÛÂÈÚ Ù˘Ì Ô‰Á„È˛Ì ÙÁÚ EıÒ˘·˙ÍfiÚ EÌ˘ÛÁÚ 89/336/EOK Í·È 73/23/EOK, ¸˘Ú ÔÈ Í·ÌÔÌÈÛÏÔfl ·ıÙÔfl ÛıÏÎÁÒ˛ËÁÍ·Ì ·¸ ÙÁÌ Ô‰Á„fl· 93/68/EOK. Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE. Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/68/CEE. Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/ 23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC. Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/ 23/EEC i endringen 93/68/EEC. Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC. SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K. The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 13A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked or and of the same rating as above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used. Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fit an appropriate type. DANGER: The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below: IMPORTANT: The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code: Blue: Neutral Brown: Live As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows: • The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured black. • The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or coloured red. Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug. Before replacing the plug cover make sure that: • If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug. • The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires. IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN. The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian, Dutch, Chinese, Korean and Arabic. Carefully read through the operation instructions before operating the LCD projector. Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Chinesisch, Koreanisch und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des LCD-Projektors sorgfältig durch. Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois, espagnol, italien, néerlandais, chinois, coréen et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur LCD. Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska, italienska, holländska, kinesiska, koreanska och arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk. El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español, italiano, holandés, chino, coreano y árabe. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector LCD. Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano, olandese, cinese, coreano e arabo. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore LCD. De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans, Nederlands, Chinees, Koreaans en Arabisch. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de LCD projector in gebruik neemt. Leest u alstublieft deze gebruiksaanwijzing aandachtig door, voor u de LCD projector gaat gebruiken. Belangrijke informatie GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS BELANGRIJK Vul hier het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de kleuren LCD projector. Bewaar deze informatie goed, in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde 10 van deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recycled. Modelnummer: PG-C30XE Serienummer: WAARSCHUWING: Sterke lichtbron, kijk niet rechtstreeks in de laserstraal. Let vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de laserstraal kijken. WAARSCHUWING: Verminder de kans op brand of een elektrische schok en stel het apparaat derhalve niet aan vocht bloot. VOORZICHTIG: Verminder de kans op een elektrische schok. Verwijder derhalve de behuizing van het apparaat niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te repareren onderdelen binnenin het apparaat. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel. WAARSCHUWING: Dit is een Klasse A product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiointerferentie veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen. WAARSCHUWING: De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector uit gezet is. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets op de projector of afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN. Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp Zie “Vervangen van de projectielamp” op bladzijde 48 en 49. 1 LAMP REPLACEMENT CAUTION VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. SEE OPERATION MANUAL. MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN IN HET INWENDIGE. LAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING. Belangrijke veiligheidsvoorschriften Belangrijke informatie VOORZICHTIG: Lees al deze veiligheidsvoorschriften alvorens de LCD projector voor het eerst in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsvoorschiften zodat u er later een beroep op kunt doen. Voor uw eigen veiligheid en een lange levensduur van de LCD projector dient u de volgende belangrijke veiligheidsvoorschriften te lezen alvorens de LCD projector te gebruiken. Bij het ontwerp en de productie van deze LCD projector stond uw persoonlijke veiligheid centraal. EEN ONJUIST GEBRUIK KAN ECHTER ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND VEROORZAKEN. Om de veiligheidsvoorzieningen ingebouwd in deze LCD projector niet teniet te doen, neemt u de volgende simpele regels goed in acht bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de LCD projector. 1. Trek de stekker van het netsnoer van de LCD projector uit het stopcontact alvorens het apparaat te reinigen. 2. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek. 3. Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van de LCD projector worden aanbevolen. 4. Gebruik de LCD projector niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of een vochtige kelder, enz. Wees voorzichtig dat geen vloeistof in de LCD projector komt. 5. Plaats de LCD projector niet op een wankel rek, tafel of kar. De LCD projector zou namelijk kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden en/of het apparaat ernstig kunnen beschadigen. 6. Muur- of plafondbevestiging—Het bevestigen van de LCD projector tegen een muur of aan het plafond mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant worden gedaan. 7. In het geval de LCD projector op een verplaatsbaar rek is geplaatst, dient deze voorzichtig te worden verplaatst. Het rek zou namelijk om kunnen vallen in geval van plotseling stoppen, overmatige druk en verplaatsing over ongelijke oppervlakken. 8. Gleuven en openingen in het achter- en onderpaneel van de behuizing dienen voor ventilatie. Voor een veilige werking van de LCD projector en bescherming tegen overhitting, mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt. De ventilatieopeningen mogen nooit met een doek of dergelijke worden geblokkeerd. 9. De LCD projector mag nooit in de buurt van of boven een verwarmingstoestel of luchtuitlaatrooster worden geplaatst. De LCD projector mag niet in een kast of dergelijke, zoals een boekenkast, worden ingebouwd, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd. 10. De LCD projector mag uitsluitend met de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het achterpaneel van de LCD projector is aangegeven of zoals in de technische gegevens is vermeld. Raadpleeg uw LCD projector dealer of uw plaatselijk elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. 11. Plaats de LCD projector niet op een plaats waar personen gemakkelijk op het snoer kunnen gaan staan. 12. Volg alle waarschuwingen en aanwijzigingen op die op de LCD projector zijn aangegeven. 13. Voorkom beschadiging van de LCD projector door blikseminslag en spanningsfluctuaties in de stroomleiding door de stekker uit het stopcontact te trekken wanneer u de LCD projector niet gebruikt. 14. Overbelast stopcontacten en verlengsnoeren niet door er te veel apparaten op aan te sluiten. Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken. 15. Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van de LCD projector naar binnen, omdat deze onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken. Hierdoor kan elektrische schokken of brand worden veroorzaakt. 16. Probeer de LCD projector niet zelf te repareren. U stelt zichzelf mogelijk aan gevaarlijke stroomstoten en andere problemen bloot wanneer de afdekplaten worden verwijderd of geopend. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel. 17. Trek onder de volgende omstandigheden de stekker van de LCD projector uit het stopcontact en laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel: a. Indien het netsnoer of de stekker is beschadigd of gerafeld. b. Indien er vloeistof in de LCD projector is gekomen. c. Indien de LCD projector is bloot gesteld aan regen of water. d. Indien de normale aanwijzigingen worden gevolgd maar de LCD projector niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing voor gebruik worden beschreven. Onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kunnen het apparaat mogelijk beschadigen met het gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van de LCD projector door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden. e. Indien de LCD projector is gevallen of de behuizing is beschadigd. f. Indien de LCD projector duidelijk minder goed functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud. 18. Controleer dat het onderhoudspersoneel tijdens het vervangen van onderdelen alleen de door de fabrikant aanbevolen onderdelen gebruikt, met dezelfde karakteristieken als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken. 19. De LCD projector is uitgerust met een van de volgende typen stekkers. Raadpleegt u alstublieft uw elektricien als deze stekker niet past in uw stopcontact. Maak de veiligheidsvoorzieningen van de stekker niet onklaar. a. Tweedraads type netstroomstekker. b. Driedraads geaard type netstroomstekker met aardcontact. Deze stekker zal alleen passen in een geaard stopcontact. 2 Belangrijkste eigenschappen Belangrijke informatie 1. VERREGAANDE COMPATIBILITEIT MET HOOGSTAANDE WERKSTATIONS EN PC’S Dit apparaat is geschikt voor weergave van signalen met een verticale verversingsfrequentie van 200 Hz, op groen gesynchroniseerde en composiet signalen zodat het gebruikt kan worden met een grote verscheidenheid aan hoogstaande werkstations en PC’s. (Bladzijde 11) X L H 2. VOOR GEBRUIK MET DTV* Stelt u in staat DTV beelden en 16:9 breedbeeld beelden te projecteren mits aangesloten op een DTV decoder of vergelijkbaar videosysteem. (Bladzijde 12) 3. GEAVANCEERDE VIDEO CIRCUITS Levert beelden van hoge kwaliteit met minimale beeldpuntmigratie en kleurinterferentie. 4. 3D DIGITALE UNIFORMITEIT Toepassing van nieuw ontwikkelde 3D digitale uniformiteit-technologie voor een helder en gelijkmatig beeld. 5. ANTI-ALIASING DIGITALE PERSPECTIVISCHE CORRECTIE Een digitale correctie wordt toegepast wanneer het beeld onder een hoek op het scherm geprojecteerd wordt terwijl de beeldkwaliteit en de helderheid behouden blijven. (Bladzijde 20) 6. DIGITALE BEELDVERSCHUIVINGSFUNCTIE Met deze functie kunnen 16:9 beelden digitaal naar boven of beneden verschoven worden zodat de beelden beter bekeken kunnen worden. (Bladzijde 20) 7. GEMAKKELIJK TE GEBRUIKEN GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) GRAFISCHE Een veelkleurig menusysteem met iconen stelt u in staat om op een gemakkelijke manier het beeld in te stellen. (Bladzijde 23) 8. GEBRUIKSVRIENDELIJK ONTWERP Het tweekleurige ontwerp en de intuïtieve Grafische gebruikersinterface (GUI) zorgen ervoor dat deze projector zeer gemakkelijk gebruiksklaar te maken en in te stellen is. 9. AUTOMATISCHE SYNCHRONISATIE TECHNOLOGIE VOOR AUTOMATISCH PERFECTE BEELDEN De projector verricht automatisch de nodige instellingen voor het verkrijgen van perfect gesynchroniseerde computerbeelden. (Bladzijde 32) 10. INTELLIGENTE COMPRESSIE EN EXPANSIE Door middel van intelligente vergroting en verkleining van het beeld kan deze projector beelden van hogere of lagere resoluties in detail weergeven zonder de kwaliteit in het geding te laten komen. (Bladzijde 36) 11. XGA RESOLUTIE VOOR PRESENTATIES MET EEN HOOG OPLOSSEND VERMOGEN Met zijn XGA (1.024 768) resolutie kan deze projector zelfs de meest gedetailleerde presentatie gegevens weergeven. 12. GESCHIKT VOOR UXGA Beelden met een UXGA (1.600 1.200) resolutie worden op intelligente wijze aangepast tot 1.024 768 voor weergave op het gehele scherm of via uw standaardinstellingen. 13. AANPASBAAR OPSTARTBEELD Stelt u in staat een aangepast beeld (bv. het logo van uw bedrijf) weer te geven terwijl de projector aan het opwarmen is. (Bladzijde 38) 14. INGEBOUWDE PRESENTATIE HULPMIDDELEN Een aantal nuttige presentatie hulpmiddelen zijn ingebouwd om uw presentaties te verbeteren. Hieronder vallen onder meer de “Stempel” functie, de “Pauze-timer” en de “Digitale beeldvergroting”. (Bladzijde 43) *DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten. 3 Inhoud Belangrijke veiligheidsvoorschriften ………… Belangrijkste eigenschappen …………………… Inhoud ……………………………………………… Richtlijnen voor het gebruik …………………… Toegang krijgen tot de PDF handleidingen (voor Windows en Macintosh) ……………… Benaming van onderdelen ……………………… Handige eigenschappen 2 3 4 5 6 7 Meegeleverde accessoires ……………………… 10 Aansluiten van de projector …………………… 11 Gebruik 16 18 41 41 42 43 44 Onderhoud en het oplossen van problemen 21 23 25 Aanhangsel Transporteren van de projector ………………… Toekenning van de aansluitpinnen …………… Technische gegevens van de RS-232C poort …………………………………………… Tabel met compatibele computers …………… Technische gegevens …………………………… Afmetingen ………………………………………… Gids voor doeltreffende presentaties ………… Verklarende woordenlijst ………………………… Index ………………………………………………… 50 51 52 54 55 56 57 61 62 Onderhoud en het oplossen van problemen 29 29 30 31 31 32 32 46 47 48 49 49 Handige eigenschappen 25 26 26 27 27 28 28 Onderhoud van het luchtfilter ………………… Lamp en waarschuwingsindicators …………… Vervangen van de projectielamp ……………… Gebruik van het Kensington slot ……………… Oplossen van problemen ………………………… Gebruik Basisbediening …………………………………… Opstellen van het scherm ……………………… Bedienen van de draadloze muis via de afstandsbediening …………………………… Gebruik van de GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm ………… Kiezen van de In-beeld-display taal …………… Kiezen van de Videosysteem functie (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie) ……………………………… Instellen van het beeld …………………………… Instellen van het beeld ………………………… Instellen van de kleurtemperatuur …………… Kiezen van het signaaltype …………………… G/P Conversie ………………………………… Instellen van het geluid ………………………… Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) ………… Instellen van het computerbeeld …………… Opslaan en selecteren van instellingen ……… Speciale functie instelling …………………… Controleren van het ingangssignaal ………… Automatische synchronisatie instelling ……… Automatische synchronisatie display functie … 33 34 35 36 37 37 38 38 39 40 Opstellen en aansluiten Opstellen en aansluiten Stilstaand beeld functie ………………………… Digitale uitvergroting …………………………… Gamma correctie ………………………………… Kiezen van de weergavefunctie ………………… De zwartscherm-functie ………………………… Uitschakelen van de In-beeld-display functie … Kiezen van een achtergrondbeeld ……………… Selecteren van een opstartbeeld ……………… Spaarfunctie ……………………………………… Wachtwoord ……………………………………… Kiezen van het niveau voor de toetsvergrendeling …………………………… Controleren van de gebruikduur van de lamp ……………………………………………… De spiegel- en omgekeerd-beeldfunctie ……… Gebruik van de presentatie hulpmiddelen …… Statusfunctie ……………………………………… Belangrijke informatie Belangrijke informatie Aanhangsel 4 Richtlijnen voor het gebruik Belangrijke informatie Veiligheidsvoorschriften voor de laseraanwijzer LASERSTRALING NIET DIRECT IN DE STRAAL KIJKEN KLASSE 2 LASERAPPARAAT LASERSTRAHLUNG NICHT IN DEN STRAHL DER LASERVORRICHTUNG DER KLASSE II BLICKEN LASERSTRÅLAR TITTA INTE IN I LASERSTRÅLEN KLASS 2 LASER PRODUKT. LASERSÄTEILYÄ ÄLÄKATSO SOURAAN SÄTEESEEN LUOKAN 2 LASERTUOTE De afstandsbediening is uitgerust met een laseraanwijzer die een laserstraal uitzendt vanachter het laservenster. Deze Klasse II laserstraal kan uw gezichtsvermogen beschadigen als hij in de ogen gestraald wordt. De twee stickers links zijn waarschuwingen met betrekking tot de laserstraal. • Kijk niet rechtstreeks in de laserstraal en richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen (De in dit product gebruikte laser is onschuldig wanneer hij op de huid gericht wordt. Richt de straal echter niet direct in iemands ogen.) • Gebruik de laseraanwijzer alleen bij temperaturen tussen 5°C en 40°C. • Gebruik van bedieningsorganen, instellingen of procedures anders dan beschreven in deze gebruiksaanwijzing kan resulteren in een mogelijk gevaarlijke blootstelling aan laserstraling. Laseraanwijzervenster Belangrijke informatie betreffende de lampeenheid Als de lamp springt, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Indien de lamp springt, moet u een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen. CAUTION LAMP MAY RUPTURE. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES. SEE OPERATION MANUAL. ATTENTION RUPTURE POSSIBLE DE LA VOORZICHTIG DE LAMP KAN SPRINGEN. GEVAAR VAN GLASSPLINTERS. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING. LAMPE. DANGER POTENTIEL DE PARTICULES DE VERRE. SE REPORTER AU MODE D’EMPLOI. Veiligheidsvoorschriften voor het opstellen van de projector 40˚C 5˚C Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffig en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de lens en het filter vaker dan normaal moeten worden gereinigd (of het filter moeten worden vervangen) en zal het toestel tevens van tijd tot tijd intern moeten worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig laat reinigen. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een erkend Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum worden uitgevoerd. Opmerkingen voor de bediening • De ventilatie-uitlaat, het lamphuisdeksel en omliggende onderdelen kunnen tijdens het gebruik van de projector zeer heet worden. Voorkom letsel en brandwonden en raak deze onderdelen niet aan voordat ze voldoende afgekoeld zijn. • Laat tenminste 10 cm ruimte tussen de koelventilator (uitlaatopening) en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel. • Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening automatisch de projectorlamp uitschakelen. Dit duidt niet op een storing. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Doe dan de stekker er weer in. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren. 5 Richtlijnen voor het gebruik Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een problematische opstelling of een vervuild luchtfilter, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “TEMPERATUUR” en “ ” gaan knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan en zal de temperatuurindicatie op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal na een afkoelperiode van 90 seconden de projector zichzelf automatisch uitschakelen. Zie “Lamp en waarschuwingsindicators” op bladzijde 47 in het geval “TEMPERATUUR” in beeld verschijnt. Belangrijke informatie Temperatuur-verklikkerfunctie • De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat. Lamp-verklikkerfunctie Als de projector wordt ingeschakeld terwijl de lamp meer dan 1.400 uur is gebruikt, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “LAMP” en “ ” gaan knipperen om u erop attent te maken dat de lamp vervangen moet worden. Zie de bladzijden 48 en 49 voor het vervangen van de lamp. Als de lamp 1.500 uur is gebruikt, zal de stroom naar de projector automatisch worden uitgeschakeld en komt het apparaat in de ruststand (standby) te staan. Zie “Lamp en waarschuwingsindicators” op bladzijde 47 voor nadere bijzonderheden. Toegang krijgen tot de PDF handleidingen (voor Windows en Macintosh) Er staan PDF handleidingen in diverse talen op de meegeleverde CD-ROM. Om deze handleiding te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat Reader nog niet heeft geïnstalleerd, kunt u de laatste versie downloaden van het Internet (http://www.adobe.com) of kunt u de versie van de CD-ROM installeren. Installeren van Acrobat Reader van de CD-ROM Voor Windows: 1 2 3 4 5 6 7 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. Dubbelklik op de “My Computer” icoon. Dubbelklik op de “CD-ROM” speler. Dubbelklik op de “manuals” map. Dubbelklik op de “acrobat” map. Dubbelklik op de “windows” map. Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma en volg de instructies op uw scherm. Voor Macintosh: 1 2 3 4 5 6 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. Dubbelklik op de “CD-ROM” icoon. Dubbelklik op de “manuals” map. Dubbelklik op de “acrobat” map. Dubbelklik op de “mac” map. Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma en volg de instructies op uw scherm. Voor andere besturingssystemen: Download de juiste versie van Acrobat Reader van het Internet (http://www.adobe.com). Voor andere talen: Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u daze van het Internet halen. Openen van de PDF handleidingen Voor Windows: 1 2 3 4 5 6 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. Dubbelklik op de “My Computer” icoon. Dubbelklik op de “CD-ROM” speler. Dubbelklik op de “manuals” map. Dubbelklik op de “pg-c30xe” map. Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de handleiding wilt lezen. 7 Dubbelklik op het “c30” pdf-bestand om toegang te krijgen tot de handleidingen voor de projector. Dubbelklik op het “saps” pdf-bestand om toegang te krijgen tot de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software. 8 Dubbelklik op het pdf-bestand. Voor Macintosh: 1 2 3 4 5 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. Dubbelklik op de “CD-ROM” icoon. Dubbelklik op de “manuals” map. Dubbelklik op de “pg-c30xe” map. Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de handleiding wilt lezen. 6 Dubbelklik op het “c30” pdf-bestand om toegang te krijgen tot de handleidingen voor de projector. Dubbelklik op het “saps” pdf-bestand om toegang te krijgen tot de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software. 7 Dubbelklik op het pdf-bestand. • Als u het gewenste pdf bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het Acrobat Reader programma op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het “File”, “Open” menu. • Zie het “readme.txt” bestand op de CD-ROM voor belangrijke informatie over de CD-ROM zelf die niet in deze handleiding vermeld staat. 6 Benaming van onderdelen Belangrijke informatie De nummers naast de namen van de onderdelen verwijzen naar de bladzijde in deze handleiding waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld. Projector Geluiddempingstoets (MUTE) 17 47 Lampindicator (LAMP) Bedrijfsindicator (POWER) 16 47 Temperatuurindicator (TEMP.) Aan-/uittoetsen (ON/OFF) 16 17 Volumetoetsen (VOLUME/) 20 23 Menutoets (MENU) 17 32 Automatische synchronisatietoets (AUTO SYNC) Stilstaand beeldtoets (FREEZE) 33 36 RESIZE toets Vergrotingstoets (ENLARGE) 34 35 GAMMA toets Zwartscherm-toets (BLACK SCREEN) 37 20 Toets voor ongedaan maken (UNDO) Insteltoetsen (∂ /ƒ/ß / ©) 23 23 Entertoets (ENTER) Zoomknop 17 50 Draaghandvat Afstandsbedieningssensor 21 49 Kensington standaard veiligheidsaansluiting 19 Ontgrendeling hoogteverstelling Perspectivische correctietoets (KEYSTONE) Ingangsfunctie-keuzetoets (INPUT) Scherpstelknop 17 Voor- en bovenaanzicht Luidspreker Zij- en Achteraanzicht Koelventilator (uitlaatopening) 46 Luchtfilter/Koelventilator (inlaatopening) 21 Afstandsbedieningssensor 11 INPUT 2 poort (HD 15) 5 INPUT 1 poort (HD 15) 11 RS-232C poort (9-pens Mini DIN aansluiting) 14 AUDIO OUTPUT 13 uitgangsaansluiting (3,5 mm stereo ministekker) AUDIO INPUT aansluiting voor OUTPUT poort voor INPUT 1, 2 (HD 15) AUDIO INPUT 3 ingangsaansluitingen (RCA; tulp) 12 Netingang 11 7 11 INPUT 1, 2 12 (3,5 mm stereo ministekker) S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting (4-pens Mini DIN aansluiting) INPUT 3 12 VIDEO ingangsaansluiting (RCA; tulp) Benaming van onderdelen Vooraanzicht Belangrijke informatie Afstandsbediening Achteraanzicht Geluiddempingstoets (MUTE) 17 Aan/uit-toetsen (ON/OFF) 16 Volumetoetsen 17 (VOL /) Perspectivische correctie-/Zwartscherm- 20 toets (KEYSTONE/ 37 BLACK SCREEN) Linksklik-toets 22 (L-CLICK) 22 Laseraanwijzer/ Menutoets (LASER/ 23 MENU) 22 Muis-/insteltoetsen 23 (∂/ƒ/ß/©) Rechtsklik-/Entertoets 22 (R-CLICK/ENTER) 23 Ingangsfunctiekeuzetoets (INPUT) 17 Toets voor ongedaan 20 maken (UNDO) Automatische Stilstaand beeldtoets (FREEZE) 33 Vergrotingstoets (ENLARGE) 34 32 synchronisatie-toets (AUTO SYNC) 36 RESIZE toets Hulpmiddelentoets (TOOLS) 43 Muis-/instelkeuzeschakelaar 21 (MOUSE/ADJ.) 35 GAMMA toets 22 Toetsverlichtingstoets (LIGHT) Bovenaanzicht Top View Zender van de afstandsbediening 5 Laseraanwijzervenster Plaatsen van de batterijen 1 Druk op de pijl en schuif het deksel dan in de richting van de pijl om het batterijdeksel te openen. 2 Plaats twee AA-formaat batterijen en let erop dat de + en - tekens op de batterijen overeenkomen met de aanduidingen in het batterijvak. Batterijdeksel 3 Zet het batterijdeksel met zijn uitstekende randen in de sleuven aan de rand van het batterijvak en druk en schuif het deksel op zijn plaats. Batterijdeksel Batterijvak Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 8 Opstellen en aansluiten Opstellen en aansluiten 9 Meegeleverde accessoires Afstandsbediening Twee AA-formaat batterijen Voor Europa, Hongkong en Singapore (Voor Europa, behalve Groot-Brittannië) Voor Australië, Nieuw-Zeeland en Oceanië Opstellen en aansluiten Netsnoer (Voor Groot-Brittannië, Hongkong en Singapore) • De uitvoering van het stopcontact verschilt van land tot land. Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land. Computer RGB-kabel Computer audiokabel DIN-D-sub RS-232C kabel Muis-ontvanger PS/2 muiskabel USB muiskabel Extra luchtfilter Lensdop CD-ROM Snelle referentiegids LCD projector Gebruiksaanwijzing LCD projector Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced Presentation Software 10 Aansluiten van de projector Aansluiten van het netsnoer Steek de stekker van het meegeleverde netsnoer in de netingang aan de achterkant van de projector. Opstellen en aansluiten Netsnoer • De uitvoering van het stopcontact verschilt van land tot land. Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land. Aansluiten van de projector op de computer U kunt uw projector aansluiten op de computer voor het weergeven van kleurrijke computerbeelden. Naar een computer via de standaard 15-pens ingangsaansluiting Computer RGB-kabel Computer audiokabel 1 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde computer RGBkabel aan op de INPUT 1 of 2 ingangsaansluiting van de projector. 2 Sluit het andere uiteinde aan op de monitor uitgangsaansluiting van de computer. Zet de stekkers vast met de schroeven. 3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1, 2 van de projector. 4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting van de computer. VOORZICHTIG • Voor u de verschillende verbindingen legt, moet u er zeker van zijn dat zowel de projector als de computer uitgeschakeld zijn. Nadat u alle verbindingen gemaakt hebt, doet u eerst de projector en dan pas de computer aan. U moet altijd als laatste de computer aan doen. • Leest u, voordat u begint, zorgvuldig de handleiding van de computer door. • Zie de “Tabel met compatibele computers” op bladzijde 54 voor een lijst met computers die op de projector kunnen worden aangesloten. Wanneer u computersignalen gebruikt die niet op de lijst voorkomen, is het mogelijk dat sommige functies niet werken. Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” “Computer/RGB” te kiezen. (Zie bladzijde 27.) • Het is mogelijk dat u een Macintosh adapter zult moeten gebruiken om sommige Macintosh computers te kunnen gebruiken. Neem hiervoor contact op met uw dichtst bijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum. 11 Aansluiten van de projector Aansluiten van andere compatibele computers Wanneer u de projector aansluit op een geschikte computer anders dan een IBM-PC (VGA/SVGA/XGA/SXGA/ UXGA) of Macintosh (bijv. een werkstation), heeft u mogelijk een aparte kabel nodig. Neemt u alstublieft contact op met uw dealer voor meer informatie hieromtrent. Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” “Computer/RGB” te kiezen. (Zie bladzijde 27.) “Plug and Play” functie • Deze projector is compatibel met de VESA DDC 1 en DDC 2B standaarden. Deze projector en een VESA DDC compatibele computer zullen hun insteleisen aan elkaar doorgeven voor een snelle en gemakkelijke setup. • Voor u de “Plug and Play” functie gaat gebruiken dient u eerst de projector aan te zetten en dan pas de computer. Opstellen en aansluiten • Aansluiten van computers anders dan de aanbevolen types kan leiden tot schade aan de projector, de computer of beide. • AUDIO INPUT voor INPUT 1, 2 kan gebruikt worden voor ontvangst van audio die correspondeert met de INPUT 1 en 2 video. • De DDC “Plug and Play” functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC compatibele computer. Aansluiten van de projector op video-apparatuur U kunt uw projector aansluiten op een videorecorder, laserdisc-speler, DVD-speler, DTV* decoder en andere audio-visuele apparatuur. VOORZICHTIG • Zet de projector altijd uit wanneer u deze op video-apparatuur gaat aansluiten, om zowel de projector en de aan te sluiten apparatuur te beschermen. Naar een video signaalbron (videorecorder, laserdisc-speler, DTV decoder of DVD-speler) via de standaard video ingangsaansluiting 1 Sluit de gele tulpstekkers aan op de corresponderende gele VIDEO INPUT 3 aansluiting van de projector en de Video uitgangsaansluiting van de video-signaalbron. 2 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u de rode en de witte tulpstekkers aan te sluiten op de corresponderende rode en witte AUDIO INPUT 3 aansluitingen van de projector en op de Audio uitgangsaansluitingen van de video-signaalbron. De S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting gebruikt een video signaal waarbij het beeld wordt opgesplitst in een kleursignaal en een luminantiesignaal om een beeld van een hogere kwaliteit te verkrijgen. Wanneer zowel op de S-VIDEO INPUT als op de VIDEO INPUT 3 aansluitingen kabels zijn aangesloten, hebben de beelden die via de S-VIDEO INPUT aansluiting binnenkomen voorrang boven de beelden die via de VIDEO INPUT 3 aansluiting binnenkomen. • Voor video van een hogere kwaliteit kunt u gebruik maken van de S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting van de projector. De Svideokabel is los verkrijgbaar. • Als uw video-apparatuur geen S-video uitgangsaansluiting heeft, dient u de composiet video uitgangsaansluiting te gebruiken. 2 Audiokabel (los verkrijgbaar) Naar de audio uitgangsaansluitingen 1 Videokabel (los verkrijgbaar) Naar de video uitgangsaansluiting Videorecorder of laserdisc-speler S-videokabel (los verkrijgbaar) Naar de S-video uitgangsaansluiting *DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten. 12 Aansluiten van de projector Naar een DTV decoder of DVD-speler 1 Sluit het ene uiteinde van de HD-15-RGB kabel aan op de INPUT 1 of 2 poort van de projector. 2 Sluit het andere uiteinde aan op de corresponderende uitgangsaansluiting van de video signaalbron. 3 Om gebruik te maken van het ingebouwde audiosysteem, dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT ingangsaansluiting voor INPUT 1, 2 van de projector. Sluit het andere uiteinde aan op de Audio uitgangsaansluiting van de video signaalbron. Opstellen en aansluiten Kies “Computer/RGB” of “Component” bij “Signaaltype” in het GUI menusysteem, afhankelijk van de gebruikte video signaalbron. HD-15-RGB kabel (los verkrijgbaar) 2 Naar de video ingangsaansluitingen DTV decoder of DVD-speler Audiokabel (los verkrijgbaar) Naar de audio uitgangsaansluitingen Aansluiten van een versterker en andere audio- componenten VOORZICHTIG • Zet de projector altijd uit wanneer u deze op audio-apparatuur gaat aansluiten, om zowel de projector en de aan te sluiten apparatuur te beschermen. • Door externe audio-componenten te gebruiken kan het volume worden verhoogd en het geluid verbeterd. • Via de AUDIO OUTPUT aansluiting kunt u de audiosignalen van de gekozen AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1, 2 of de AUDIO INPUT 3 aansluitingen die verbonden zijn met de audio-visuele apparatuur, uitsturen naar de audio-componenten. Audiokabel (los verkrijgbaar) Naar de audio ingangsaansluitingen Versterker 13 Aansluiten van de projector Aansluiten via de RS-232C poort Wanneer de RS-232C poort van de projector is aangesloten op een computer via een RS-232C kabel (nullmodem, cross-type, los verkrijgbaar), kunt u de computer gebruiken om de projector aan te sturen en de toestand van de projector te controleren. Zie de bladzijden 52 en 53 voor details. Computer RGB-kabel DIN-D-sub RS-232C kabel Computer audiokabel 2 RS-232C kabel (null-modem cross type, los verkrijgbaar) Opstellen en aansluiten 1 Sluit de meegeleverde DIN-D-sub RS-232C kabel aan op de RS-232C poort van de projector. 2 Sluit een RS-232C kabel (null-modem, cross-type, los verkrijgbaar) aan op het andere uiteinde van de DIN-Dsub RS-232C kabel en op de seriële poort van de computer. 1 DIN-D-sub RS-232C kabel VOORZICHTIG • Sluit de RS-232C kabel niet aan en maak deze ook niet los van de computer terwijl deze aan staat. Uw computer kan hierdoor beschadigd raken. • De draadloze muis of de RS-232C functies werken mogelijk niet goed als uw computer niet correct is opgezet. Raadpleeg de handleiding van de computer omtrent details die het installeren van de juiste muis-driver betreffen. • De pijltjes (→, ↔) geven de richting van de signalen aan. • Het is mogelijk dat u een Macintosh adapter zult moeten gebruiken om sommige Macintosh computers te kunnen gebruiken. Neem hiervoor contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum. 14 Aansluiten van de projector Aansluiten van de draadloze muis-ontvanger U kunt de afstandsbediening als een draadloze muis gebruiken. Opstellen en aansluiten Aansluiten op de USB poort van een PC of Macintosh 1 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde USB muiskabel aan op de corresponderende aansluiting van de PC. 2 Sluit het andere uiteinde aan op de USB poort van de draadloze muis-ontvanger. USB muiskabel Muis-ontvanger USB poort Gebruik de USB poort (PC of Macintosh) om de meegeleverde USB muiskabel op de draadloze muisontvanger aan te sluiten. Aansluiten op de PS/2 poort van een PC 1 Schakel de PC uit. 2 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde PS/2 muiskabel aan op de corresponderende aansluiting van de PC. 3 Sluit het andere uiteinde aan op de PS/2 poort van de draadloze muis-ontvanger. 4 Schakel de PC in. PS/2 muiskabel Muis-ontvanger PS/2 poort Gebruik de PS/2 poort (PC) om de meegeleverde PS/2 muiskabel op de draadloze muisontvanger aan te sluiten. VOORZICHTIG • Sluit de muiskabels niet aan en maak deze ook niet los van de computer terwijl deze aan staat. Uw computer kan hierdoor beschadigd raken. • Sluit niet zowel de PS/2 als de USB muiskabel op de draadloze muis-ontvanger aan. • De draadloze muis kan computers aansturen die compatibel zijn met PS/2 of USB muissystemen. 15 Gebruik Gebruik Basisbediening 1 Maak de noodzakelijke aansluitingen voordat u verder gaat. Steek de stekker in een stopcontact. De bedrijfsindicator licht rood op en de projector staat in de ruststand. • Als het onderste luchtfilter niet goed vast zit, zal de bedrijfsindicator knipperen.indicator flashes. 2 Druk op ON. 2 • Als de lampindicator groen knippert, betekent dit dat de lamp aan het opwarmen is. Wacht met gebruik van de projector totdat de indicator stopt met knipperen. • Als u het apparaat uitzet en direct weer aandoet, kan het even duren totdat de lamp aangaat. • Als het toetsvergrendelingsniveau op “Niveau A” of “Niveau B” is ingesteld, kunnen alleen de ON en OFF toetsen van de afstandsbediening gebruikt worden. (Zie bladzijde 41.) • Als de projector uitgepakt is en voor het eerst gebruikt wordt, kan er een luchtje uit de koelventilator komen. Deze geur verdwijnt nadat het apparaat een tijdje in gebruik is. Wanneer de stroom is ingeschakeld, zal de lampindicator oplichten en de gebruikstoestand van de lamp aangeven. Groen: De lamp is gereed voor gebruik. Groen knipperend: De lamp is aan het opwarmen. Rood: Vervang de lamp. 16 Basisbediening 3 Verschuif de zoomknop. Het beeld kan, binnen het zoombereik, op de gewenste grootte worden ingesteld. 4 4 Verschuif de scherpstelknop totdat het beeld op het scherm scherp is. 3 6 7 8 Gebruik 5 5 Druk op INPUT en kies de gewenste ingangsfunctie. Druk nog een keer op INPUT om de functie te wijzigen. VOORBEELD 5 INGANGSSIGNAAL 1 functie f f 6 7 8 17 INGANGSSIGNAAL 2 functie INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie • “GEEN SIGN” wordt getoond indien er geen signalen worden ontvangen. “ONGELDIG” wordt getoond wanneer er een signaal wordt ontvangen waarvoor deze projector niet geschikt is. 6 Druk op VOLUME / om het volume te regelen. 7 Druk op MUTE om het geluid tijdelijk uit te schakelen. Druk nog een keer op MUTE om het geluid weer aan te zetten. 8 Druk op OFF. Druk nog een keer op OFF terwiji deze melding op het scherm staat. • Als u per ongeluk op OFF heeft gedrukt maar de stroom niet echt wilt uitschakelen, dient u te wachten totdat het uitschakelscherm weer verdwijnt. • Als er twee keer op OFF gedrukt is, zal de bedrijfsindicator rood oplichten en de koelventilator zal ongeveer 90 seconden blijven draaien. Daarna zal de projector in de ruststand gaan. • Wacht tot de koelventilator gestopt is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. • U kunt de stroom weer inschakelen door op ON te drukken. Na het weer inschakelen zullen de bedrijfsindicator en de lampindicator groen oplichten. • De bedrijfsindicator knippert wanneer het onderste filterdeksel niet goed vastzit. WAARSCHUWING: De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector uit gezet is. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets op de projector of afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN. Opstellen van het scherm Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, dient u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm te plaatsen met alle voetjes plat en horizontaal op de ondergrond. Als de randen van het beeld vervormd zijn, dient u de projector naar voren of naar achteren te verplaatsen. • De lens van de projector hoort voor het midden van het scherm geplaatst te worden. Als de lens niet loodrecht ten opzichte van het scherm geplaatst is, zal het beeld vervormd worden weergegeven, wat het moeilijk maakt om het beeld goed te kunnen bekijken. • Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt zal de kleuren doen verbleken wat het bekijken van het beeld bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of helder verlichte ruimte. • U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector. Standaard methode (Frontprojectie) X Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte (zie de tabel hieronder). L Breedbeeld weergavefunctie (BREEDBEELD, 16:9) Beeldformaat (diagonaal) (X) 762 cm (300 inches) 508 cm (200 inches) 381 cm (150 inches) 254 cm (100 inches) 213 cm (84 inches) 183 cm (72 inches) 152 cm (60 inches) 102 cm (40 inches) Beeldformaat (diagonaal) (X) 762 cm (300 inches) 508 cm (200 inches) 381 cm (150 inches) 338 cm (133 inches) 269 cm (106 inches) 254 cm (100 inches) 234 cm (92 inches) 213 cm (84 inches) 183 cm (72 inches) 152 cm (60 inches) 102 cm (40 inches) Projectie-afstand (L) Maximaal 14,0 m 9,3 m 7,0 m 4,7 m 4,0 m 3,4 m 2,8 m 1,9 m Minimaal 10,8 m 7,2 m 5,4 m 3,6 m 3,0 m 2,6 m 2,2 m 1,4 m Projectie-afstand (L) Maximaal 15,1 m 10,1 m 7,6 m 6,7 m 5,4 m 5,1 m 4,6 m 4,3 m 3,7 m 3,0 m 2,0 m Minimaal 11,6 m 7,7 m 5,8 m 5,1 m 4,1 m 3,9 m 3,6 m 3,3 m 2,8 m 2,3 m 1,5 m Afstand van het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (H) Gebruik Normale weergavefunctie (NORMAL, 4:3) H 45,5 cm 30,2 cm 22,8 cm 15,5 cm 13,0 cm 11,2 cm 9,4 cm 6,1 cm Afstand van het midden van de lens tot de onderrand van het beeld (H) 12,7 cm 8,5 cm 6,4 cm 5,7 cm 4,5 cm 4,3 cm 3,9 cm 3,6 cm 3,1 cm 2,6 cm 1,7 cm • Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het scherm bevindt. 18 Opstellen van het scherm 1 3 Ontgrendeling hoogteverstelling Gebruik van het stelvoetje U kunt de hoogte van het beeld instellen door de projector omhoog te richten door de hoogteverstelling te ontgrendelen. 1 Ontgrendel de hoogteverstelling en richt de projector omhoog tot de gewenste hoek bereikt is. (Afstelbaar tot maximaal 5° afwijkend van horizontaal.) 2 Laat de ontgrendeling los en zet de projector neer als u er zeker van bent dat de verstelvoet goed vergrendeld is. 3 Als het scherm onder een hoek staat, kan de afsteller gebruikt worden om de hoek van het beeld af te stellen. (Afstelbaar tot maximaal 1° vanaf de oorspronkelijke positie.) De projector terugzetten in de oorspronkelijke stand Ontgrendel de hoogteverstelling terwijl u de projector goed vasthoudt en laat de projector langzaam zakken tot zijn oorspronkelijke positie. Gebruik • Het beeld kan vervormd raken wanneer u de positie van de projector verandert, afhankelijk van de stand van de projector ten opzichte van het scherm. VOORZICHTIG • Ontgrendel de hoogteverstelling niet wanneer de verstelvoet uitgeschoven is tenzij u de projector stevig vast houdt. • Houd de projector niet vast aan de lens wanneer u de hoogteverstelling gebruikt. • Pas op dat uw vingers niet klem raken tussen de projector en de ondergrond wanneer u de hoogteverstelling gebruikt. Spiegelbeeld opstelling Projectie van achteren Projectie via een spiegel • Zet een doorschijnend scherm tussen de projector en het publiek. • Gebruik het menu-systeem van de projector om het beeld spiegelverkeerd te projecteren. (Zie bladzijde 42 voor het gebruiken van deze functie.) • Als de afstand tussen de projector en het scherm niet voldoende is voor een normale projectie van achteren, kunt u het beeld via een spiegel op het scherm projecteren. • Zet een spiegel (een gewone platte) voor de lens. • Projecteer het normale beeld op de spiegel. • Het door de spiegel weerkaatste beeld wordt op het lichtdoorlatende scherm geprojecteerd. • De beeldkwaliteit is het beste wanneer de projector loodrecht staat ten opzichte van het scherm met alle voetjes ingetrokken en horizontaal. VOORZICHTIG • Wanneer u een spiegel gebruikt dient u ervoor te zorgen dat zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht van de projectorlamp niet rechtstreeks in de ogen van het publiek kan schijnen. Plafondmontage • Het verdient aanbeveling de los verkrijgbare Sharp plafondbeugel te gebruiken voor deze opstelling. • Voordat u de LCD projector aan het plafond bevestigt, moet u eerst de door de fabrikant aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) bij een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum aanschaffen. (AN-C30T Plafondmontagebeugel, AN-TK201/202 Verlengpijp voor de AN-C30T.) • Met de projector ondersteboven moet u de bovenste rand van het scherm als basislijn gebruiken. • Gebruik het menu-systeem van de projector om de juiste wijze van projecteren te kiezen. (Zie bladzijde 42 voor het gebruiken van deze functie.) 19 Opstellen van het scherm Projector Afstandsbediening Digitale beeldinstellingen Digitale perspectivische correctie Wanneer het beeld vervormd is doordat het onder een hoek geprojecteerd wordt, stelt de digitale correctie u in staat deze perspectivische vervorming op te heffen. 1, 4a 3 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 2 4b In-beeld-display (Voorbeeld: 4:3 NORMAAL beeld) In-beeld-display (Voorbeeld: 16:9 BREEDBEELD) MOUSE ADJ. 1 Druk op KEYSTONE om de gewenste functie te kiezen. Elke keer dat u op de KEYSTONE toets drukt, zal het scherm veranderen zoals links hiernaast is aangegeven. 2 Druk op ENTER om het testbeeld te projecteren. 3 Druk op ∂/ƒ/ß/© om wijzigingen aan te brengen. 4 a. Druk net zo vaak op KEYSTONE totdat het normale scherm verschijnt. b. Druk op UNDO om de TRAPEZIUMVORM CORR. (perspectivische vertekening) instelling terug te stellen. Gebruik • Wanneer u de TRAPEZIUMVORM CORR. (perspectivische vertekening) instelling wijzigt, kunnen rechte lijnen en de randen van het weergegeven beeld een zaagtand effect gaan vertonen. 2 Testbeeld Digitale beeldverschuiving Wanneer een BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE) wordt geprojecteerd, kan deze functie gebruikt worden om het beeld naar boven of beneden te schuiven. Digitale perspectivische correctie Indrukken van ∂ bij stap 2 Indrukken van ƒ bij stap 2 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op KEYSTONE om “DIGITALE SHIFT” te kiezen zoals links hiernaast is aangegeven. 2 Druk op ENTER om het testbeeld te projecteren. 3 Druk op ∂/ƒ/ß/© om wijzigingen aan te brengen. 4 a. Druk net zo vaak op KEYSTONE totdat het normale scherm verschijnt. b. Druk op UNDO om de DIGITALE SHIFT instelling terug te stellen. Digitale beeldverschuiving • Deze functie werkt alleen bij BREEDBEELD en NORMAAL (WIDE) en gebruik van video of DTV ingangssignalen. (Zie bladzijde 36 voor nadere bijzonderheden.) Het DIGITALE SHIFT scherm verschijnt niet wanneer andere beelden dan BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE) geprojecteerd worden. of Druk op ∂. Druk op ƒ. 20 Bedienen van de draadloze muis via de afstandsbediening Gebruik Gebruik van de afstandsbediening als draadloze muis De afstandsbediening heeft de volgende drie functies: • Bediening van de projector • Draadloze muis • Laseraanwijzer MOUSE/ADJ. schakelaar (Afstandsbediening) MOUSE ADJ. MOUSE Draadloze muis Laseraanwijzer ADJ. Bediening van de projector Afstandsbediening/Muis-ontvanger plaatsing • De afstandsbediening kan worden gebruikt om de projector te bedienen binnen het hieronder aangegeven bereik. • De draadloze muis-ontvanger kan worden gebruikt met de afstandsbediening om de muisfuncties van een aangesloten computer aan te sturen binnen het hieronder aangegeven bereik. • Het signaal van de afstandsbedieningen kan voor het gemak via het scherm gekaatst worden. De afstand die door het signaal overbrugd kan worden kan echter verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm. Bedienen van de projector Gebruik van de draadloze muis Afstandsbediening Afstandsbediening 7m 30˚ 30˚ 30˚ 45˚ 30˚ 4m 45˚ 30˚ Afstandsbediening 21 120˚ Muisontvanger Bedienen van de draadloze muis via de afstandsbediening Bruikbare toetsen in de muisfunctie Gebruik als draadloze muis Vergeet niet de meegeleverde draadloze muisontvanger aan te sluiten op uw computer. Afstandsbediening (Vooraanzicht) LASER (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar MOUSE.) MOUSE ADJ. BLACK SCREEN Muis R-CLICK LIGHT Afstandsbediening (Achteraanzicht) • De draadloze muis functioneert mogelijk niet naar behoren wanneer de seriële poort van uw computer niet goed werkt. Raadpleeg de handleiding van uw computer voor details over het gebruiksklaar maken/installeren van de stuursoftware voor de muis. • Voor eenknops muissystemen kunt u of de L-CLICK of de R-CLICK als de muisknop gebruiken. Gebruik van de afstandsbediening in een donkere ruimte Druk op LIGHT en de toetsen zullen oplichten. Een groene verlichting geeft aan dat de afstandsbediening als muis gebruikt wordt, rode verlichting geeft aan dat de afstandsbediening gebruikt wordt om de projector te bedienen. L-CLICK LASER/MENU BLACK SCREEN/KEYSTONE R-CLICK/ENTER ∂/ƒ/ß/© L-CLICK ON/OFF VOL / MUTE INPUT UNDO FREEZE AUTO SYNC ENLARGE RESIZE TOOLS GAMMA Stand van de MOUSE/ADJ. schakelaar MOUSE ADJ. LASER (GROEN) MENU (ROOD) BLACK SCREEN (GROEN) KEYSTONE (ROOD) R-CLICK (GROEN) ENTER (ROOD) ∂/ƒ/ß/© (NIET VERLICHT) ∂/ƒ/ß/© (NIET VERLICHT) JA (NIET VERLICHT) — Gebruik Naam van toets JA (ROOD) Gebruik als laseraanwijzer (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar MOUSE.) MOUSE ADJ. Druk op LASER ( ) om de laseraanwijzer te activeren. Als u de toets loslaat, gaat de laser automatisch uit. • Om veiligheidsredenen schakelt de laseraanwijzer na 1 minuut doorlopend gebruik automatisch uit. Om hem weer aan te zetten moet u eerst LASER ( ) loslaten en vervolgens weer indrukken. 22 Gebruik van de GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm Projector Afstandsbediening 1, 7 Deze projector heeft twee sets menuschermen (INGANGSSIGNAAL 1 of 2 en INGANGSSIGNAAL 3) die u in staat stellen het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen. Deze menuschermen kunnen worden bediend via de projector zelf of via de afstandsbediening met de volgende toetsen. 2, 3, 5 4 6 (GUI) In-beeld-display INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie INGANGSSIGNAAL 1 of 2 (COMPUTER/RGB) functie 1 ß2© 1 ß2© Gebruik ∂ ∂ 3 3 ƒ ƒ ß5© ß5© 4 ß2© (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU om de menubalk voor de INGANGSSIGNAAL 1, 2 of 3 functie te laten verschijnen. ß5© 2 Druk op ß/© om het instelmenu van de menubalk te kiezen. 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek onderdeel waarvan u de instelling wilt wijzigen. 4 Om een enkele instelling te kunnen wijzigen dient u op ENTER te drukken nadat u het onderdeel heeft geselecteerd. Alleen de menubalk en het gekozen onderdeel zullen verschijnen. 5 Druk op ß/© om de instellingen te wijzigen. 6 Druk op UNDO om terug te keren naar het vorige scherm. 7 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Zie de boomdiagrammen op de volgende bladzijde voor details omtrent de onderdelen op de menuschermen. 23 Gebruik van de GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm Onderdelen op de menubalk voor de INGANGSSIGNAAL 1 of INGANGSSIGNAAL 2 functie Hoofdmenu Beeld Onderdelen op de menubalk voor de INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie Hoofdmenu Contrast 30 30 Contrast 30 30 Helder 30 30 Helder 30 30 Kleur 30 30 Kleur 30 30 Tint 30 30 Tint 30 30 Scherpte 30 30 Scherpte 30 30 Rood 30 30 Rood 30 30 Computer/RGB Blauw 30 30 Component Kleurtmp Reset Gelaagd Reset Signaaltype Progressief G/P Conversie 30 Blauw 3 Kleurtmp 30 3 Beeld 3 3 Gelaagd G/P Conversie Fijn sync. Klok 150 150 60 Fase H-Pos 60 150 150 V-Pos 60 1 2 Audio Balans 30 30 Hoge toon 30 30 Lage toon 30 30 • Progressief Reset 7 Resolutie 800600 640480 Vert.freq. 75 Hz 72 Hz Opties • Auto Lamp timer Zwrt schrm dsp [ON/OFF] PAL (50/60Hz) OSD Display SECAM [ON/OFF] • Keuze instel. 7 Speciale functies Videosysteem NTSC4.43 Achtergrond NTSC3.58 Gebruik 1 2 Vastleggen Vert.freq. 75 Hz 72 Hz • 60 Reset Resolutie 800600 640480 1024864 Signaal informatie Startbeeld 1152864 Automat.sync. [ON/OFF] Auto-sync dsp [ON/OFF] Spaarfunctie 1152870 Audio Balans 30 30 Hoge toon 30 30 Lage toon 30 30 Mon. uitg. Out/RS232C [ON/OFF] 1152882 Resolutie Hor.freq. Vert.freq. Auto Power Off [ON/OFF] Niv. toetsvergr. 640480 37.5 kHz 72 Hz Taal Opties Reset Sharp Lamp timer Gebruiker Zwrt schrm dsp [ON/OFF] OSD Display [ON/OFF] Achtergrond Startbeeld Spaarfunctie Blauw Geen Sharp Geen Auto Power Off [ON/OFF] Taal Geen English Gebruiker Deutsch Geen Español Normaal Nederlands Niveau A Français Niveau B Português Oud wachtwrd Nieuw wachtw Herbevestigen Normaal Niv. toetsvergr. Niveau A Wachtwoord Niveau B English Oud wachtwrd Deutsch Nieuw wachtw Plafondvoor Español Herbevestigen Achter Projectie Voor Plafondachter Nederlands Français Blauw Sharp Svenska Mon. uitg. Out/RS232C [ON/OFF] Gebruiker Wachtwoord Italiano Gebruiker Sharp Status Italiano Svenska Português Projectie Voor Plafondvoor • De cijfers die hierboven worden genoemd voor resolutie, verticale frequentie en horizontale frequentie dienen slechts als voorbeeld. • “Kleur” en “Tint” verschijnen alleen wanneer bij de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie Component ingangssignalen is ingesteld. • Alleen de aangegeven onderdelen in de boomdiagrammen hierboven kunnen worden ingesteld. • Om de onderdelen onder de submenu’s te kunnen instellen, dient u © in te drukken nadat u het submenu geselecteerd heeft. Achter Plafondachter Status 24 Kiezen van de In-beeld-display taal Projector Afstandsbediening De standaardtaal voor het In-beeld-display is Engels. Dit kan worden veranderd in Duits, Spaans, Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans of Japans. 1, 5 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 2, 3 1 Druk op MENU. MOUSE ADJ. 2 Druk op ß/© en selecteer “Taal”. 4 3 Kies met ∂/ƒ de taal die u wilt. (GUI) In-beeld-display 4 Druk vervolgens op ENTER om die taal in te stellen. Het In-beeld-display staat nu ingesteld om alle mededelingen op het scherm te tonen in de door u gekozen taal. Gebruik 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Kiezen van de Videosysteem functie (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie) Afstandsbediening Projector 1, 6 2, 3, 4 De standaardinstelling voor het Videosysteem is “Auto”; deze instelling kan echter gewijzigd worden in een bepaald videosysteem, als het door het apparaat zelf ingestelde videosysteem niet geschikt is voor de aangesloten audio-visuele apparatuur. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 5 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Videosysteem” en druk vervolgens op ©. (GUI) In-beeld-display 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het gewenste videosysteem. 5 Druk op ENTER om uw instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Wanneer “Auto” is ingesteld voor het videosysteem, is het mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege verschillen in het signaal. In een dergelijk geval dient u handmatig over te schakelen naar het videosysteem van het bronsignaal. 25 Instellen van het beeld Projector Afstandsbediening Instellen van het beeld U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen wensen en voorkeuren regelen met de volgende beeldfuncties. Beschrijving van de beeldinstellingen 1, 4 2, 3 (GUI) In-beeld-display (COMPUTER/RGB ingangssignalen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) 1 Beeldinstelling ß Insteltoets © Insteltoets Contrast Helder Kleur Tint Scherpte Rood Blauw Reset Minder contrast Meer contrast Minder helder Helderder Voor minder intense kleuren Voor intensere kleuren Huidtinten worden paarsig Huidtinten worden groenig Voor minder scherpte Voor meer scherpte Minder rood Roder Minder blauw Blauwer Alle beeldinstellingen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen. • “Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet voor COMPUTER/RGB ingangssignalen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie. • “Scherpte” verschijnt niet voor COMPONENT ingangssignalen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie. MOUSE ADJ. Gebruik (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld” menuscherm verschijnen. De handleiding voor het grafische menusysteem verschijnt ook in beeld. 2 2 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te stellen onderdeel. 3 Druk op ß/© om het merkteken van het geselecteerde onderdeel naar de gewenste waarde te verplaatsen. 4 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de fabrieksinstellingen, dient u “Reset” op het “Beeld” menuscherm te selecteren en vervolgens op ENTER te drukken. • De gewijzigde instellingen kunnen apart worden opgeslagen in de “INGANGSSIGNAAL 1”, “INGANGSSIGNAAL 2” en “INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO)” functies. 26 Instellen van het beeld Projector Afstandsbediening 1, 4 2, 3 Instellen van de kleurtemperatuur Deze functie wordt gebruikt voor het instellen van de kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld dat de projector ontvangt (videobeeld, computerbeeld, TVuitzending enz.). Verlaag de kleurtemperatuur voor een warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren. Verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler, blauwachtig beeld met meer helderheid. Beschrijving van de kleurtemperatuur 3 (Rood) ß toets (GUI) In-beeld-display Verlaagt de kleurtemperatuur voor een warm, roodachtig, fonkelend beeld. (Lage kleurtemperatuur) 3 © toets (Blauw) Verhoogt de kleurtemperatuur voor een koel, blauwachtig, fluorescerend beeld. (Hoge kleurtemperatuur) (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. Gebruik 1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld” menuscherm verschijnen. De handleiding voor het grafische menusysteem verschijnt ook in beeld. 2 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Kleurtmp”. 3 Druk op ß/© om het merkteken van het geselecteerde onderdeel naar de gewenste waarde te verplaatsen. 4 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Projector Afstandsbediening Kiezen van het signaaltype Deze functie stelt u in staat het ingangssignaaltype (COMPUTER/RGB of COMPONENT) voor de INPUT 1 of 2 poort te kiezen. 1, 6 2, 3, 4 5 (GUI) In-beeld-display (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Beeld”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Signaaltype” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Computer/RGB” of “Component”. 5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 27 Instellen van het beeld Projector Afstandsbediening G/P Conversie Deze functie stelt u in staat om een gelaagde weergave of een progressieve weergave van het videosignaal te kiezen. De progressieve weergave zorgt voor een meer soepele weergave van de videobeelden. 1, 6 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 2, 3, 4 MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Beeld”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “G/P Conversie” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ om “Gelaagd” of “Progressief” in te stellen. 5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 5 (GUI) In-beeld-display Gelaagde weergavefunctie Bij de gelaagde weergavefunctie wordt een beeld gecreëerd door de activering van de aftastlijnen in twee velden. Gebruik deze functie bij het projecteren van bewegende beelden. Bij de progressieve weergavefunctie wordt een beeld gecreëerd door gebruikmaking van alle beschikbare aftastlijnen. Gebruik deze functie bij het projecteren van stilstaande beelden, om flikkeringen en strepen te voorkomen die kunnen optreden bij gelaagde weergave van de stilstaande beelden. Gebruik Progressieve weergavefunctie Instellen van het geluid Projector Afstandsbediening De geluidsweergave van de projector is in de fabriek op bepaalde standaardinstellingen gezet. U kunt deze echter aanpassen aan uw eigen voorkeuren door de volgende audio-instellingen te wijzigen. Beschrijving van de geluidsinstellingen 1, 5 2, 3, 4 Geluidsinstelling ß Insteltoets Hoge toon Lage toon Reset © Insteltoets Zwakkere hoge tonen Sterkere hoge tonen Zwakkere lage tonen Sterkere lage tonen Alle geluidsinstellingen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. (GUI) In-beeld-display 2 3 1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld” menuscherm verschijnen. De handleiding voor het grafische menusysteem verschijnt ook in beeld. 2 Druk op ß/© en selecteer “Audio”. 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te stellen onderdeel. 4 Druk op ß/© om het merkteken van het geselecteerde onderdeel naar de gewenste waarde te verplaatsen. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Kies “Reset” op het “Audio” scherm om alle instellingen op de fabriekswaarden terug te zetten en druk op ENTER. 28 Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) Projector Afstandsbediening 1, 5 2, 3, 4 Instellen van het computerbeeld Bij weergave van zeer gedetailleerde computerpatronen (zoals ‘betegeling’, verticale strepen e.d.), kan er tussen de LCD beeldpunten interferentie ontstaan, waardoor delen van het beeld kunnen gaan flikkeren, of waardoor er verticale strepen of onregelmatigheden in de contrastweergave kunnen ontstaan. Als dit gebeurt, kunt u de instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V-Pos” bijstellen om een optimale weergave te bereiken. Beschrijving van de beeldinstellingen Geselecteerde onderdeel Klok Fase H-Pos V-Pos Omschrijving Regelt verticale ruis. Regelt horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder). Centreert het weergegeven beeld door het naar links of rechts te verplaatsen. Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of beneden te verplaatsen. Gebruik • Het computerbeeld kan gemakkelijk aangepast worden door op AUTO SYNC ( ) te drukken. Zie bladzijde 32 voor details. (GUI) In-beeld-display (Kies de gewenste computer ingangsfunctie via INPUT.) 2 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. De menubalk en het “Beeld” menuscherm verschijnen. De handleiding voor het grafische menusysteem verschijnt ook in beeld. 2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. 3 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek in te stellen onderdeel. 4 Druk op ß/© om het merkteken van het geselecteerde onderdeel naar de gewenste waarde te verplaatsen. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de fabrieksinstellingen, dient u “Reset” op het “Fijn sync.” menuscherm te selecteren en vervolgens op ENTER te drukken. 29 Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) Projector Afstandsbediening 1, 6 2, 3, 4 5 (GUI) In-beeld-display 2 Opslaan en selecteren van instellingen Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven instellingen op te slaan om te gebruiken met verschillende computers. Wanneer deze instellingen opgeslagen zijn, kunnen ze gemakkelijk weer opgeroepen worden wanneer u dezelfde computer weer aansluit op de projector. Opslaan van de instellingen (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Vastleggen” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het nummer waaronder u de instellingen in het geheugen wilt opslaan. Gebruik 3 5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Selecteren van opgeslagen instellingen (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 4 2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Keuze instel.” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer de gewenste in het geheugen opgeslagen instelling. 5 Druk op ENTER om de gekozen instelling te gebruiken. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat nummer geen resolutie en frequentie vermeld staan. • Wanneer u een eerder opgeslagen instelling via “Keuze instel.” oproept, moet het aangesloten computersysteem wel overeenkomen met de opgeslagen instellingen. 30 Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) Projector Afstandsbediening 1, 6 2, 3, 4 Speciale functie instelling Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de correcte resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutie-instelling te kiezen in “Speciale functies” op het “Fijn sync.” menuscherm, in overeenstemming met het ingangssignaal van de computer. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 5 MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. (GUI) In-beeld-display 2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Speciale functies” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer de optimale resolutie. 5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan. Gebruik 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Vermijd de weergave van computer gegenereerde patronen die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.) • Wanneer er een DTV 480P signaal binnenkomt, dient u bij stap 4 hierboven “480P” te kiezen. Projector Afstandsbediening Controleren van het ingangssignaal Deze functie stelt u in staat de informatie betreffende het huidige ingangssignaal te controleren. 1, 4 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 2, 3 1 Druk op MENU. MOUSE ADJ. 2 Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. (GUI) In-beeld-display 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Signaal informatie” om de gegevens voor het huidige ingangssignaal op het scherm te brengen. 4 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 31 Instellen van computerbeelden (Alleen in de INGANGSSIGNAAL 1 of 2 functie) Projector Afstandsbediening Automatische synchronisatie instelling • Wordt gebruikt om een binnenkomend computerbeeld automatisch correct in te stellen. • U kunt de automatische synchronisatie handmatig inschakelen door op AUTO SYNC te drukken, of automatisch door in het GUI menusysteem van de projector “Automat.sync.” “ON” (aan) te zetten. 1, 5 2, 3, 4 Wanneer “Automat.sync.” “ON” staat: • De synchronisatie instellingen worden automatisch gemaakt wanneer de projector wordt aangezet en aangesloten is op een computer, of wanneer het geselecteerde ingangssignaal wordt gewijzigd. • Wanneer de instelling van de projector veranderd wordt, zal de vorige automatische synchronisatie instelling gewist worden. AUTO SYNC toets (GUI) In-beeld-display (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) In-beeld-display ADJ. Druk op MENU. Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. Druk op ∂/ƒ en selecteer “Automat.sync.”. Druk op ß/© en selecteer “ON”. Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Gebruik 1 2 3 4 5 MOUSE • Door op AUTO SYNC te drukken kunt u automatisch instellingen laten maken. • Wanneer het onmogelijk blijkt om via de automatische synchronisatie een optimale beeldweergave te verkrijgen, kunt u de handmatige instellingen proberen. (Zie bladzijde 29.) g f s Gedurende de automatische synchronisatie verandert het In-beeld-display zoals hier links is aangegeven. • Het kan enige tijd duren voordat de automatische synchronisatie klaar is, afhankelijk van het beeld dat door de aangesloten computer gegenereerd wordt. Automatische synchronisatie display functie (GUI) In-beeld-display Normaal gesproken wordt er geen beeld geprojecteerd tijdens de automatische synchronisatie. U kunt er echter ook voor kiezen een achtergrondbeeld te laten projecteren gedurende de automatische synchronisatie. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 2 3 4 Druk op MENU. Druk op ß/© en selecteer “Fijn sync.”. Druk op ∂/ƒ en selecteer “Auto-sync dsp”. Druk op ß /© en selecteer “ ” om een achtergrondbeeld te laten projecteren, of “ ” om het achtergrondbeeld te verwijderen gedurende automatische synchronisatie. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 32 Handige eigenschappen Stilstaand beeld functie Afstandsbediening Handige eigenschappen Projector 1, 2 Deze functie stelt u in staat een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is nuttig wanneer u een stilstaand beeld afkomstig van een computer of video wilt laten zien zodat u meer tijd heeft om uitleg bij het beeld te geven aan uw publiek. U kunt deze functie ook gebruiken om een stilstaand beeld afkomstig van een computer weer te geven terwijl u voorbereidingen treft voor de presentatie van de volgende computerbeelden. 1 Druk op FREEZE om het beeld stil te zetten. In-beeld-display 33 2 Druk nogmaals op FREEZE om het beeld weer te laten bewegen. Digitale uitvergroting Projector Afstandsbediening Deze functie stelt u in staat een bepaald gedeelte van een beeld uit te vergroten. Dit is nuttig wanneer u een detail uit het beeld wilt laten zien. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 2 1 Druk op ENLARGE. Elke keer dat u op ENLARGE drukt zal het beeld vergroot worden weergegeven. 1 3 In-beeld-display 2 Wanneer het beeld is uitvergroot, kunt u over de totale afbeelding heen en weer gaan met de ∂/ ƒ/ß/© toetsen. • Elke keer dat u op ENLARGE drukt, verandert de vergrotingsfactor op de manier zoals hieronder aangegeven. sg 1 2 3 4 6 8 • Als het ingangssignaal verandert tijdens het digitaal uitvergroten van het beeld, zal de weergave terugkeren naar 1. Het ingangssignaal wordt veranderd (a) wanneer er op INPUT wordt gedrukt, (b) wanneer het ingangssignaal onderbroken wordt, (c) wanneer de resolutie en verversingsratio van het ingangssignaal verandert. 3 Druk op UNDO om terug te keren naar 1 weergave. Handige eigenschappen 34 Gamma correctie Projector Afstandsbediening 1 2 • Gamma verwijst naar een functie ter verbetering van de beeldkwaliteit die een rijker beeld kan bieden door de donkere partijen van het beeld op te lichten zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen. • Er zijn vier gamma instellingen beschikbaar om het beeld optimaal aan te kunnen passen aan de weergegeven beelden en de omstandigheden in de gebruikte ruimte. • Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u de beelden weergeeft in een lichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar maken en het beeld een grotere diepte geven. Gamma functies In-beeld-display s STANDAARD GAMMA 1 Gekozen functie Gamma functie STANDAARD Standaard beeld zonder gamma correctie. GAMMA 1 Licht de donkere partijen op voor een betere presentatie. GAMMA 2 Geeft meer diepte aan de donkere partijen voor een meer boeiende voorstelling. GEBRUIKER Stelt u in staat de gamma waarde aan te passen via de Sharp Advanced Presentation Software. s GAMMA 2 GEBRUIKER 35 MOUSE ADJ. 1 Druk op GAMMA. Elke keer dat GAMMA wordt ingedrukt zal de gamma waarde veranderen zoals links is aangegeven. 2 Druk op UNDO wanneer de aanduiding “GAMMA” op het scherm getoond wordt om terug te keren naar het standaard beeld. s Handige eigenschappen (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) Kiezen van de weergavefunctie Projector Deze functie stelt u in staat de weergavefunctie aan te passen of te wijzigen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen uit NORMAAL, SCHERMVULLEND, PUNT VOOR PUNT, BREEDBEELD of NORMAAL (WIDE). Afstandsbediening 1 Druk op RESIZE. Elke keer dat u op RESIZE drukt verandert de weergavefunctie zoals hieronder staat aangegeven. 1 2 Druk op UNDO terwijl de aanduiding “GROOTTE AANPASSEN” op het scherm getoond wordt om terug te keren naar het standaard beeld. 2 COMPUTER VOORBEELD 4:3 beeldverhouding Andere beeldverhoudingen Ingangssignaal SVGA (800 600) XGA (1024 768) UXGA (1600 1200) SXGA (1280 1024) NORMAAL NORMAAL 1024 768 1024 768 1024 768 960 768 SCHERMVULLEND – – – 1024 768 Weergavebeeld SCHERMVULLEND PUNT VOOR PUNT 800 600 1024 768 1600 1200 1280 1024 PUNT VOOR PUNT GROOTTE AANPASSEN GROOTTE AANPASSEN PUNT VOOR PUNT NORMAAL 4:3 beeldverhouding GROOTTE AANPASSEN GROOTTE AANPASSEN GROOTTE AANPASSEN SCHERMVULLEND NORMAAL PUNT VOOR PUNT Andere beeldverhoudingen VIDEO/DTV VOORBEELD 16:9 beeldverhouding, 720P, 1080i NORMAAL 1024 768 1024 768 – – BREEDBEELD 1024 576* 1024 576* 1024 576* 1024 576* NORMAAL (WIDE) 768 576* 768 576* 768 576* – *De digitale beeldverschuivingsfunctie kan met deze weergavefuncties gebruikt worden. Ingangssignaal NORMAAL GROOTTE AANPASSEN Weergavebeeld BREEDBEELD GROOTTE AANPASSEN BREEDBEELD Handige eigenschappen 4:3 beeldverhouding 480I/P, NTSC, PAL, SECAM 4:3 Letterbox Samengedrukt 480I/P, 720P, 1080i NORMAAL (WIDE) GROOTTE AANPASSEN NORMAAL (WIDE) NORMAAL 4:3 beeldverhouding 480I/P, NTSC, PAL, SECAM GROOTTE AANPASSEN GROOTTE AANPASSEN BREEDBEELD GROOTTE AANPASSEN NORMAAL (WIDE) NORMAAL Letterbox GROOTTE AANPASSEN GROOTTE AANPASSEN BREEDBEELD GROOTTE AANPASSEN NORMAAL (WIDE) NORMAAL Samengedrukt 720P, 1080i GROOTTE AANPASSEN BREEDBEELD 16:9 beeldverhouding 36 De zwartscherm-functie Projector Afstandsbediening BLACK SCREEN toets 1, 5 2, 3, 4 Deze functie kan worden gebruikt om het geprojecteerde presentatiebeeld volledig zwart te maken. Het scherm volledig zwart laten worden Druk op BLACK SCREEN. Het scherm wordt zwart en de mededeling “ZWART SCHERM” verschijnt op het scherm. Druk nogmaals op BLACK SCREEN om terug te keren naar het oorspronkelijk weergegeven beeld. MOUSE ADJ. • Om deze functie via de afstandsbediening te kunnen bedienen dient u de MOUSE/ADJ. schakelaar naar de MOUSE stand te schuiven voor u op BLACK SCREEN drukt. Uitschakelen van het In-beeld-display Geprojecteerde beelden De mededeling “ZWART SCHERM” tijdens het gebruik maken van de gelijknamige functie kan worden uitgeschakeld. Wanneer “Zwrt schrm dsp” op “ ” is ingesteld via het GUI menusysteem, zal de aanduiding “ZWART SCHERM” niet worden getoond terwijl de functie in werking is. sg (GUI) In-beeld-display (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Zwrt schrm dsp”. Handige eigenschappen 4 Druk op ß/© en selecteer “ ” om het In-beelddisplay aan te zetten of “ ” om het uit te zetten. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Uitschakelen van de In-beeld-display functie Projector Afstandsbediening Deze functie stelt u in staat de in-beeld mededelingen uit te schakelen die verschijnen tijdens het kiezen van het ingangssignaal. Wanneer het “OSD Display” op “ ” is ingesteld via het GUI menusysteem, zullen de inbeeld mededelingen niet verschijnen wanneer er op INPUT wordt gedrukt. 1, 5 2, 3, 4 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. (GUI) In-beeld-display 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “OSD Display”. 4 Druk op ß/© en selecteer “ ” om het In-beelddisplay aan te zetten, of “ ” om het uit te zetten. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 37 Kiezen van een achtergrondbeeld Projector Afstandsbediening Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de projector ontvangen wordt. Beschrijving van achtergrondbeelden Geselecteerde onderdeel Achtergrondbeeld 1, 6 2, 3, 4 5 Sharp SHARP standaard beeld Gebruiker Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf) Blauw Blauw scherm Geen Zwart scherm (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) (GUI) In-beeld-display MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Achtergrond” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het beeld dat u als achtergrond wilt gebruiken. 5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Als u “Gebruiker” kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als achtergrondbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren BMP bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768 beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van Sharp Advanced Presentation Software voor meer informatie over het opslaan (of veranderen) van een dergelijk beeld. Selecteren van een opstartbeeld 1, 6 2, 3, 4 5 • Met deze functie kunt u opgeven welk beeld er zal verschijnen zodra de projector opstart. • U kunt een door uzelf gekozen beeld (bijvoorbeeld het loge van uw bedrijf) in de projector uploaden via een RS-232C kabel. Raadpleeg bladzijde 14 in deze gebruiksaanwijzing en ook de handleiding van de meegeleverde Sharp Advanced Presentation Software voor nadere bijzonderheden. Beschrijving van opstartbeelden Geselecteerde onderdeel Opstartbeeld Sharp SHARP standaard beeld Gebruiker Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het logo van uw bedrijf) Geen Zwart scherm (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) (GUI) In-beeld-display Handige eigenschappen Afstandsbediening Projector MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ, selecteer “Startbeeld” en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het beeld dat u op het scherm wilt zien wanneer de projector opstart. 5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Als u “Gebruiker” kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als opstartbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren BMP bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768 beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van Sharp Advanced Presentation Software voor meer informatie over het opslaan (of veranderen) van een dergelijk beeld. 38 Spaarfunctie De spaarfuncties stellen u in staat het stroomverbruik te verminderen wanneer de projector in de ruststand (standby) staat. In-beeld-display Automatische stroomuitschakelfunctie Wanneer er langer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projector zichzelf automatisch uitschakelen. De in-beeld mededeling die u hier links ziet, zal vijf minuten voordat het apparaat automatisch uit gaat op het scherm verschijnen. Projector Afstandsbediening Beschrijving van de automatische stroomuitschakelfunctie De projector wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er langer dan 15 minuten geen signaal wordt ontvangen. 1, 5 2, 3, 4 De automatische stroom-uitschakelfunctie is geïnactiveerd. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. (GUI) In-beeld-display 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer “Auto Power Off”. 4 Druk op ß/© en selecteer “ ” of “ ”. Handige eigenschappen 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • De “Auto Power Off” is bij het verlaten van de fabriek ingesteld op “ ”. 39 Wachtwoord Projector Afstandsbediening De gebruiker kan een wachtwoord instellen en dit in combinatie met de toetsvergrendelingsfunctie gebruiken om te voorkomen dat bepaalde instellingen van het grafische menusysteem worden gewijzigd. Instellen van het wachtwoord 1, 6 2, 3, 4, 5 (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. (GUI) In-beeld-display 3 Druk op ∂/ƒ selecteer “Wachwoord” en druk vervolgens op ©. 4 Voer het wachtwoord in door een cijfer te kiezen met ∂/ƒ en dan op © te drukken om naar de plaats voor het volgende cijfer te gaan. Herhaal deze procedure voor de resterende drie cijfers en druk dan op ENTER. 5 Voer het wachtwoord nogmaals in (“Herbevestigen”) met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op ENTER. 6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. • Noteer het wachtwoord op een veilige plaats voor het geval u het wachtwoord vergeet. Wijzigen van het wachtwoord (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. Handige eigenschappen (GUI) In-beeld-display 1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 3 in “Instellen van het wachtwoord” hierboven. 2 Voer het oude wachtwoord in met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op ENTER. 3 Voer het nieuwe wachtwoord in met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op ENTER. 4 Voer het wachtwoord nogmaals in (“Herbevestigen”) met ∂/ƒ/ß/© en druk dan op ENTER. 40 Kiezen van het niveau voor de toetsvergrendeling Projector Afstandsbediening Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen. U kunt de projector echter nog steeds volledig bedienen met behulp van de toetsen op de afstandsbediening. Beschrijving van de toetsvergrendelingsniveaus 1, 5 2, 3, 4 (GUI) In-beeld-display Geselecteerde Omschrijving onderdeel Normaal Alle bedieningstoetsen werken. Niveau A Alleen INPUT, VOLUME, MUTE en BLACK SCREEN op de projector werken. Niveau B Geen enkele bedieningstoets op de projector werkt. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß /© en selecteer “Opties”. 3 Druk op ∂/ƒ selecteer “Niv. toetsvergr.”, en druk vervolgens op ©. 4 Druk op ∂/ƒ om het gewenste niveau te kiezen. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Handige eigenschappen • Om het toetsvergrendelingsniveau te annuleren, voert u de bovenstaande procedure opnieuw uit op de afstandsbediening. • Als een wachtwoord is ingesteld en tevens een toetsvergrendelingsniveau is gekozen, moet het wachtwoord worden ingevoerd voordat het toetsvergrendelingsniveau gewijzigd kan worden. Controleren van de gebruikduur van de lamp Projector Afstandsbediening Deze functie stelt u in staat de totale gebruiksduur van de lamp te controleren. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) ADJ. 1 1 Druk op MENU. 2 2 Druk op ß/© en selecteer “Opties”. De totale brandtijd van de lamp zal getoond worden. (GUI) In-beeld-display 41 MOUSE • Het verdient aanbeveling de lamp te vervangen na ongeveer 1.400 branduren. Zie de bladzijden 48 en 49 voor het vervangen van de lamp. De spiegel- en omgekeerd-beeldfunctie Projector Afstandsbediening Deze projector is voorzien van een functie voor weergave in spiegelbeeld of op zijn kop, hetgeen verschillende zeer nuttige toepassingen mogelijk maakt. Beschrijving van geprojecteerde beelden 1, 5 2, 3 4 (GUI) In-beeld-display Wanneer u “Voor” selecteert Geselecteerde onderdeel Geprojecteerd beeld Voor Normaal beeld Plafondvoor Omgekeerd beeld Achter Spiegelbeeld Plafondachter Omgekeerd spiegelbeeld (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 Druk op ß/© en selecteer “Projectie”. Wanneer u “Plafond voor” selecteert 3 Druk op ∂/ƒ en selecteer de gewenste projectiewijze. 4 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan. 5 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. Wanneer u “Achter” selecteert Wanneer u “Plafond achter” selecteert Handige eigenschappen • Deze functie wordt gebruikt bij plafondmontage en projectie van achteren. Zie bladzijde 19 voor deze opstellingen. 42 Gebruik van de presentatie hulpmiddelen Projector Afstandsbediening 2, 4 Deze projector is uitgerust met presentatie hulpmiddelen die u kunt gebruiken om de kernpunten van uw presentatie te benadrukken. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 3, 5 MOUSE ADJ. 1 Druk op TOOLS om het menuscherm voor de presentatie hulpmiddelen op het scherm te krijgen. 1 2 Druk op ∂/ƒ/ß/© en selecteer het door u gewenste hulpmiddel en de gewenste kleur. 6 3 Druk op ENTER om uw keuze definitief te maken. In-beeld-display 4 Wanneer het gekozen hulpmiddel eenmaal op het scherm getoond wordt, kunt u het met ∂/ƒ/ß/ © over het scherm verplaatsen. 5 Druk op ENTER om het gekozen hulpmiddel op het scherm te “stempelen”. Menuscherm 6 Druk op UNDO om afzonderlijke, op het scherm gestempelde hulpmiddelen te wissen. • U kunt elk hulpmiddel zo vaak u wilt op het scherm stempelen. • Om alle gestempelde presentatie hulpmiddelen van het scherm te verwijderen, drukt u op ∂/ƒ/ß/© om “ ” te selecteren en daarna drukt u op ENTER. Handige eigenschappen Rood Groen Blauw Geel Projector Oranje Wit Zwart Afstandsbediening 2, 4 Weergeven van de pauzetijd (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) MOUSE ADJ. 1 Druk op TOOLS om het menuscherm voor de presentatie hulpmiddelen op het scherm te krijgen. 3 2 Druk op ∂/ƒ/ß/© en selecteer “ ” in het menuscherm. 1, 5 3 Druk op ENTER om het aftellen van de pauzetijd te laten beginnen. Wanneer u het Sharp standaard beeld selecteert 4 Druk op ∂ om de pauzetijd te verlengen of op ƒ om de pauze in te korten. 5 Druk op TOOLS om terug te keren naar het normale scherm. • De pauzetijd wordt weergegeven tegen het achtergrondbeeld dat u heeft ingesteld via “Selecteren van een opstartbeeld”. (Zie bladzijde 38.) 43 Statusfunctie Projector Afstandsbediening Via deze functie kunt u alle gewijzigde instellingen tegelijk op het scherm krijgen. (Schuif de MOUSE/ADJ. schakelaar op de afstandsbediening naar ADJ.) 1, 4 MOUSE ADJ. 1 Druk op MENU. 2 2 Druk op ß/© en selecteer “Status”. 3 3 Druk op ENTER om alle gewijzigde instellingen op het scherm te laten verschijnen. (GUI) In-beeld-display 4 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer te verlaten. 2 3 Handige eigenschappen 44 Onderhoud en het oplossen van problemen Onderhoud en het oplossen van problemen 45 Onderhoud van het luchtfilter • Deze projector is voorzien van vier luchtfilters om zorg te dragen voor optimale gebruiksomstandigheden voor de projector. • Deze luchtfilters dienen om de 100 draaiuren gereinigd te worden. Reinig de filters vaker wanneer de projector in een stoffige of rokerige ruimte gebruikt wordt. • Laat het luchtfilter (PFILD0076CEZZ) vervangen door de dichtstbijzijnde Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum in het geval het filter niet meer kan worden gereinigd. Onderaanzicht Luchtfilters (niet verwijderbaar) Luchtfilter Reinigen en vervangen van het onderste luchtfilter 1 Haal de stekker uit het stopcontact. 2 Verwijder het onderste filterdeksel. Draai de projector om. Druk op het lipje en til het filterdeksel open in de richting van de pijl. 3 Verwijder het luchtfilter. Neem het filter tussen uw vingers vast en trek het uit het filterdeksel. Lipje 4 Reinig het luchtfilter. Zet het luchtfilter terug. Plaats het filter onder de lipjes op het frame van het filterdeksel. 6 Zet het filterdeksel terug. Steek het lipje van het filterdeksel in de bijbehorende opening en druk het deksel op zijn plaats. Lipje Onderhoud en het oplossen van problemen Verwijder stof van het luchtfilter en het deksel met behulp van een stofzuiger. 5 • Let er goed op dat het filterdeksel op de juiste wijze is aangebracht. Het apparaat kan niet worden ingeschakeld als het filterdeksel niet juist is aangebracht. Reinigen van de onderste luchtfilters (niet verwijderbaar) Als er zich stof of vuil heeft opgehoopt in de luchtfilters, kunt u de filters reinigen met behulp van een stofzuiger en een geschikt hulpstuk. 46 Lamp en waarschuwingsindicators Waarschuwingsindicators Bedrijfsindicator Lampindicator Temperatuurindicator • De waarschuwingsindicators lichten op in geval van een probleem met de projector. • Er zijn twee waarschuwingsindicators: de temperatuurindicator die waarschuwt als de projector oververhit begint te raken en de lampindicator die aangeeft wanneer het tijd is om de lamp te vervangen. • In geval zich een probleem voordoet, zal of de temperatuurindicator of de lampindicator rood oplichten. Nadat u de stroom heeft uitgeschakeld, volgt u de procedure die hieronder is beschreven. Waarschuwingsindicator Symptoom Probleem Temperatuurindicator De temperatuur in het apparaat is abnormaal hoog. • De luchtinlaatopening is geblokkeerd. • Verplaats de projector naar een plek met voldoende ventilatie. • Het luchtfilter is verstopt. • Reinig het luchtfilter. (Zie bladzijde 46.) • De koelventilator is defect. • Een interne elektrische storing. • Ga met uw projector naar het dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum om de LCD projector te laten repareren. De lamp licht niet op. • De lamp is doorgebrand. • Storing in het lampcircuit. De lamp moet vervangen worden. • De lamp heeft langer dan 1.400 uur gebrand. • Vervang de lamp voorzichtig. (Zie de bladzijden 48 en 49.) • Ga met uw projector naar het dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum om de LCD projector te laten repareren. De bedrijfsindicator zal rood knipperen wanneer de projector aan staat. • Het deksel van het onderste luchtfilter is open. Lampindicator Bedrijfsindicator Mogelijke oplossing • Maak het deksel van het onderste luchtfilter goed vast. • Als de temperatuurindicator oplicht, volg dan de bovenvermelde procedure en wacht vervolgens tot de projector helemaal is afgekoeld voordat u de stroom weer inschakelt. (Tenminste 5 minuten.) • Als de projector voor korte tijd werd uitgeschakeld, zoals tijdens een pauze, is het mogelijk dat de lampindicator oplicht, zodat het apparaat niet kan worden ingeschakeld. Trek in zo’n geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in. Onderhoud en het oplossen van problemen Lamp De lamp in deze projector gaat in totaal ongeveer 1.500 branduren mee, afhankelijk van de omgeving waarin de projector gebruikt wordt. Wij bevelen aan dat u de lamp vervangt na 1.400 branduren, of eerder wanneer u een duidelijke verslechtering van de kleurweergave en de beeldkwaliteit constateert. U kunt het aantal branduren van de lamp controleren met het In-beeld-display (zie bladzijde 41). VOORZICHTIG • Het felle licht van de lamp kan gevaar opleveren. Kijk niet rechtstreeks in het diafragma en de lens terwijl de projector in gebruik is. • Daar de omgevingomstandigheden waaronder de projector gebruikt wordt kunnen variëren, is het mogelijk dat de projectorlamp de 1.500 branduren niet haalt. Symptoom De lampindicator licht rood op en de “LAMP” en “ ” aanduidingen knipperen geel in de linker benedenhoek van het beeld. Probleem • De lamp heeft langer dan 1.400 uur gebrand. Er is een aanzienlijke verslechtering in de beeld- en kleurkwaliteit. De stroom wordt automatisch uitgeschakeld en de projector komt in de ruststand te staan. De “LAMP” en “ ” aanduidingen knipperen rood in de linker benedenhoek van het beeld en de projector wordt uitgeschakeld. 47 • De lamp heeft langer dan 1.500 uur gebrand. Mogelijke oplossing • Koop een vervangingslamp (lamp/ lamphuis) van het type BQCPGC30XE/1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum. • Vervang de lamp. (Zie de bladzijden 48 en 49.) U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum laten vervangen. Vervangen van de projectielamp VOORZICHTIG: • Als de lamp springt, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Indien de lamp springt, moet u een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen. • Verwijder het lamphuis niet meteen nadat u de projector hebt uitgeschakeld. De lamp kan uiterst heet zijn. Wacht minimaal een uur nadat u de stekker uit het stopcontact hebt getrokken, zodat het lamphuis voldoende afgekoeld is. De lamp dient na ongeveer 1.400 gebruiksuren te worden vervangen of wanneer de beeld- en kleurkwaliteit aanzienlijk slechter zijn geworden. Volg nauwkeurig de onderstaande aanwijzingen om de lamp te vervangen. Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum te brengen. Zorg dat u de juiste vervangingslamp (lamp/lamphuis) van het type BQC-PGC30XE/1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCDprojector dealer of servicecentrum aanschaft. Vervang de lamp door de onderstaande instructies nauwkeurig op te volgen. U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum laten vervangen. Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid VOORZICHTIG • Pak de handgreep vast om het lamphuis te verwijderen. Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan. • Volg de onderstaande aanwijzigen nauwkeurig om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen. • Reinig de luchtfilters voor of na het vervangen van de lamp. Zie bladzijde 46 voor het schoonmaken van de luchtfilters. 1 Schakel de projector uit. Druk op OFF en wacht totdat de koelventilator stopt. 2 Maak het netsnoer los. Pak de stekker stevig vast en trek het snoer uit de netaansluiting. 3 Verwijder het deksel van het lamphuis. Draai de projector om en maak het deksel van het lamphuis los door de dekselschroef los te draaien. Schuif het deksel vervolgens in de richting van de pijl. of 4 Verwijder het lamphuis. Verwijder de bevestigingsschroeven waarmee het lamphuis is bevestigd. Pak het lamphuis bij de handgreep vast en trek het naar buiten. Bevestigingsschroeven Bevestigingsschroeven 5 Plaats het nieuwe lamphuis. Druk het lamphuis stevig in de lamphuishouder. Maak de bevestigingsschroeven vast. 6 Breng het deksel van het lamphuis weer aan. Onderhoud en het oplossen van problemen Dekselschroef Schuif het deksel in de richting van de pijl op de projector. Draai de dekselschroef vast. Dekselschroef 48 Vervangen van de projectielamp Terugstellen van de lamptimer 1 Sluit het netsnoer aan. Steek de stekker van het snoer in de netaansluiting van de projector. 2 Stel de lamptimer terug. Houd ƒ, © en ENTER op de projector ingedrukt en druk dan tegelijk op ON van de projector. De “LAMP 0000H” aanduiding verschijnt om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld. • De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Gebruik van het Kensington slot Deze projector heeft een Kensington standaard veiligheidsaansluiting, te gebruiken met het Kensington MicroSaver Veiligheidssysteem. Raadpleeg de informatie bij dat systeem voor instructies hoe u het kunt Kensington standaard gebruiken om uw projector te beveiligen. veiligheidsaansluiting Oplossen van problemen Onderhoud en het oplossen van problemen Probleem De projector kan niet worden inen uitgeschakeld met de ON en OFF toetsen op de projector. Geen beeld en geen geluid. Wel geluid, maar geen beeld. De kleurweergave is bleek of slecht. Het beeld is onscherp. Wel beeld, geen geluid. Binnenin de projector hoort u soms een vreemd geluid. De onderhoudsindicator licht op. Er verschijnt ruis in het beeld. 480P beelden worden niet weergegeven. De kleuren zijn vervormd (behalve voor de INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) functie). 49 Mogelijke oorzaak • Het toetsvergrendelingsniveau is op “Niveau A” of “Niveau B” ingesteld waardoor sommige of alle toetsen niet werken. (Zie bladzijde 41.) • • • • • • • • • • • • • • • • • • De stekker van het snoer van de projector zit niet in het stopcontact. Het deksel van het onderste luchtfilter is niet goed gemonteerd. De gekozen ingangsaansluiting is fout. (Zie bladzijde 17.) De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.) De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg. (Zie bladzijde 8.) De MOUSE/ADJ. keuzeschakelaar op de afstandsbediening staat op MOUSE. De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.) De “Contrast” en “Helder” beeldinstellingen zijn op minimale waarden ingesteld. (Zie bladzijde 26.) De In-beeld-display mededeling “ZWART SCHERM” is uitgezet, maar de zwartschermfunctie is wel ingeschakeld waardoor uitsluitend een zwart scherm verschijnt. (Zie bladzijde 37.) De “Kleur” en “Tint” instellingen zijn niet correct. (Zie bladzijde 26.) Stel het beeld scherp. (Zie bladzijde 17.) De projectieafstand is te groot of te klein om goed te kunnen scherpstellen. (Zie bladzijde 18.) De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijden 11-15.) Het volume staat op minimaal ingesteld. (Zie bladzijde 17.) Als het beeld verder normaal is, wordt het geluid veroorzaakt door het krimpen of uitzetten van de behuizing als gevolg van temperatuursveranderingen. Dit heeft geen invloed op de werking of de prestaties van de projector. Raadpleeg “Lamp en waarschuwingsindicators” op bladzijde 47. Regel de fase instelling bij. (Zie bladzijde 29.) Zet de resolutie op 480P. (Zie bladzijde 31.) • Verander het ingangssignaaltype. (Zie bladzijde 27.) Aanhangsel Transporteren van de projector Gebruik van het draaghandvat Draaghandvat Als u de projector vervoert, draag hem dan aan het handvat aan de zijkant. VOORZICHTIG • Doe altijd eerst de de lensdop op de lens ter bescherming tijdens het vervoer. • Til de projector niet op en draag hem niet aan de lens of aan de lensdop aangezien de lens hierdoor kan beschadigen. Aanhangsel 50 Toekenning van de aansluitpinnen Analoog RGB 1 en 2 signaalingangspoorten: 15-pens mini D-sub contrastekker 1 6 11 5 10 15 Computer-ingangsaansluiting Analoog 1. Video-ingang (rood) 2. Video-ingang (groen/ synchronisatie op groen) 3. Video-ingang (blauw) 4. Reserve-ingang 1 5. Samengesteld sync. 6. Aarde (rood) 7. Aarde (groen/synchronisatie op groen) 8. 9. 10. 11. 12. 13. Aarde (blauw) Niet aangesloten GND GND Bi-directionele data Horizontaal sync. singnaal 14. Verticaal sync. signaal 15. Data klok RS-232C poort: 9-pens D-sub mannelijke stekker van de DIN-D-sub RS-232C kabel Pin-nummer Signaal Naam I/U 1 CD 2 RD Data ontvangst Ingang 3 SD Data verzending Uitgang 4 ER 5 SG Signaal aarde 6 DR Data set gereed Uitgang 7 RS Verzoek tot verzending Uitgang 8 CS Gereed te zenden Ingang 9 CI 5 1 9 6 Referentie Niet aangesloten Aangesloten op intern circuit Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten Aangesloten op intern circuit Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten RS-232C aansluiting: 9-pens mini-DIN contrastekker 8 7 9 6 3 4 5 Aanhangsel 2 51 1 Pin-nummer Signaal Naam 1 VCD 3,3V (Gereserveerd) 2 RD Data ontvangst 3 SD Data verzending 4 EXIR Detector Optie eenheid (Gereserveerd) 5 SG Signaal aarde 6 ERX IR ontvangstsignaal van IR versterker (Gereserveerd) 7 RS Verzoek tot verzending 8 CS Gereed te zenden 9 ETX IR seinsignaal (Gereserveerd) I/U Uitgang Ingang Uitgang Ingang Referentie Niet aangesloten Aangesloten op intern circuit Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten Ingang Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten Uitgang Ingang Uitgang Aangesloten op intern circuit Aangesloten op intern circuit Niet aangesloten Technische gegevens van de RS-232C poort Bediening vanaf een personal computer U kunt de projector met een personal computer bedienen door een RS-232C kabel (null-modem, cross-type, los verkrijgbaar) op de projector aan te sluiten. (Zie bladzijde 14 voor de aansluitingen.) Voorwaarden voor communicatie Wijzig de instelling van de seriële poort van de computer zodat deze overeenkomt met de waarden in de tabel. Signaalformaat: Overeenkomend met de RS-232C standaard Gegevensoverdrachtsnelheid: 9.600 bps Gegevenslengte: 8 bits Pariteitsbit: Geen (NON) Stopbit: 1 bit Gegevensstroomregeling: Geen Basisformaat Commando’s worden vanuit de computer in de volgende volgorde verzonden: commando, parameter, retourcode. Nadat de projector het commando van de computer verwerkt heeft, stuurt deze een antwoordcode naar de computer. Commandoformaat C1 C2 C3 C4 P1 P2 Commando (4 posities) Antwoordcode-formaat Normaal antwoord O P3 Retourcode (0DH) P4 Parameter (4 posities) Retourcode (0DH) K Problematisch antwoord (communicatiefout of onjuist commando) E R Retourcode (0DH) R Als meer dan 1 code wordt verzonden, wordt ieder commando pas verstuurd nadat de OK antwoordcode voor het voorafgaande commando is geverifieerd. • Bij bediening van de projector vanaf een personal computer, kan de status van de projector niet door de computer gelezen worden. Controleer daarom in welke toestand het apparaat zich bevindt door de commando’s voor de afzonderlijke instelmenu’s te sturen en de de status op het In-beeld-display te controleren. Als het apparaat een commando ontvangt dat niet een menuscherm-commando is, voert het dat commando uit, zonder de In-beeld-display mededeling af te beelden. Commando’s VOORBEELD • Als “HELDER” of INGANGSSIGNAAL 1 BEELD INSTELLING op 10 is gezet. Computer R A B _ R 1 → ← 0 COMMANDO PARAMETER C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4 GEKOZEN FUNCTIE INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE INGANGSCONTROLE CORRECTIE TRAPEZIUMVORM CORRECTIE S I _ _ _ 1 RGB A S I _ _ _ 2 COMPONENT INGANGSSIGNAAL 1 G/P CONVERSIE R A I P _ _ _ 0 GELAANGD R A I P _ _ _ 1 PROGRESSIEF INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) R A C T _ _ * * KLEURTEMPERATUUR (3 – 3) 0 INGANGSCONTROLE R A P I _ * * * CONTRAST (30 – 30) * * VOLUME (00 – 60) R A B R _ * * * HELDER (30 – 30) _ _ 0 DEMPING UIT R A R D _ * * * ROOD (30 – 30) _ _ 1 DEMPING AAN R A B E _ * * * BLAUW (30 – 30) TRAPEZIUMVORM CORR. (127 – 127) R A C O _ * * * KLEUR (30 – 30) R A T I _ * * * TINT (30 – 30) DIGITALE SHIFT (96 – 96) R A R E _ _ _ 0 INGANGSSIGNAAL 1 WEERGAVE R A R E _ _ _ 1 RESET _ _ _ 0 UITSCHAKELEN (STANDBY) R _ _ _ 1 INSCHAKELEN I R G B _ _ _ 1 INGANGSSIGNAAL 1 I R G B _ _ _ 2 INGANGSSIGNAAL 2 I V E D _ _ _ 1 I C H K _ _ _ V O L A _ _ M U T E _ M U T E _ DIGITALE SHIFT L N D S S * _ INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE A R W Y PARAMETER P1 P2 P3 P4 I W O E COMMANDO C1 C2 C3 C4 GEKOZEN FUNCTIE I O P K K * * * * * * INGANGSSIGNAAL 1 BEELD INSTELLING Aanhangsel VOLUME BIJSTELLEN O INGANGSSIGNAAL 1 SIGNAALTYPE KEUZE P SPANNING UITWISSELING VAN INGANG Projector 52 Technische gegevens van de RS-232C poort COMMANDO PARAMETER C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4 GEKOZEN FUNCTIE INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE PARAMETER P1 P2 P3 P4 INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE I B S I _ _ _ 1 RGB M E S Y _ _ _ 1 AUTO I B S I _ _ _ 2 COMPONENT M E S Y _ _ _ 2 PAL (50/60 Hz) R B I P _ _ _ 0 GELAANGD M E S Y _ _ _ 3 SECAM R B I P _ _ _ 1 PROGRESSIEF M E S Y _ _ _ 4 NTSC 4.43 R B C T _ _ * * KLEURTEMPERATUUR (3 – 3) M E S Y _ _ _ 5 NTSC 3.58 R B P I _ * * * CONTRAST (30 – 30) Y S E _ _ _ _ DISPLAY B B R _ * * * HELDER (30 – 30) S R R B R D _ * * * ROOD (30 – 30) I M B G _ _ _ 1 SHARP R B B E _ * * * BLAUW (30 – 30) I M B G _ _ _ 2 GEBRUIKER R B C O _ * * * KLEUR (30 – 30) I M B G _ _ _ 3 BLAUW R B T I _ * * * TINT (30 – 30) I M B G _ _ _ 4 GEEN R B R E _ _ _ 0 INGANGSSIGNAAL 2 WEERGAVE I M S I _ _ _ 1 SHARP R B R E _ _ _ 1 RESET I M S I _ _ _ 2 GEBRUIKER INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) V G/P CONVERSIE V A I P _ _ _ 0 GELAANGD I M S I _ _ _ 3 GEEN A I P _ _ _ 1 PROGRESSIEF P O W _ _ _ 0 AUTOMATISCH AFSLAAN V A C T _ _ * * KLEURTEMPERATUUR (3 – 3) AUTOMATISCH AFSLAAN A A P O W _ _ _ 1 AUTOMATISCH AAN V A P I _ * * * CONTRAST (30 – 30) KEYLOCK K E Y L _ _ _ * LEVEL SETTING (02) V A B R _ * * * HELDER (30 – 30) M E L A _ _ _ 1 ENGLISH V A C O _ * * * KLEUR (30 – 30) M E L A _ _ _ 2 DEUTSCH V A T I _ * * * TINT (30 – 30) M E L A _ _ _ 3 ESPAÑOL V A S H _ * * * SCHERPTE (30 – 30) M E L A _ _ _ 4 NEDERLANDS V A R D _ * * * ROOD (30 – 30) M E L A _ _ _ 5 FRANÇAIS V A B E _ * * * BLAUW (30 – 30) M E L A _ _ _ 6 ITALIANO V A R E _ _ _ 0 VIDEO DISPLAY M E L A _ _ _ 7 SVENSKA V A R E _ _ _ 1 RESET M E L A _ _ _ 8 A A T E _ * * * HOGE TOON (30 – 30) M E L A _ _ _ 9 A A B A _ * * * LAGE TOON (30 – 30) M E L A _ _ 1 0 A A R E _ _ _ 0 AUDIO WEERGAVE M E L A _ _ 1 1 A A R E _ _ _ 1 RESET G A M R _ _ _ 1 STANDAARD A A D J _ _ _ 0 AUTOMAT.SYNC. UIT G A M R _ _ _ 2 GAMMA1 A A D J _ _ _ 1 AUTOMAT.SYNC. AAN G A M R _ _ _ 3 GAMMA2 A D J S _ _ _ 1 AUTOMAT. SYNC. START G A M R _ _ _ 4 GEBRUIKER I N C L * * * * KLOK (150 – 150) G A M V _ _ _ 1 STANDAARD I N P H _ * * * FASE (60 – 60) G A M V _ _ _ 2 GAMMA1 I A H P * * * * H-POS (150 – 150) G A M V _ _ _ 3 GAMMA2 I A V P _ * * * V-POS (60 – 60) G A M V _ _ _ 4 GEBRUIKER I A R E _ _ _ 0 COMPUTER INGANGSDISPLAY R A S R _ _ _ 1 NORMAAL I A R E _ _ _ 1 RESET R A S R _ _ _ 2 BREEDBEELD/SCHERMVULLEND M E M S _ _ _ * VASTLEGGEN (1–7) R A S R _ _ _ 3 PUNT VOOR PUNT/NORMAAL (WIDE) M E M L _ _ _ * KEUZE INSTEL. (1–7) R B S R _ _ _ 1 NORMAAL I M B K _ _ _ 0 ZWART SCHERM UIT R B S R _ _ _ 2 BREEDBEELD/SCHERMVULLEND I M B K _ _ _ 1 ZWART SCHERM AAN R B S R _ _ _ 3 PUNT VOOR PUNT/NORMAAL (WIDE) I M B O _ _ _ 0 ZWRT SCHRM DSP UIT R A S V _ _ _ 1 NORMAAL I M B O _ _ _ 1 ZWRT SCHRM DSP AAN R A S V _ _ _ 2 BREEDBEELD I M D I _ _ _ 0 OSD DISPLAY UIT R A S V _ _ _ 3 NORMAAL (WIDE) I M D I _ _ _ 1 OSD DISPLAY AAN I M R E _ _ _ 0 SPIEGELBEELD UIT I M A S _ _ _ 0 AUTO-SYNC DSP UIT I M R E _ _ _ 1 SPIEGELBEELD AAN I M A S _ _ _ 1 AUTO-SYNC DSP AAN I M I N _ _ _ 0 OMGEKEERD BEELD UIT I M I N _ _ _ 1 OMGEKEERD BEELD AAN INGANGSSIGNAAL 2 SIGNAALTYPE KEUZE INGANGSSIGNAAL 2 G/P CONVERSIE INGANGSSIGNAAL 2 BEELD INSTELLING INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) BEELD INSTELLING AUDIO INSTELLING INGANGSSINGNAAL AUTOMATISCHE SYNCHERONISATIE INGANGSSIGNAAL INSTELLING SCHERMFUNCTIEGEHEUGEN ZWART SCHERM IN-BEELD-DISPLAY INSTELLING Aanhangsel COMMANDO C1 C2 C3 C4 GEKOZEN FUNCTIE VIDEOSYSTEEM KEUZE VIDEO BEVESTIGING ACHTERGROND SELECTIE OPSTARTBEELD SELECTIE TAALKEUZE INGANGSSIGNAAL 1/2 GAMMA KEUZE INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) GAMMA KEUZE INGANGSSIGNAAL 1 GROOTTE AANPASSEN INGANGSSIGNAAL 2 GROOTTE AANPASSEN INGANGSSIGNAAL 3 (VIDEO) AANPASSEN GROOTIE SCHERM INSTELLING PORTUGUÊS • Als er in parameterkolom een onderstrepingsteken (_) staat, moet u een spatie invoeren. Als er een asterisk (*) staat, vult u een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes aangegeven staat onder INHOUD VAN DE GEKOZEN FUNCTIE. • INGANGSSIGNAAL INSTELLING kan uitsluitend worden ingesteld in de aangegeven computerfunctie. 53 Tabel met compatibele computers Horizontale Frequentie: 15–126 kHz Verticale Frequentie: 43–200 Hz Beeldpunt klok: 12–230 MHz* Compatibel met synchronisatie op groen en composiet synchronisatiesignalen UXGA (1.600 1.200) compatibel bij geavanceerde intelligente comprimering AICS (Advanced Intelligent Compression en Expansion System) grootte-aanpassing technologie PC/ MAC/ WS Resolutie 640 350 720 350 640 400 720 400 VGA 640 480 PC SVGA XGA 800 600 1.024 768 Horizontale Verticale Frequentie Frequentie (Hz) (kHz) VESA Standaard Display PC/ MAC/ WS Resolutie Horizontale Verticale Frequentie Frequentie (Hz) (kHz) 27,0 60 54,3 60 31,5 70 64,0 70 37,9 85 27,0 60 31,5 70 27,0 60 77,3 85 31,5 70 90,2 100 37,9 85 111,1 120 27,0 60 54,8 60 31,5 70 65,9 72 37,9 85 67,4 74 26,2 50 31,5 60 34,7 70 37,9 72 37,5 75 91,1 85 43,3 85 108,4 100 1.152 864 SXGA 1.152 882 PC 1.280 1.024 64,1 72 67,5 75 75,7 80 64,0 60 74,6 70 78,1 74 75,7 75 VESA Standaard Geavanceerde intelligente comprimering 47,9 90 74,7 52 53,0 100 75,0 60 61,8 120 81,3 65 78,5 150 87,5 70 80,9 160 90,1 72 100,4 200 93,8 75 31,4 50 106,3 85 35,1 56 37,9 60 34,9 67 44,5 70 48,1 72 46,9 75 53,7 85 56,8 90 64,0 100 77,2 120 Upscale UXGA 1.600 1.200 PC/ MAC 13" VGA 640 480 PC/ MAC 19" XGA 1.024 768 PC/ MAC 21" SXGA 1.280 1.024 MAC 16" SVGA 832 624 48,4 60 75 80,0 75 46,8 75 49,6 75 98,3 150 MAC 21" SXGA 1.152 870 68,5 75 160 HP (WS) 1.280 1.024 78,1 72 125,6 200 60,0 60 35,5 43 85,9 85 40,3 50 53,5 50 56,5 70 76,8 72 58,1 72 60,9 66 68,7 85 71,9 76 73,5 90 77,2 96 80,6 100 98,8 120 113,2 140 125,6 150 PC (WS) 1.280 960 WS SGI (WS) SUN (WS) SXGA 1.280 1.024 1.152 900 Intelligente comprimering Upscale 60,0 102,1 Display True Geavanceerde intelligente comprimering Upscale Geavanceerde intelligente comprimering True Aanhangsel • Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van een notebook computer die in de simultane weergavestand (CRT/LCD) gebruikt wordt. In dit geval moet u het LCD display van de notebook computer uitschakelen en de weergave uitsluitend op “CRT” zetten. Voor verdere informatie betreffende het omschakelen van de weergavefunctie van uw notebook computer, raadpleegt u de handleiding van uw notebook computer. • Deze projector kan 640 350 VESA formaat VGA signalen ontvangen alhoewel er “640 400” op het scherm zal verschijnen. • Wanneer er 1.600 1.200 VESA formaat UXGA signalen worden ontvangen zal het beeld gesampled worden en worden weergegeven met 1.024 lijnen, waardoor een deel van het beeld geblokkeerd wordt. 54 Technische gegevens Product Model Videosysteem Weergavemethode LCD paneel Lens Projectielamp Contrastomvang Video ingangssignaal S-video ingangssignaal Horizontale resolutie Audio uitgangssignaal Computer RGB ingangssignaal LCD projector PG-C30XE PAL/SECAM/NTSC 3.58/NTSC 4.43/DTV 480P/DTV 720P/DTV 1080I LCD paneel 3 RGB optische sluitermethode Paneelformaat: 22,9 mm (0,9 inch) (13,9 [H] 18,5 [B] mm) Weergavemethode: Doorzichtig TN vloeibaar kristalpaneel Aansturing: TFT (Thin Film Transistor) Actief Matrixpaneel Aantal beeldpunten: 786.432 beeldpunten (1.024 [hor.] 768 [vert.]) 1–1,3 zoomlens, F1,7 tot 2,0 f 33 tot 43 mm 200 W gelijkstroom lamp 250:1 RCA aansluiting: VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω afgesloten RCA aansluiting: AUDIO, 0,5 Vrms meer dan 22 kΩ (stereo) 4 pens Mini DIN aansluiting Y (luminantie signaal): 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 Ω afgesloten C (Kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 Ω afgesloten 560 TV lijnen (video ingangssignaal), 750 TV lijnen (DTV 720P ingangssignaal, punt voor punt) 2 W (mono) 15-PIN MINI D-SUB CONTRASTEKKERAANSLUITING (INPUT 1, 2): RGB gescheiden/composiet synchronisatie/synchronisatie op groen type analoog ingangssignaal: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 Ω afgesloten STEREO MINI-STEKKERAANSLUITING: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 22 kΩ (stereo) HORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL niveau, (positief/negatief) of composiet sync. (Alleen Apple Macintosh) VERTICAAL SYNC. SIGNAAL: Hetzelfde als horizontaal sync. signaal 12–230 MHz 43–200 Hz 15–126 kHz 9-pens mini-DIN contrastekker (RS-232C ingangspoort) 8 cm (3 3⁄32 ) rond 110–120/220–240 Volt wisselstroom 3,0 A/1,5 A 50/60 Hz 300 W 5°C tot 40°C 20°C tot 60°C Plastic 38 kHz Golflengte: 650 nm/Max. uitgangsvermogen: 1 mW/Klasse II Laserapparaat Aanhangsel Beeldpunt klok Verticale frequentie Horizontale frequentie Computer ingangssignaal Luidsprekersysteem Stroomvoorziening Ingangsstroom Frequentie Stroomverbruik Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Behuizing I/R drager frequentie Laseraanwijzer van de afstandsbediening Afmetingen (bij benadering) 229 121 310 mm (B H D) (alleen de hoofdbehuizing) 243,5 134 358,4 mm (B H D) (inclusief stelvoetjes en uitstekende onderdelen) Gewicht (bij benadering) 4,8 kg Meegeleverde accessoires Afstandsbediening, Twee AA-formaat batterijen, Netsnoer (1,8 m), Computer RGB-kabel (3 m), Computer audiokabel (3 m), PS/2 muiskabel (1 m), USB muiskabel (1,5 m), DIN-D-sub RS-232C kabel (15 cm), Muis-ontvanger, Extra luchtfilter, Lensdop (geplaatst), CD-ROM, Gebruiksaanwijzing LCD projector, Snelle referentiegids LCD projector, Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced Presentation Software Vervangingsonderdelen Lampeenheid (lamp/lamphuis) (BQC-PGC30XE/1), Afstandsbediening (RRMCG1584CESA), AA-formaat batterijen, Netsnoer, Computer RGB-kabel (QCNW5304CEZZ), Computer audiokabel (QCNW-4870CEZZ), PS/2 muiskabel (QCNW5113CEZZ), USB muiskabel (QCNW-5680CEZZ), DIN-D-sub RS-232C kabel (QCNW5288CEZZ), Muis-ontvanger (RUNTK0673CEZZ), Luchtfilter (PFILD0076CEZZ), Lensdop (GCOVH1307CESB), CD-ROM (UDSKA0021CEN1), Gebruiksaanwijzing LCD projector (TINS-7046CEZZ), Snelle referentiegids LCD projector (TINS-7048CEZZ, TINS-7152CEZZ, TINS-7153CEZZ), Gebruiksaanwijzing Sharp Advanced Presentation Software (TINS7047CEZZ) Uw SHARP projector gebruikt LCD (Liquid Crystal Display) panelen. Deze zeer hoogstaande panelen bevatten 786.432 TFT (Thin Film Transistor) beeldpunten ( Rood, Groen, Blauw). Net als bij andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld tv’s, videosystemen en videocamera’s, zijn er bepaalde tolerantienormen waaraan projectoren moeten voldoen. Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve TFT’s die kunnen resulteren in onverlichte of inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft overigens geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van uw projector. De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. 55 Afmetingen Achteraanzicht Bovenaanzicht 23 96,5 9 262 358,4 310 61 138,5 142 237,5 61 124,5 33,5 10 27,5 9 97,5 43 16 Zijaanzicht 76 83 243,5 229 10,5 25 134 11 13 30 83 93 121 Vooraanzicht Onderaanzicht Aanhangsel Eenheid: mm 56 Gids voor doeltreffende presentaties Een elektronische presentatie is een van de meest effectieve middelen die u kunt gebruiken om een publiek van uw zaak te overtuigen. Er zijn verschillende manieren waarop u uw presentatie kunt verbeteren en de effectiviteit van uw presentatie kunt maximaliseren. Hier volgen enkele richtlijnen om u te helpen een dynamische presentatie samen te stellen en uit te voeren. a. Soorten presentaties Computer presentaties • Om fundamentele informatie vervat in grafieken, spreadsheets, documenten en beelden te presenteren, kunt u tekstverwerkers en spreadsheet-programma’s gebruiken. • Om meer complexe materie over het voetlicht te brengen en dynamischer presentaties te maken terwijl u meer controle houdt over het tempo waarin de informatie aangeboden wordt, heeft u software nodig zoals Astound ®, Freelance ®, Persuasion ® of PowerPoint®. • Voor hoogstaande multimedia en interactieve presentaties, heeft u software nodig zoals Macromedia Director®. 30 25 20 15 10 5 0 • Astound®, Freelance®, Persuasion® of PowerPoint® en Macromedia Director® zijn handelsmerken van hun respectievelijke houders. Videopresentaties Gebruik van video apparatuur zoals een videorecorder, DVD-speler en laserdisc-speler kan zeer effectief zijn bij het overbrengen van instructieve of illustratieve informatie die lastig uit te leggen is. Digitale camera’s en Persoonlijke Digitale Assistenten (PDA’s) Voor zeer compacte en draagbare presentaties zijn digitale stilbeeld of videocamera’s, documenten camera’s en PDA’s bij uitstek geschikt omdat van deze toestellen de informatie zonder lastige conversie kan worden overgebracht. Multimedia presentaties U kunt al het bovenstaande integreren voor een complete multimedia presentatie met video, audio, computer applicaties en Internet informatie. b.Creatieve presentaties Vaak wordt er geen gebruik gemaakt van de vele subtiele manieren waarop de elektronische dia’s van een presentatie gemanipuleerd kunnen worden om het publiek op nog doeltreffender wijze te overtuigen. Kleurgebruik is van grote invloed op het publiek gedurende een presentatie. Mits juist en leesbaar toegepast, zo wijzen studies uit, zetten achter- en voorgrondkleuren als het ware de emotionele toon voor een presentatie, helpen zij de kijker bij het begrijpen en onthouden van de aangeboden informatie en oefenen zij invloed uit op het publiek om een bepaalde gewenste handeling te verrichten. Aanhangsel Overwegingen met betrekking tot het kleurgebruik Geel op Zwart 57 • Kies leesbare kleuren. • Kleuren voor tekst en grafisch materiaal hebben voldoende contrast nodig. • Gebruik donkerder kleuren voor de achtergrond daar een lichtere achtergrond gauw te schel overkomt. (Geel op zwart geeft een ideaal contrast.) Gids voor doeltreffende presentaties • Achtergrondkleuren kunnen onbewust het publiek beïnvloeden: Rood Blauw Rood—verhoogt de polsslag en het ademhalingsritme van de kijker, moedigt het nemen van risico aan maar kan ook worden geassocieerd met financiële verliezen. Blauw—heeft een kalmerend en conservatief effect op het publiek, maar kan ook leiden tot verveling onder zakelijk publiek dat vaak overstroomd wordt door deze achtergrondkleur. Groen—stimuleert interactie. Groen Zwart RP on from SHA Presentati type of es in any on mistak of type fonts most comm selection One of the visual is the or hard to read. thin, presentation small, too that are too Zwart—brengt een gevoel van afsluiting en zekerheid over. Gebruik dit als een overgangskleur wanneer u van het ene thema naar het andere overstapt. • Voorgrondkleuren hebben een grote invloed op hoe goed het publiek een boodschap zal begrijpen en onthouden. • Gebruik een of twee heldere kleuren om nadruk te geven. • Onderstreep of kleur belangrijke boodschappen. • Het oog heeft moeite bepaalde kleuren tekst op bepaalde kleuren achtergrond te lezen. Zo is het bijvoorbeeld lastig om tekst en achtergrond in de combinaties rood en groen of blauw en zwart te kunnen lezen. • Mensen die kleurenblind zijn hebben vaak moeite het verschil te zien tussen rood en groen, bruin en groen en paars en blauw. Probeer deze kleuren daarom niet samen te gebruiken. Lettertypen • Een van de meest gemaakte fouten in allerlei presentaties is de keuze voor lettertypen die te klein, te dun of gewoon moeilijk te lezen zijn. • Als u er niet zeker van bent hoe goed een bepaald lettertype te lezen zal zijn wanneer u het eenmaal op het scherm gaat projecteren, kunt u het volgende proberen: Teken een rechthoek van ongeveer 15 20 cm op een vel papier en print een paar regels tekst daarin met uw computerprinter op een resolutie van 300 of 600 dpi. Varieer de afmetingen van de tekst om koppen, gewone tekst en legenda’s voor eventuele tabellen of grafieken voor te stellen. Houd nu het vel op armlengte. Zo zal uw tekst eruit zien op een scherm van 1,2 meter breed op een afstand van 3 meter, op een scherm van 2,3 meter breed op 6,1 meter of op een scherm van 3,7 meter breed gezien van een afstand van 9,1 meter. Als u de tekst niet gemakkelijk kunt lezen, moet u minder tekst op uw afbeeldingen zetten, of een groter lettertype gebruiken. • Ontwerp uw afbeeldingen zo dat ze zelfs door kijkers op de achterste rij goed bekeken kunnen worden. • Het is gemakkelijker gemengde tekst te lezen dan tekst die alleen in hoofdletters gedrukt is. Aanhangsel Sans-serif Serif • Er is niks zo schadelijk voor uw presentatie als fout gespelde woorden. Neem de tijd om uw werk na te lezen en te corrigeren voor uw afbeeldingen een permanent onderdeel gaan uitmaken van uw presentatie. • Een ander belangrijk kenmerk van elk lettertype is of het een schreefloos lettertype is of niet. Een schreef is een klein, vaak horizontaal dwarsstreepje aan het eind van de hoofdlijn van een letter. Omdat ze geacht worden het oog als het ware langs de regel te leiden, worden lettertypen met schreven (serif) in het algemeen leesbaarder gevonden dan schreefloze lettertypen (sans-serif). 58 Gids voor doeltreffende presentaties Goed Slecht Presentation from SHARP 30 25 20 15 10 5 0 Goed c. Opstelling Wanneer u een presentatie geeft, bepaalt u de opstelling en net als bij een voetbalteam is vaak de opstelling doorslaggevend voor succes. De manier waarop u de presentatieruimte inricht heeft een grote invloed op het beeld dat het publiek van u en uw boodschap zal krijgen. Door de plaatsing en het gebruik van de volgende hulpmiddelen te manipuleren kunt u de invloed van uw presentatie verhogen. Verlichting—Goede verlichting is een belangrijk bestanddeel van een succesvolle presentatie. U moet streven naar een ongelijke verdeling van het beschikbare licht. Het publiek wil altijd zoveel mogelijk van het gezicht van de presentator zien en dus hoort het meeste licht op u gericht te zijn. Omdat het anderzijds ook belangrijk is dat u de gezichten en de lichaamstaal van het publiek kunt waarnemen, moet er ook wat licht op het publiek gericht worden. Er mag echter geen licht direct op het scherm vallen. Podium—Wanneer u zich op hetzelfde vloeroppervlak bevindt als uw publiek, kunnen de meeste mensen alleen maar het bovenste derde deel van uw lichaam zien. Het is daarom aan te bevelen wanneer u een presentatie geeft aan 25 of meer mensen, op een podium of verhoging te gaan staan. Omdat zo meer van uw lichaam zichtbaar is, zal het gemakkelijker zijn met uw publiek te communiceren. Lessenaars—De beste redenaars vermijden lessenaars omdat deze 75% van het lichaam verbergen en de bewegingsvrijheid belemmeren. Velen voelen zich echter gemakkelijker achter een lessenaar waarop ze hun aantekeningen kwijt kunnen en waarachter ze zichzelf kunnen verbergen. Als u zo nodig een lessenaar moet gebruiken, draai hem dan 45 graden naar het publiek toe zodat u er niet helemaal achter schuil gaat. Afbeeldingen—Het is absoluut noodzakelijk dat u uw afbeeldingen groot genoeg maakt en groot genoeg projecteert zodat iedereen in het publiek ze kan zien. Om een 24-punts lettertype nog goed te kunnen lezen, is de optimale afstand tot het scherm gelijk aan acht maal de hoogte van de afbeelding. De onderrand van het scherm moet minstens 1,8 meter boven de vloer zijn. Scherm—Het scherm hoort altijd in het midden van de ruimte geplaatst te worden zodat het voor iedereen goed te zien is. Omdat wij van links naar rechts lezen, moet u altijd links, vanuit het publiek gezien, gaan staan wanneer u de getoonde afbeeldingen bespreekt. Aanhangsel Plaatsing van de stoelen—Bepaal de plaatsing van de stoelen aan de hand van het karakter van uw presentatie. Als de presentatie langer dan een halve dag gaat duren, kunt u het beste een opstelling kiezen zoals in een schoollokaal, met stoelen en tafels. Als u interactie vanuit het publiek wilt aanmoedigen, kunt u het beste de stoelen in een “V” zetten. Bij kleine gezelschappen zal een opstelling in een hoefijzer of “U” vorm de uitwisseling bevorderen. 59 Gids voor doeltreffende presentaties d.Repetitie & uitvoering • De beste tijd om te repeteren is de dag of de avond voor de presentatie en de beste plaats is de ruimte waar de presentatie plaats zal vinden. Uw toespraak repeteren in een klein kantoortje is niet hetzelfde als een rede geven voor 100 mensen in de balzaal van een hotel of in een klaslokaal. • Vanwege verschillen in de snelheden van de processors van verschillende computers moet u de timing van de overgangen tussen uw dia’s goed oefenen op de apparatuur die u daadwerkelijk gaat gebruiken. • Indien enigszins mogelijk moet u uw apparatuur zo lang mogelijk van te voren opstellen en testen zodat u genoeg tijd heeft eventuele problemen met bijvoorbeeld de verlichting, de elektriciteit, de plaatsing van de stoelen en de geluidsinstallatie op te lossen. • Controleer elk onderdeel van uw apparatuur grondig. Let er speciaal op dat u verse batterijen in uw afstandsbedieningen en uw draagbare computer heeft. Laad de accu van uw computer helemaal op voor de presentatie en zorg voor een correct aangesloten netstroomadapter voor de zekerheid. • Verzeker u ervan dat u precies weet hoe u de projector en de afstandsbedieningen moet bedienen. • Als u een microfoon gaat gebruiken, moet u die ook van tevoren controleren en er even een rondje mee lopen om te zien of er plekken zijn waar het geluid kan gaan rondzingen. Vermijd die plekken tijdens uw presentatie. e. Presentatie tips Aanhangsel • Voordat u begint moet u zichzelf voorstellen dat u een uitstekende presentatie maakt. Doe uw ogen dicht en maak dat beeld in uw hoofd. Visualiseren heet dat. • Ken uw toespraak. Als u in ieder geval de eerste drie minuten of zo van uw presentatie uit het hoofd kent zal dat u in staat stellen u te concentreren op uw ritme en het tempo. • Maak een praatje met mensen die vroeg binnenkomen om een relatie op te bouwen met uw publiek en om uzelf op het gemak te stellen. • Vertrouw niet te veel op de afbeeldingen door alleen maar op te lezen wat uw publiek zelf al aan het lezen is. U moet uw materiaal goed genoeg kennen om de presentatie soepel te kunnen uitvoeren. Gebruik uw afbeeldingen om de belangrijke punten kracht bij te zetten. • Let er op dat u uw stem duidelijk projecteert, zoals een toneelacteur, en houd het publiek bij de les door middel van oogcontact. • Wacht niet tot halverwege uw presentatie om uw hoofdboodschap naar voren te brengen. Als u wacht in een poging een spanningsboog op te bouwen, kunt u onderwijl een deel van uw publiek verliezen. • Houd de aandacht van uw publiek vast. Omdat de meeste mensen zich maar 15 à 20 minuten kunnen concentreren tijdens een presentatie van een uur, is het van belang dat u van tijd tot tijd hun belangstelling weer wekt. Gebruik zinswendingen als “Dit is van cruciaal belang” of “Dit is absoluut fundamenteel” om uw publiek eraan te herinneren dat u iets aan het vertellen bent waarnaar zij moeten luisteren. 60 Verklarende woordenlijst Achtergrond Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt. Anti-aliasing digitale perspectivische correctie Deze functie corrigeert digitaal voor de vervorming die optreedt wanneer de projector onder een hoek moet projecteren. Automatische synchronisatie Zorgt voor een optimale weergave van computer gegenereerde beelden door automatisch bepaalde instellingen te regelen. Beeldverhouding De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De normale beeldverhouding voor computer en video beelden is 4:3. Er bestaan ook breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en 21:9. Compatibiliteit Geschiktheid voor gebruik met verschillende beeldsignalen. Composiet signalen Een signaal dat horizontale en verticale synchronisatie pulsen combineert. Draadloze muis Via deze functie kunnen de muisfuncties van de computer worden aangestuurd via de meegeleverde afstandsbediening. Fase Een faseverschil is een verschil in de timing tussen isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Wanneer het faseniveau niet overeenkomt zal het geprojecteerde beeld een typische horizontale flikkering vertonen. G/P Conversie Functie om een beeld om te zetten van een “gelaagd” naar een “progressief” afgetaste weergave. GUI Grafical User Interface. Het grafische menusysteem dat de gebruiker in staat stelt via gemakkelijke afbeeldingen opdrachten te geven aan het toestel. Intelligente compressie en expansie Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden beelden van hoge en lage resolutie aangepast aan de eigen resolutie van de projector. Klok Deze instelling wordt aangepast om verticale ruis op te heffen die het gevolg is van een incorrecte klok instelling. Opstartbeeld Het beeld dat geprojecteerd wordt wanneer de projector aangezet wordt. PDF Portable Document Format. Bestandsopmaak die gebruikt wordt om tekst en beelden op de CD-ROM op te slaan. Presentatie hulpmiddelen Nuttige hulpmiddelen die u kunt gebruiken om belangrijke punten in uw presentatie kracht bij te zetten. Punt voor punt In deze weergavefunctie worden beelden weergegeven in hun oorspronkelijke resolutie. RS-232C Door gebruik te maken van de RS-232C poorten op de projector en op de computer kunt u de projector via de computer bedienen. Schermvullend Deze functie wijzigt een beeld met een andere dan de standaard breedte-hoogteverhouding van 4:3 en geeft het beeld weer in de verhouding 4:3. Statusfunctie Laat de ingestelde waarden van alle in te stellen onderdelen zien. Aanhangsel Stilstaand beeld Met deze functie wordt een bewegend beeld stilgezet. Synchronisatie Brengt resolutie en faseverschil van twee signalen met elkaar in overeenstemming. Wanneer het toestel een beeld ontvangt met een andere resolutie dan die van de computer, kan het weergegeven beeld vervormd raken. Synchronisatie op groen Videosignaalfunctie van een computer waarbij het horizontale en het verticale synchronisatiesignaal overlappen op de pin voor het groene kleursignaal. Vergroting Vergroot een deel van het beeld digitaal uit. XGA resolutie Een resolutie van 1.024 768 beeldpunten gegenereerd door een IBM/AT compatibele (DOS/V) computer. 61 Index A Aan-/uittoetsen ................................................................. Achtergrond ..................................................................... Afstandsbediening ........................................................... Afstandsbedieningssensor .............................................. Anti-aliasing digitale perspectivische correctie ............... AUDIO INPUT 3 ingangsaansluitingen ............................ AUDIO INPUT aansluiting voor INPUT 1, 2 ...................... AUDIO OUTPUT uitgangsaansluiting .............................. Automatische stroom-uitschakelfunctie ........................... Automatische synchronisatie instelling ............................ AUTO SYNC toets ............................................................ 16 38 21 21 3 12 11 13 39 32 32 B Bedrijfsindicator ............................................................... 16 Beeldverhouding .............................................................. 36 BLACK SCREEN toets ..................................................... 37 C Computer audiokabel ...................................................... 11 Computer RGB-kabel ....................................................... 11 D DIN-D-sub RS-232C kabel ............................................... 14 Draadloze muis ................................................................ 21 Draaghandvat .................................................................. 50 E ENLARGE toets ................................................................ 34 ENTER toets ..................................................................... 23 Extra luchtfilter ................................................................. 10 F Fase ................................................................................. 29 FREEZE toets ................................................................... 33 G GAMMA toets ................................................................... 35 G/P Conversie .................................................................. 28 GUI (Grafische gebruikersinterface) ............................... 23 25 11 11 17 26 28 23 3 K Kensington standaard veiligheidsaansluiting .................. KEYSTONE toets .............................................................. Klok .................................................................................. Koelventilator (inlaatopening) .......................................... Koelventilator (uitlaatopening) ......................................... 49 20 29 46 5 L Lampindicator .................................................................. Laseraanwijzervenster ..................................................... LASER toets ..................................................................... L-CLICK toets ................................................................... Lensdop ........................................................................... LIGHT toets ...................................................................... Luchtfilter ......................................................................... Luidspreker ...................................................................... 47 5 22 22 50 22 46 7 23 21 15 22 17 N Netingang ........................................................................ 11 Netsnoer ........................................................................... 11 O Ontgrendeling hoogteverstelling ..................................... 19 Opstartbeeld .................................................................... 38 OUTPUT poort voor INPUT 1, 2 ....................................... 7 P PDF .................................................................................. Plafondachter ............................................................... Plafondmontage ............................................................... Presentatie hulpmiddelen ................................................ Projectie van achteren ..................................................... PS/2 muiskabel ................................................................ Punt voor punt .................................................................. 6 42 19 43 19 15 36 R R-CLICK toets .................................................................. 22 RESIZE toets .................................................................... 36 RS-232C poort ................................................................. 14 S Schermvullend ................................................................. Statusfunctie .................................................................... S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting ................................ Synchronisatie .................................................................. Synchronisatie op groen .................................................. 36 44 12 32 51 T Temperatuurindicator ....................................................... 47 TOOLS toets ..................................................................... 43 U UNDO toetsen .................................................................. 20 USB muiskabel................................................................. 15 V VIDEO INPUT 3 ingangsansluiting................................... 12 VOLUME toetsen .............................................................. 17 X XGA resolutie ................................................................... 3 Z Zender van de afstandsbediening................................... 8 Aanhangsel I In-beeld-display taal ........................................................ INPUT 1 poort .................................................................. INPUT 2 poort .................................................................. INPUT toets ...................................................................... Instellen van het beeld ..................................................... Instellen van het geluid .................................................... Insteltoetsen ..................................................................... Intelligente compressie en expansie ............................... M MENU toets ...................................................................... MOUSE/ADJ. schakelaar ................................................. Muis-ontvanger ................................................................ Muistoetsen ...................................................................... MUTE toets....................................................................... 62 Aanhangsel SHARP CORPORATION 63